Regel 1 - Hoofdtelwoorden
Schrijf getallen in woorden aaneen tot aan het woord duizend. Schrijf achter het woord duizend een spatie.
Schrijf een trema bij klinkerbotsing in getallen zoals tweeëndertig en drieënhalf.
Regel 2
Schrijf een spatie voor en na de woorden miljoen, miljard, biljoen, biljard, triljoen enzovoort.
Regel 3 - Rangtelwoorden
Schrijf rangtelwoorden op dezelfde wijze als hoofdtelwoorden.
Regel 4
Schrijf achter een rangtelwoord in cijfers e of ste/de.
Gebruik geen superscript en schrijf geen apostrof.
Regel 5 - Breukgetallen
Schrijf teller en noemer in een breukgetal los.
Er staan ook spaties in combinaties zoals een half (halve) en een kwart.
Regel 6
Schrijf teller en noemer in een breukgetal aaneen als het breukgetal deel uitmaakt van een samenstelling.
Zie ook
Aaneenschrijven - 01. Hoofdregels (los of aaneen, koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 02. Klinkerbotsing (koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 03. Samenkoppelingen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 04. Samenstellingen met gelijkwaardige delen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 05. Combinaties met eigennamen
Aaneenschrijven - 06. Namen van talen en dialecten
Aaneenschrijven - 08. Combinaties met cijfers, letters en symbolen
Aaneenschrijven - 09. Combinaties met initiaalwoorden, letterwoorden en verkortingen
Aaneenschrijven - 10. Bijzondere voor- en nabepalingen
Aaneenschrijven - 11. Combinaties met voorzetsels en bijwoorden
Aaneenschrijven - 12. Woordgroepen uit andere talen (behalve het Engels)
Aaneenschrijven - 13. Samentrekking (weglatingsstreepje)
Aaneenschrijven - 14. Vervoegde vormen van samengestelde werkwoorden
Aaneenschrijven - 15. Woordgroep of samenstelling?
Aaneenschrijven - 16. Bijzondere combinaties