Regel 1
Schrijf uitheemse woordgroepen op dezelfde manier als in de taal van herkomst.
Regel 2 - In samenstellingen
Schrijf in samenstellingen met uitheemse woordgroepen een koppelteken tussen de delen van de woordgroep.
Schrijf het eerste of laatste deel van de uitheemse woordgroep vast aan het linker- of rechterdeel van de samenstelling. Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (keukentafel = keuken en tafel).
Regel 3
Schrijf in samenstellingen met uitheemse woordgroepen eventueel een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.
Regel 4 - In afleidingen
Schrijf ook in afleidingen met uitheemse woordgroepen een koppelteken tussen de delen van de woordgroep.
Schrijf het achtervoegsel vast aan het laatste deel van de uitheemse woordgroep. Een afleiding is een woord dat bestaat uit een grondwoord en een of meer voor- of achtervoegsels (onschuldig). Voor- en achtervoegsels zijn delen die niet als afzonderlijk woord bestaan (on- en -ig).
Zie ook
Aaneenschrijven - 01. Hoofdregels (los of aaneen, koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 02. Klinkerbotsing (koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 03. Samenkoppelingen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 04. Samenstellingen met gelijkwaardige delen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 05. Combinaties met eigennamen
Aaneenschrijven - 06. Namen van talen en dialecten
Aaneenschrijven - 07. Getallen, telwoorden en breuken
Aaneenschrijven - 08. Combinaties met cijfers, letters en symbolen
Aaneenschrijven - 09. Combinaties met initiaalwoorden, letterwoorden en verkortingen
Aaneenschrijven - 10. Bijzondere voor- en nabepalingen
Aaneenschrijven - 11. Combinaties met voorzetsels en bijwoorden
Aaneenschrijven - 13. Samentrekking (weglatingsstreepje)
Aaneenschrijven - 14. Vervoegde vormen van samengestelde werkwoorden
Aaneenschrijven - 15. Woordgroep of samenstelling?
Aaneenschrijven - 16. Bijzondere combinaties
Engelse woorden