Levensverwachting

In 2024 lag de levensverwachting bij geboorte in het Vlaamse Gewest voor de hele wettelijke bevolking op 83,3 jaar. Bij mannen ging het om 81,4 jaar, bij vrouwen om 85,2 jaar. De levensverwachting bij geboorte lag daarmee 3,8 jaar hoger bij vrouwen dan bij mannen. Zowel bij mannen als bij vrouwen lag de levensverwachting in 2024 hoger dan in 2023.

In de periode 2000-2019 is de levensverwachting bij de geboorte toegenomen van 78,5 jaar in 2000 naar 82,7 jaar in 2019 (+4,2 jaar) voor de totale bevolking. Die stijging lag hoger bij mannen (+5,1 jaar) dan bij vrouwen (+3,3 jaar). Ook op oudere leeftijden behouden vrouwen een hogere levensverwachting dan mannen: op de leeftijd van 65 jaar lag de levensverwachting van vrouwen in 2020 2,9 jaar hoger, op de leeftijd van 85 jaar 1,1 jaar hoger.

In 2020 werd voor het eerst in 20 jaar een duidelijke daling van de levensverwachting vastgesteld. Die hangt samen met het hoge aantal overlijdens tijdens de COVID-19-pandemie.

In 2023 lag de levensverwachting bij geboorte voor de gewoonlijk verblijvende bevolking op 83,4 jaar in het Vlaamse Gewest. Dat was 1,3 jaar hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en 2,7 jaar hoger dan in het Waalse Gewest.
De levensverwachting varieerde in 2023 sterk tussen de EU-lidstaten. Er was er een verschil van 8,4 jaar in verwachte levensjaren tussen Spanje (84 jaar) en Letland (75,6 jaar). België nam met een levensverwachting van 82,5 jaar de 9de plaats in.

De data zijn afkomst van Statbel, via Statistiek Vlaanderen.