Regelgeving voor niet-residentiële gebouwen
Voor niet-residentiële gebouwen streeft Vlaanderen naar koolstofneutraliteit tegen 2050. Om dat doel te bereiken zijn verplichtingen ingevoerd die grondige renovaties noodzakelijk maken. De verplichtingen en maatregelen voor niet-residentiële gebouwen gelden per gebouweenheid.
Verplichtingen
Er gelden meerdere verplichtingen voor niet-residentiële gebouwen.
EPC-plicht
De EPC-plicht houdt in dat er een EPC NR aanwezig moet zijn. De verplichting geldt voor eigenaars van gebouweenheden die als hoofdbestemming ‘niet-residentieel’ hebben.
De verplichting zal stap voor stap verscherpen tot elke grote niet-residentiële gebouweenheid in 2026 over een EPC beschikt, ook zonder dat het overgedragen of verhuurd wordt.
De overheid en publieke organisaties hebben een voorbeeldfunctie en zet daarom enkele stappen al vroeger.
- Stap 1/52023
De aanwezigheid van een EPC NR is verplicht bij verhuur en bij alle vormen van (bijv. verkoop)
Bij het te koop en te huur stellen, moeten een aantal elementen uit het EPC vermeld worden in advertenties of bekendmakingen waarin de gebouweenheid te koop of te huur wordt aangeboden. De verplichte vermelding van EPC-gegevens in advertenties geldt voor eigenaars, maar evenzeer voor makelaars, notarissen…
Op het moment van de overdracht (uiterlijk op de datum van het verlijden van de akte of het vestigen van het opstalrecht of de erfpacht), moet het EPC NR aan de nieuwe eigenaar of nieuwe huurder bezorgd zijn.
Let op: deze verplichting geldt enkel als een volledige gebouweenheid wordt verkocht, overgedragen of verhuurd. Als slechts een deel van een gebouweenheid verhuurd wordt (bv. een kleine kantoorruimte in een kantoorgebouw) moet geen EPC NR worden opgemaakt.
- Stap 1/12024
Sinds 1 januari 2024 moeten alle gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen beschikken over een EPC voor niet-residentiële gebouwen.
Het EPC Publiek kan dus niet langer gebruikt worden om aan de verplichtingen voor publieke gebouwen te voldoen. Voor publieke gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 250m² geldt bovendien een uithangplicht.
- Stap 1/12025
Sinds 1 januari 2025 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan of gelijk aan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (of andere overdrachten) of verhuur.
- Stap 1/12026
Vanaf 1 januari 2026 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid over een EPC NR beschikken, ongeacht verkoop (en andere overdrachten) of verhuur.
Minimale labelplicht
De minimale labelplicht houdt in dat gebouweenheden een minimaal energielabel moeten behalen en dat kunnen aantonen met een EPC NR.
- Stap 1/12028
Vanaf 1 januari 2028 moeten alle grote gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen (behalve voor gemeenschapsonderwijs en gesubsidieerd onderwijs) over een geldig EPC NR beschikken, waaruit blijkt dat minimaal een label E behaald wordt.
- Stap 1/12030
Vanaf 1 januari 2030 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid over een geldig EPC NR beschikken, waaruit blijkt dat minimaal een label E behaald wordt.
Renovatieverplichting
De renovatieverplichting die sinds 1 januari 2022 geldt, was een eerste stap richting de langetermijndoelstelling (koolstofneutraliteit). Zo moet elke niet-residentiële gebouweenheid binnen de 5 jaar na verkoop en andere overdrachten, en bij erfpacht en opstalrecht, verplicht aan een aantal energiebesparende maatregelen voldoen. De verplichting bestaat uit twee onderdelen: een minimaal maatregelenpakket en een minimaal te behalen energielabel. Aan beiden moet worden voldaan.
Uit het EPC NR kunt u afleiden welke aanpassingen nodig zijn om te voldoen aan de renovatieverplichting.
Gebouwautomatisering- en controlesysteem
Niet-residentiële gebouwen met een verwarmingssysteem en/of een airconditioningsysteem van meer dan 290 kW, moeten uiterlijk op 31 december 2025 over een gebouwautomatisering en -controlesysteem beschikken.
Uitzonderingen
Om te voorkomen dat gebouwen die gesloopt worden nog een EPC moeten laten opmaken, voorziet de Vlaamse overheid in een uitzondering op de algemene EPC-plicht (aanwezigheid EPC en minimaal label). Gebouwen waarvoor een sloopvergunning werd verleend, krijgen een vrijstelling van deze verplichtingen. De eigenaar (of erfpachter/opstalhouder) meldt dit uiterlijk één maand voor het EPC vernieuwd moet worden en bewijst binnen vijf jaar dat de sloopwerken werden voltooid. Let op: deze uitzondering geldt niet in geval van overdracht. Bij alle notariële overdrachten blijft een EPC NR nodig.
Er is geen uitzondering voorzien op de algemene EPC-plicht voor beschermde gebouwen. Dus ook voor gebouwen die beschermd zijn (monument, stads- dorpsgezicht,...) moet een EPC NR worden opgemaakt.
Nieuwbouweenheden
Nieuwe eenheden met een geldig EPC Bouw kunnen dat EPC Bouw gebruiken om te voldoen aan de EPC-verplichting.
Merk op: een eenheid die voldoet aan de nieuwbouweisen, voldoet niet automatisch aan het minimale label voor het EPC NR. Dat laatste kan immers alleen aangetoond worden op basis van gebruiksgegevens, welke voor een nieuw gebouw niet bekend zijn.
Geldigheid
Een EPC van een niet-residentiële gebouweenheid is maximaal 5 jaar geldig.
Het EPC NR vervalt:
als de gebouweenheid van bestemming verandert (bijvoorbeeld van niet-residentieel naar wonen of industrie)
als een nieuw EPC wordt ingediend.