Gedaan met laden. U bevindt zich op: Interview: Het pleidooi voor een sterker binnenlands bestuur Vlaanderen Intern

Interview: Het pleidooi voor een sterker binnenlands bestuur

‘Ons systeem schuurt en het is onvoldoende aangepast’, klinkt het bij professoren Filip De Rynck (hoogleraar bestuurskunde) en Lieven Janssens (professor bestuurskunde). Zij schreven de afgelopen 2 jaar een beleidsadvies voor de Vlaamse Regering waarin ze de structuur van Vlaanderen tegen het licht houden en ons uitdagen met een integrale langetermijnvisie. Uit de visie blijkt dat Vlaanderen nood heeft aan sterkere lokale besturen en een ander binnenlands bestuur. Vlaanderen Intern ging in gesprek met beide academici. ‘Het is een hoopvolle visie mét maakbare oplossingen’, klinkt het bij de auteurs. 

Vlaanderen Intern: Jullie maakten werk van een Toekomstvisie voor Vlaanderen. Is verandering dan zo nodig?

Filip De Rynck: ‘Ja, toch wel. We motiveren dat uitgebreid in de toekomstvisie en de bijbehorende 11 fiches die je kan terugvinden op de website van het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing. Verandering of structuren zijn voor ons nooit een doel op zich. Het is wel het resultaat van een heel uitvoerige analyse die we maakten doorheen concrete domeinen. Zo doorkruisten we het activeringsbeleid, cultuurbeleid, betonstop en open ruimte, sociaal wonen, mobiliteit, economie en innovatie, veiligheidszorg en eerstelijnszorg.’

‘Het is de eerste keer dat we maatschappelijke doelen en bestuurlijke organisatie zo sterk koppelen aan elkaar. Je mag het gerust een Vlaamse versie noemen van het Nederlandse boek ‘Maatschappelijke bestuurskunde’. Dat toont ook aan dat bestuurskunde inspeelt op maatschappelijk relevante vraagstukken.’

Lieven Janssens: ‘De analyse van die domeinen mondt telkens uit in dezelfde conclusie: ons systeem schuurt en het is onvoldoende aangepast om de maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden. De complexe uitdagingen en crisissen vragen steeds meer een geïntegreerde aanpak. De basis voor die integratie vind je terug op lokaal niveau. Je mag dat ruim interpreteren. Dat is voor ons het lokale netwerk met de gemeenten en alle organisaties die op dat lokale niveau actief zijn zoals de politie en preventiediensten, waterbeheerders, landbouw- en natuurorganisaties of het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW). We bekijken de werking van de Vlaamse overheid vanuit die lokale bril. Sterkere lokale besturen leiden tot een beter functionerende Vlaamse overheid.’

De toekomstvisie bevat een kritische analyse en een toekomstprofiel van de lokale besturen, de Vlaamse overheid, provincies, intergemeentelijke samenwerking, … Ook het (partij)politieke systeem ontbreekt niet.
LJ

Lieven Janssens

Professor bestuurskunde

‘We pleiten voor sterkere en dus ook minder lokale besturen. Dat wil zeggen dat er een betere onderbouw en meer sturing nodig is in het debat over schaalvergroting. Ook debatten over decentralisatie, subsidies en financiering (onder meer het Gemeentefonds) zijn daaraan gekoppeld. De toekomstvisie bevat een kritische analyse (en een toekomstprofiel) van de lokale besturen, de Vlaamse overheid, provincies, intergemeentelijke samenwerking, … Maar ook het (partij)politieke systeem ontbreekt niet. Het is een hoopvolle toekomstvisie die een uitweg biedt voor de impasse in ons binnenlands bestuur, ondanks de kritische analyses. Zo’n hervorming is noodzakelijk maar ook maakbaar én haalbaar. De transitievoorstellen steken al gedeeltelijk in het rapport, maar zijn ook het voorwerp van een vervolgopdracht.’

Vlaanderen Intern: Hoe kwam de studie tot stand? Wat maakt dit document zo verschillend ten opzichte van andere visieteksten voor Vlaanderen?

De Rynck: ‘We voerden deze opdracht uit voor het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing, een consortium met KU Leuven, UGent, UHasselt en UAntwerpen. Het is een sterk wetenschappelijk onderbouwd rapport dat al het gelopen en lopende onderzoek op vlak van het lokale en Vlaamse bestuur synthetiseert. Dat maakt het tot een uniek overzichtsdocument.’

Janssens: ‘De visie is ook niet van achter een bureau bedacht, maar is het resultaat van een heel intensief proces. In totaal vonden al meer dan 370 gesprekken plaats met tientallen collega’s-academici, middenveldorganisaties (bv. SERV, Verenigde Verenigingen), koepelorganisaties (bv. VVSG, VVP, Vlinter, Exello), ambtenaren (bv. de verantwoordelijken van verschillende departementen en agentschappen), allerlei stakeholders in diverse thema’s (bv. procureurs, gouverneurs, Fluvius, Farys, Open Ruimte platform, SARC, …) en ook politici (partijvoorzitters, parlementairen, studiediensten). Het rapport is gepubliceerd met een volledige academische consensus over de 4 universiteiten van het Steunpunt heen en dat maakt het juist zo uniek.’

We stelden vast dat geen enkele politieke partij veel energie in dit debat steekt en er maar weinig deskundigheid in huis heeft.
FDR

Filip De Rynck

Hoogleraar bestuurskunde

Vlaanderen Intern: Hoe is de algemene receptie van de Toekomstvisie? Hoor je echo’s van jullie analyses in de partijprogramma’s of bijdragen voor regeerakkoorden?

De Rynck: ‘We stelden vast dat geen enkele politieke partij veel energie in dit debat steekt en daarvoor ook maar weinig deskundigheid in huis heeft. De studiediensten van weleer die standpunten onderbouwden, lijken verdwenen. Wat is nu het standpunt van een politieke partij? Dat blijkt fragiel en labiel, want het hangt er een beetje vanaf met wie je spreekt, wie er op dat moment de partij domineert of wie er bij onderhandelingen over regeerakkoorden rond de tafel zit.’

Janssens: ‘We hebben veel gepraat met de partijen. Al die partijverantwoordelijken en volksvertegenwoordigers delen in grote mate de analyse. Ze voelen dat er iets moet gebeuren. Tal van middenveldorganisaties bevestigen dat ook in hun memorandum. VOKA maakt melding van verplichte fusies en een minimumschaal van 30.000 inwoners. De SERV ondersteunt heel sterk de toekomstvisie en maakt in haar prioriteitennota uitdrukkelijk de link naar onze toekomstvisie. Ze wijst ook uitdrukkelijk op de nood aan een hervorming van de Vlaamse overheid. Binnen het voorzitterscollege en het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) gaan heel wat gesprekken over de toekomstvisie.’

Vlaanderen Intern: Je hebt me nieuwsgierig gemaakt. Wat kan ik doen als ambtenaar? En welke hoofdstukken lees ik best eens?

De Rynck: ‘We merkten in de Vlaamse overheid best wat waardering voor onze visie. Veel ambtenaren in de buik van de departementen en agentschappen zouden graag wat meer rechtstreeks contact hebben met dat lokale werkveld. Een meer kaderstellende, ondersteunende en gebiedsgerichte Vlaamse overheid dus. Dat ‘gebiedsgericht werken’ wordt een belangrijk leidmotief voor de toekomst en niet alleen voor ruimtelijke thema’s. We zien ook op andere domeinen mooie prototypes binnen de Vlaamse overheid.’

Janssens: ‘We schetsten een profiel van het lokaal bestuur anno 2030-2040. Je vindt die in hoofdstuk 3 van het integrale rapport. Dat kan richtinggevend zijn voor de entiteiten van de Vlaamse overheid om een denkoefening te maken. Hoe moeten we anders kijken naar decentralisatie in de toekomst? Wat is de potentie van die lokale besturen en hoe verbeelden we ons de gebiedsgerichte processen waarin de Vlaamse en lokale diensten rechtstreeks samenwerken? Ambtenaren kunnen naar hartenlust met de toekomstvisie, de fiches, de samenvatting en antwoorden op kritische reacties aan de slag.’