Gezamenlijke autofinancieringsmarge gemeenten en OCMW's bedraagt 1,21 miljard euro

De lokale besturen rapporteren na afloop van elk kwartaal digitaal aan het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) over hun geboekte uitgaven en ontvangsten. Die verplichting is gebaseerd op Europese regels. ABB analyseerde de cijfers van die kwartaalrapportering. De jaarrekeningen met de definitieve cijfers zijn pas in juni 2024 beschikbaar.

De AFM valt 928 miljoen euro beter uit dan het resultaat dat vorig jaar bleek uit de kwartaalrapportering over 2022. Als we de vergelijking maken met de jaarrekeningen over het boekjaar 2022 scoort de AFM nu al 474 miljoen euro beter. Bovendien blijkt uit de cijfers voor de voorgaande jaren dat het definitieve bedrag in de jaarrekeningen altijd veel beter uitvalt dan de AFM volgens de kwartaalrapportering.

Een positieve AFM (open definitie) is voor iedere gemeente een verplicht te halen norm in het laatste jaar van het meerjarenplan. Dat kengetal geeft aan of de gemeenten financieel duurzaam zijn. Het is echter geen norm in de jaarrekening.

De hoge AFM in de kwartaalrapporteringen over 2023 is vooral het gevolg van de sterke groei van de exploitatieontvangsten in het algemeen, en van de hogere belastinginkomsten en werkingssubsidies in het bijzonder.

Ook het aantal gemeenten met een negatieve AFM in de kwartaalrapportering neemt af in 2023: van 88 gemeenten in 2022 naar 45 gemeenten in 2023. Daarmee situeert dat aantal zich ongeveer op het niveau van 2020 en 2021. We kunnen besluiten dat de financiën van de lokale besturen op dit moment goed stand houden.

Wil je zelf de geboekte uitgaven en ontvangsten analyseren, dan kan je terecht in onze interactieve overzichten.