Geboorten

In 2023 waren er 62.338 geboorten (open definitie) bij vrouwen die wonen in het Vlaamse Gewest (bij de wettelijke bevolking (open definitie) ). Het ging daarbij om 31.732 jongens en 30.606 meisjes. In 2023 werden er bijna 950 kinderen minder geboren dan in 2022 en meer dan 3.400 minder dan in 2021. In vergelijking met het topjaar 2010 werden er in 2023 7.741 minder kinderen geboren (-11%).

In 2023 waren er opnieuw minder geboorten dan overlijdens in het Vlaamse Gewest: 62.338 geboorten tegenover 64.670 overlijdens. Dat resulteerde in een negatief natuurlijk saldo (open definitie) van -2.332. Ook in 2020 en 2022 overschreed het aantal overlijdens het aantal geboorten, met negatieve saldi van respectievelijk -8.121 en -4.244 tot gevolg.

Tussen 2000 en 2019 alsook in 2021 waren er steeds meer geboorten dan overlijdens in het Vlaamse Gewest. Dat gaf telkens een positief natuurlijk saldo.

Bijna 1 op de 7 borelingen (14%) in het Vlaams Gewest had in 2023 een buitenlandse (niet-Belgische) nationaliteit. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest lag dat aandeel hoger (35%), in het Waalse Gewest lager (9%).

Vooral in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest waren er relatief veel borelingen met de nationaliteit van een land van buiten de Europese Unie (26%). Voor het Vlaamse en Waalse Gewest lag dat aandeel veel lager (beide 6%).

In 2023 lag het aantal geboorten per 1.000 inwoners in het Vlaamse Gewest op 9,3. Dat bruto geboortecijfe (open definitie) r lag nog iets lager in het Waalse Gewest (9,2 per 1.000 inwoners) en beduidend hoger in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (11.4 per 1.000 inwoners).

Sinds 2010 is het bruto geboortecijfer gedaald in de 3 gewesten. Enkel in 2021 was er een lichte stijging van het bruto geboortecijfer in het Vlaamse en Waalse Gewest.

Meer dan 70% van de gemeenten had voor de periode 2021-2023 een bruto geboortecijfer lager dan de gemiddelde waarde voor het Vlaamse Gewest in dezelfde periode (9,5 geboorten per 1.000 inwoners). Van de centrumsteden scoorden Antwerpen (13,0), Turnhout (11,5), Sint-Niklaas (11,4), Mechelen (11,3), Gent (11,2), Leuven (10,3), Kortrijk (10,1), Aalst (10,0) en Roeselare (9,9) hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Ook gemeenten in de zuidelijke regio van West-Vlaanderen, rond het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en in de Noorderkempen toonden een bovengemiddeld bruto geboortecijfer.

Het bruto geboortecijfer weerspiegelt deels de leeftijdsopbouw van de bevolking met typisch lage waarden in gemeenten met een verouderde bevolking.

Het bruto geboortecijfer van 2022 voor het Vlaamse Gewest (9,4 geboorten per 1.000 inwoners) lag boven het gemiddelde van 8,7 geboorten per 1.000 inwoners voor de landen van de Europese Unie (EU27).

Hoge waarden waren er te vinden in Cyprus (11,2), Frankrijk (10,7) en Ierland (10,5). Lage waarden waren er vooral in de zuidelijke lidstaten met Italië als hekkensluiter (6,7).

De cijfers van de EU-landen hebben betrekking op de gewoonlijk verblijvende bevolking (open definitie) in elk land. Er zijn nog geen gegevens beschikbaar voor het observatiejaar 2023.