Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Iets minder dan 8% van bevolking leeft in huishouden met inkomen onder armoededrempel

Volgens de EU-SILC-enquête van 2021 leefde 7,8% van de inwoners in het Vlaamse Gewest in een huishouden met een onder de Belgische . Dat komt overeen met ongeveer 510.000 personen. Er wordt vanuit gegaan dat huishoudens met een inkomen onder de armoededrempel een verhoogd risico op armoede lopen.

Bovenstaande cijfers werden berekend op basis van het totale beschikbare inkomen van de huishoudens in het jaar voorafgaand aan de enquête. De cijfers van de EU-SILC-enquête van 2021 hebben dus betrekking op de huishoudinkomens van 2020.

De EU-SILC-enquête werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren. Wel kan gesteld worden dat het aandeel personen onder de armoededrempel tussen 2019 en 2021 eerder lijkt te dalen dan te stijgen. Dat lijkt een gevolg van het gecombineerde effect van de economische impact van de Covid-19-crisis en de tijdens de crisis uitgewerkte steunmaatregelen.

Opgelet: de cijfers over de inkomens van 2021 werden door Statbel herzien in september 2022. Daardoor verschillen de cijfers opgenomen in onderstaande figuren van de eerder in april 2022 gepubliceerde cijfers.

Hoogste armoederisico bij werklozen en personen geboren buiten EU

Naar geslacht blijven de verschillen in armoederisico beperkt. Het aandeel onder de armoededrempel lag in 2021 het hoogs bij ouderen.

Opgedeeld naar huishoudtype lag het armoederisico in 2021 het hoogst bij eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen (telkens 16%).

Naar socio-economische positie is het hoogste armoederisico te vinden bij werklozen (23%). Ook niet-actieven (15%) scoren relatief hoog.

Het armoederisico lag in 2021 ook veel hoger bij huurders (18%) dan bij eigenaars (5%).

Het armoederisico neemt af naarmate het opleidingsniveau stijgt: bij hooggeschoolden ging het in 2021 om 4%, bij laaggeschoolden om 16%.

Ten slotte varieert het armoederisico ook naar geboorteland. Personen geboren in België kennen het laagste armoederisico (7%), personen geboren buiten de Europese Unie (EU27) het hoogste armoederisico (21%).

Armoederisico in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten en EU-gemiddelde

Het armoederisico lag in 2021 in het Vlaamse Gewest (8%) lager dan in het Waalse Gewest (17%) en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (25%). In België lag het armoederisico op 13%.

Het aandeel personen onder de armoededrempel lag in 2021 in de 27 landen van de Europese Unie (EU27) op 17% van de bevolking. In Tsjechië lag het armoederisico het laagst (9%). Ook in Slovenië, Slovakije en Hongarije lag het aandeel onder de armoededrempel op een gelijkaardig niveau als in de West- en Noord-Europese landen, terwijl de levensstandaard in die eerste groep landen toch lager ligt. Dat hangt samen met het feit dat het hier gaat om een relatieve armoedemaat, berekend op basis van de inkomensverdeling in elk land afzonderlijk.

Lees deze pagina in: