Bevolking onder de armoededrempel
Aanpassingen gepubliceerd op 22 december 2025
Op 25 februari werd een update van deze statistiek gepubliceerd. Recent werden door Statbel de eerder gepubliceerde resultaten van SILC 2019 tot SILC 2024 herzien wegens een correctie in de berekening van de gewichten. Op 22 december om 14u werd daarom een nieuwe versie van deze statistiek gepubliceerd met opname van de door Statbel gecorrigeerde gegevens in de tekst en in de figuren. Tegelijk werden de vergelijkingen tussen de meest recente jaren en de periode voor 2019 geschrapt omdat de EU-SILC-enquête in 2019 ingrijpend werd gewijzigd.
Bijna 8% van bevolking leeft in huishouden met inkomen onder armoededrempel
Volgens de EU-SILC-enquête van 2024 leefde 7,7% van de inwoners in het Vlaamse Gewest in een huishouden met een onder de Belgische . Dat komt overeen met ongeveer 520.000 personen. Er wordt vanuit gegaan dat huishoudens met een inkomen onder de armoededrempel een verhoogd risico op armoede lopen.
Bovenstaande cijfers werden berekend op basis van het totale beschikbare inkomen van de huishoudens in het jaar voorafgaand aan de enquête. De EU-SILC-enquête van 2024 heeft dus betrekking op de huishoudinkomens van 2023.
De EU-SILC-enquête werd in 2019 ingrijpend gewijzigd. Daardoor zijn vergelijkingen tussen de jaren voor en na 2019 niet mogelijk. In 2020 en 2021 werd de dataverzameling aangepast door de Covid-19-crisis. Vergelijkingen tussen de jaren 2020-2021 en andere jaren vereisen daardoor extra voorzichtigheid.
Hoogste armoederisico bij eenoudergezinnen, werklozen en personen geboren buiten EU
Naar geslacht is het verschil in armoederisico beperkt. Naar leeftijd zijn er wel verschillen: het aandeel onder de armoededrempel lag in 2024 zowel bij de oudste (65 jaar en ouder) als bij de jongste leeftijdsgroep (0 tot 15 jaar) hoger dan bij de groep van 25 tot 49 jaar.
Opgedeeld naar huishoudtype lag het armoederisico in 2024 veruit het hoogst bij eenoudergezinnen (20%).
Naar arbeidsstatus kenden werklozen in 2024 het hoogste armoederisico (27%). Ook niet-actieven (buiten gepensioneerden) scoren relatief hoog (14%).
Huurders kennen een hoger armoederisico (15%) dan eigenaars (6%).
Het armoederisico neemt af naarmate het opleidingsniveau stijgt: bij hooggeschoolden ging het in 2024 om 4%, bij laaggeschoolden om 13%.
Personen geboren in België kennen het laagste armoederisico (6%), personen geboren buiten de Europese Unie (EU27) het hoogste armoederisico (26%).
Armoederisico hoogst in provincie Antwerpen
Het armoederisico lag in 2024, net als in voorgaande jaren, het hoogst in de provincie Antwerpen (11%) en het laagst in de provincie Oost-Vlaanderen (6%).
Armoederisico in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten en dan EU27-gemiddelde
In België lag het armoederisico in 2023 op 12%. België situeert zich daarmee in de groep van landen met een armoederisico onder het EU27-gemiddelde (16%). In het Vlaamse Gewest lag het armoederisico (8%) in 2023 lager dan in het Waalse Gewest (15%). Het aandeel personen dat onder de armoededrempel leeft is in het Brusselse Gewest veel hoger (26%) dan in de andere Belgische gewesten.
In Tsjechië lag het armoederisico in 2023 het laagst (10%). Ook in Hongarije, Slovenië, Polen en Slovakije lag het aandeel onder de armoededrempel op een vergelijkbaar niveau als in de West- en Noord-Europese landen, terwijl de levensstandaard in die eerste groep landen toch lager ligt. Dat hangt samen met het feit dat het hier gaat om een relatieve armoedemaat, berekend op basis van de inkomensverdeling in elk land afzonderlijk. In landen met een lagere algemene levensstandaard kan het mediane inkomen lager liggen. Daardoor ligt ook de armoededrempel lager, wat kan resulteren in een relatief lager armoederisico, zelfs als de koopkracht er minder hoog ligt.
Cijfers voor 2024 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar. Maar voor België en de gewesten is dat wel het geval. In 2024 lag het armoederisico in het Vlaamse Gewest op 8%, in het Waalse Gewest op 13% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op 26%. In België in zijn geheel ging het om 11%.
Bronnen
- Statbel:
- Eurostat: