Op de Vlaams-Nederlandse regeringstop op 1 april 2025 in Gent werd een Memorandum van Overeenstemming gesloten over de bilaterale stikstofsamenwerking.

Het akkoord voorziet in een doorgedreven uitwisseling van kennis, data, ervaringen en goede praktijken in de overtuiging dat een goed begrip van elkaars stikstofbeleid de samenwerking in de grensregio bevordert alsook bijdraagt aan de ontwikkeling van het beleid aan weerszijde van de grens.

Daarnaast is overeengekomen te zorgen voor een vlottere informatie-uitwisseling, afstemming en inspraakmogelijkheden in projecten met grensoverschrijdende stikstofeffecten.

In navolging van de MoU werd op 10 juni 2025 door het Vlaams-Nederlands Bestuurlijk Overleg Stikstof een overeenkomst gesloten over een Afsprakenkader inzake informatie-uitwisseling over en advies in projecten met grensoverschrijdende effecten te wijten aan stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden(PDF bestand opent in nieuw venster).

Het Afsprakenkader is van toepassing op projecten in de zin van artikel 6.3. en 7.4. van de Habitatrichtlijn waarbij sprake is van grensoverschrijdende effecten door een toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden in de Vlaams- Nederlandse grensregio.

Want bij het beoordelen van de stikstofeffecten van een project moet ook rekening gehouden worden met effecten op Natura 2000-gebieden die buiten het eigen grondgebied liggen. Om te voorkomen dat een project aan twee beleids- en beoordelingskaders moet voldoen voorziet het Afsprakenkader dat grensoverschrijdende effecten beoordeeld dienen te worden op basis van de kaders van het grondgebied waar het aangevraagde project gelegen is. Dit betekent dat voor projecten gelegen in Vlaanderen het Vlaamse stikstofbeleid en bijhorende beoordelingskaders van toepassing zijn, ook voor wat betreft effecten op Nederlandse Natura 2000-gebieden, en omgekeerd.

Het afsprakenkader verduidelijkt ook wanneer en op welke wijze informatie-uitwisseling en inspraakmogelijkheden dienen voorzien te worden tussen Vlaamse en Nederlandse instanties over projecten met grensoverschrijdende effecten. Goede communicatie en afstemming tussen instanties aan weerszijde van de grens zorgt voor een vlottere opvolging van vergunningsprocedures met oog voor de natuurkwaliteit van Natura 2000-gebieden aan weerszijde van de grens.

Concreet zal afstemming plaatsvinden over projecten in Vlaanderen wanneer de impactscore op een Nederlands Natura 2000-gebied hoger is dan de de minimis-drempel en er sprake is van een depositietoename op dit Natura 2000-gebied ten opzichte van de reeds vergunde toestand.

De bijlagen bij het Afsprakenkader voorzien in een Vlaams en Nederlands stroomschema voor informatie-uitwisseling, een verklarende begrippenlijst, duiding van het Nederlandse en Vlaamse stikstofbeleid, alsook de modaliteiten voor informatie-uitwisseling.

Voor de berekening van de effecten van projecten gelegen in Vlaanderen op Nederlandse Natura 2000-gebieden kan gebruik gemaakt worden van de Vlaamse PAS-tools. Zo vermeldt de Impactscoretool de impactscore op Nederland, berekent de Depositietoenametool of er al dan niet een toename is van de deposities van een project op in Nederland gelegen SBZ gebieden ten opzichte van de huidig vergunde toestand, en bekijkt de Depositietrendtool of een project al dan niet de gebiedsspecifieke neerwaartse depositietrend van deposities afkomstig uit Vlaanderen op een Nederlands SBZ hypothekeert.