Vraag en antwoord mestverwerkingsinstallaties
Zoals vermeld in art. 24 §7 van het Mestdecreet zijn de bepalingen voor het registreren van de ammoniakemissies per NH3-emissiepunt van toepassing op elke uitbater van een bewerkings- of verwerkingseenheid als vermeld in artikel 23, § 1, eerste lid, 3° van het Mestdecreet. Dit betekent concreet elke uitbater van een bewerkings- of verwerkingseenheid, met een bewerkings- of verwerkingscapaciteit voor dierlijke mest of andere meststoffen groter dan of gelijk aan 300 kg P~2~O~5~ per jaar.
Het scheiden van mest wordt als een bewerking aanzien.
Pocketvergisting wordt volgens het Mestdecreet als een bewerking/verwerking van mest aanzien (ongeacht bedrijfseigen mest of niet) indien de capaciteit groter dan of gelijk aan 300 kg P~2~O~5~ per jaar.
Belangrijk is wel te vermelden dat in art. 24 §7 van het Mestdecreet een aantal delegaties aan de Vlaamse Regering zijn gegeven om deze zaken nog concreter uit te werken.
De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de toepassing van deze paragraaf en kan extra eisen bepalen voor de meetapparatuur die gebruikt moet worden om de NH3-emissie te bepalen. De Vlaamse Regering kan daarbij bepalen dat de gegevens van die meetapparatuur op automatische wijze aan de Mestbank bezorgd moeten worden, en kan de voorwaarden bepalen waaronder de NH3-emissie van een emissiepunt niet bepaald hoeft te worden op basis van meetapparatuur. De Vlaamse Regering kan nader bepalen op welke wijze het overzicht, vermeld in het tweede lid, aan de Mestbank bezorgd moet worden, en op welke wijze bezwaar kan ingediend worden tegen de beoordeling en in voorkomend geval de aanduiding van ontbrekende emissiepunten of bepaling van ontbrekende meetapparatuur als vermeld in het vierde lid.
Sinds 11 juni 2024 moeten de ammoniakemissies worden begroot van de externe opslag van mengmest, enerzijds afkomstig van varkens en anderzijds afkomstig van runderen. Deze ammoniakemissiefactoren zijn uitgedrukt in kg ammoniak per m² mestoppervlak per jaar en zijn terug te vinden in de bijlage bij het Richtlijnenboek Landbouwdieren.
Concreet zijn deze ammoniakemissiefactoren van toepassing op de externe opslag van onbehandelde mengmest; dit is mengmest zoals hij in eerste instantie wordt opgevangen in de mestkelder van een varkens- of rundveestal.
Als deze onbehandelde mengmest uit de mestkelder wordt verwijderd en opgeslagen in een externe opslag moeten de ammoniakemissies hiervan begroot worden met de hierboven vermelde ammoniakemissiefactoren.
Deze ammoniakemissiefactoren zijn niet van toepassing op de opslag van gier, evenmin op de opslag van behandelde mest, zoals bijv. effluentopslag na biologie of opslag van digestaat.