Gedaan met laden. U bevindt zich op: De administratie is niet meer bevoegd om een beslissing te nemen wanneer de zaak reeds voor de rechtbank aanhangig is gemaakt Vlaamse Belastingdienst

De administratie is niet meer bevoegd om een beslissing te nemen wanneer de zaak reeds voor de rechtbank aanhangig is gemaakt

Rechtspraak

Rolnummer

2018/AF/459
2018/AF/461 2018/AF/463; 2018/AF/460

2018/AF/462

Datum uitspraak

19 juni 2024

26 juni 2024

11 september 2024

Nummer

2018/AF/459 2018/AF/461 2018/AF/463; 2018/AF/460 2018/AF/462

Datum beslissing

11 september 2024

Publicatiedatum

6 mei 2025

Rechtbank

Hof van Beroep te Brussel

Status

Definitief

Heffing

  • Planbatenheffing

Wettelijke basis

  • art. 1385undecies Gerechtelijk Wetboek

Samenvatting

Het onderliggend RUP op grond waarvan de planbatenheffingen werden gevestigd werd vernietigd door de Raad van State op 20 september 2013. Op dat ogenblik waren de zaken reeds hangende voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Op 7 februari 2014 heeft VLABEL de belastingplichtigen vervolgens schriftelijk op de hoogte gebracht van het feit dat de planbatenheffingen niet meer verschuldigd waren door de vernietiging van het RUP.

Het Hof van Beroep oordeelt dat het aan VLABEL niet meer toekwam om nog een ambtshalve ontheffing/intrekking bij brieven van 7 februari 2014 te verlenen, terwijl er op dat moment al een procedure bij de rechtbank hangende was, zodat de planbatenheffingen nog steeds ingekohierd waren en belastingplichtigen derhalve nog de vernietiging konden vorderen.

Wanneer de administratie nog een beslissing neemt na de neerlegging van het verzoekschrift bij de fiscale rechter is deze beslissing niet rechtsgeldig aangezien de administratie niet langer bevoegd is van zodra de vordering in rechte wordt ingesteld (vgl. inzake directe belastingen de voorbereidende werken van de wetten van 15 en 23 maart 1999 die de fiscale procedure hebben hervormd: door het instellen van de fiscale procedure wordt het dossier automatisch aan de fiscale administratie onttrokken; de fiscale administratie is niet langer bevoegd, zo niet zou dit rechtsonzekerheid creëren (Parl. St. Kamer 1997-98, nr. 1341/23, 20 en Antwerpen 3 maart 2009, FJF, nr. 2009/238). De minister benadrukte tijdens de voorbereidende werkzaamheden dat een bestuurshandeling (zoals een inkohiering) niet kan worden ingetrokken wanneer beroep is ingesteld waardoor de zaak aan de administratie als bestuursoverheid is onttrokken en alleen de rechter de oorspronkelijke beslissing mag herzien. Dit belet de partijen niet om een akkoord te treffen maar als de directeur zijn beslissing wil “wijzigen” dient hij dat aan de rechter mee te delen (Parl. St. Senaat 1998-99, nr. 1-966/11, 169). De administratie verliest door de gerechtelijke procedure haar belastingheffende bevoegdheid.

Bovendien wordt in het schrijven van 7 februari 2014 enkel verwezen naar de verschuldigdheid van de heffing en niet naar de inkohiering ervan, zodat de bestreden planbatenheffingen nog steeds ingekohierd waren en dit ondanks het wegvallen van de grondslag ervan door de vernietiging van het RUP door de Raad van State. Het Hof besluit de planbatenheffingen te vernietigen.