Gedaan met laden. U bevindt zich op: SP 15133 - Schenking van een levensverzekeringscontract aan de begunstigde Vlaamse Belastingdienst

SP 15133 - Schenking van een levensverzekeringscontract aan de begunstigde

Administratief standpunt
Nummer
15133
Datum beslissing
10 oktober 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.6. VCF

Standpunt

Indien een verzekeringnemer een bestaande polis tijdens zijn leven schenkt aan de begunstigde, schenkt hij zijn rechten als verzekeringnemer. Als deze schenking ter registratie wordt aangeboden en fiscaal gelokaliseerd is in het Vlaamse Gewest, wordt op deze schenking de schenkbelasting geheven (tarief roerend). De belastbare grondslag van de schenkbelasting wordt begroot op de waarde van de vordering die de verzekeringsnemer heeft tegenover de verzekeringsmaatschappij, nl. de afkoopwaarde van de polis op datum van de schenking.

Voor overlijdens tot en met 31 december 2016:

Indien er nadien sommen, renten of waarden worden uitgekeerd ingevolge het door de oorspronkelijke verzekeringnemer in het voordeel van de begunstigde gemaakte beding, vallen deze niet onder de toepassing van artikel 2.7.1.0.6, §1 VCF (Hof van Cassatie, 21 april 2022, F. 20.0150.N, F.21.0026.N en C.20.0534.N). Voormelde rechtspraak en het daarmee in overeenstemming gebrachte standpunt worden niet aanzien als een nieuw gegeven (zie art. 3.6.0.0.1, tweede lid VCF) en kunnen bijgevolg niet leiden tot ambtshalve ontheffing. In dat geval kan wel nog steeds beroep gedaan worden op de aftrekregeling (zie hieronder).

Voor overlijdens vanaf 1 januari 2017 t.e.m. 8 januari 2017:

Indien er nadien sommen, renten of waarden worden uitgekeerd ingevolge het door de oorspronkelijke verzekeringnemer in het voordeel van de begunstigde gemaakte beding, vallen deze onder de toepassing van artikel 2.7.1.0.6, §1 VCF.

Naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 9 december 2021 met rolnummer 7462 zal VLABEL op verzoek van de belastingplichtige de aftrekregeling voorzien in artikel 2.7.3.2.8, §2 VCF ook toepassen voor overlijdens die zich voordoen in de tussenperiode vanaf 01/01/2017 t.e.m. 08/01/2017.

Voor overlijdens vanaf 9 januari 2017:

Indien er nadien sommen, renten of waarden worden uitgekeerd ingevolge het door de oorspronkelijke verzekeringnemer in het voordeel van de begunstigde gemaakte beding, vallen deze onder de toepassing van artikel 2.7.1.0.6, §1 VCF.

Een aftrekregeling is voorzien in artikel 2.7.3.2.8, §2 VCF. Bij het bepalen van de belastbare grondslag van art. 2.7.1.0.6 VCF wordt de uitkering van de verzekeringsprestatie verminderd met de aan de schenkbelasting onderworpen afkoopwaarde. Hierdoor zal de erfbelasting verschuldigd zijn op de aangroei die ontstaan is na de schenking van het levensverzekeringscontract.

(Bij decreet van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen – BS 30 december 2016 - werd art. 2.7.1.0.6 VCF gewijzigd en werd een tweede paragraaf toegevoegd aan art. 2.7.3.2.8 VCF.)

Historische versies

Hieronder vindt u een overzicht van de historische versies van dit standpunt:

Standpunt nr. 15133 dd. 09.05.2022, publicatie op 31.05.2022
Standpunt nr. 15133 dd. 20.12.2021, publicatie op 24.01.2022
Standpunt nr. 15133 dd. 14.11.2016, publicatie op 03.12.2016 en 23.02.2017 (opmerking)
Standpunt nr. 15133 dd. 13.06.2016, publicatie op 06.07.2016
Standpunt nr. 15133 dd. 09.11.2015, publicatie op 04.12.2015
Standpunt nr. 15133 dd. 12.10.2015, publicatie op 27.10.2015