Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 18013 - Kanscontract Vlaamse Belastingdienst

VB 18013 - Kanscontract

Voorafgaande beslissing
Nummer
18013
Datum beslissing
19 maart 2018
Publicatiedatum
23 maart 2018

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF
  • art. 2.9.1.0.1. VCF
  • art. 2.9.4.1.1. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat:

a) in voorliggend geval sprake is van een kanscontract onder bezwarende titel waarop de artikelen art. 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1 VCF inzake schenkbelasting niet van toepassing zijn ;

b) deze verrichting valt onder toepassing van het verkooprecht, zijnde de artikelen 2.9.1.0.1 VCF en 2.9.4.1.1. VCF.

II. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door mevrouw X, namens: De heer A, ongehuwd, en de heer B, ongehuwd.

III. Beschrijving van de voorgenomen verrichtingen

3. De heer A en de heer B zijn vrienden en zakenpartners.

4. Zij hebben samen een belangrijk roerend en onroerend vermogen opgebouwd.

5. Roerend vermogen:

Zij zijn elk eigenaar van 50% van de aandelen (ieder 370 aandelen) van de BVBA “Y”.

De vennootschap “Y” werd initieel opgericht bij akte verleden voor notaris Z in het jaar 2001 door de heer A en de Heer B samen met Mevrouw C (de moeder van de heer B). De heer A verkreeg bij de oprichting 370 aandelen voor zijn inbreng van 37.000 euro, de heer B 296 aandelen voor zijn inbreng van 29.600 euro en mevrouw C 74 aandelen voor haar inbreng van 7.400 euro. Mevrouw C schonk haar aandelen in het jaar 2017 aan haar zoon, de heer B. Bijgevolg bezitten beide heren elk de helft van de aandelen van de vennootschap (ieder 370 aandelen).

6. Onroerend vermogen:

De heer A en de heer B zijn elk in persoonlijke naam eigenaar van een gelijkaardig en gelijkwaardig appartement (met name de appartementen D (de heer B) en E (de heer A) in een handelshuis met woning.

Beide appartementen werden initieel aangekocht door voornoemde BVBA “Y”, ingevolge aankoopakte verleden voor notaris Z, met tussenkomst van notaris W in het jaar 2004. Vervolgens werden deze appartementen uit de vennootschap gehaald en toebedeeld aan de aandeelhouders A en B ingevolge verkoopakte verleden voor notaris Z in het jaar 2010. Appartement D werd verkocht aan de heer B en appartement E aan de heer A.

7. Thans wensen zij een kanscontract onder bezwarende titel af te sluiten met betrekking tot beide gelijkwaardige appartementen, ten voordele van de langstlevende onder hen, zodat bij overlijden van de eerststervende diens appartement toekomt aan de langstlevende onder hen op basis van het kanscontract, waarbij zij beiden een gelijkwaardige kans hebben om elkaars appartement volledig te verwerven. Hun wens is immers om alles wat zij samen door middel van de vennootschap, die zij destijds samen hebben opgericht, hebben verworven aan elkaar te laten toekomen bij een eventueel overlijden om op die manier de langstlevende onder hen te beschermen.

8. Wat de gelijkwaardige levensverwachting betreft, is er zoals blijkt uit de identiteiten van partijen een leeftijdsverschil van 15 jaar. Er is rechtspraak voorhanden waarbij de rechter oordeelt dat een leeftijdsverschil van respectievelijk 16 jaar en 14 jaar de gelijkheid van kansen niet ongedaan maakt (Rb. Turnhout 7 januari 2005, “Overzicht van rechtspraak tontine & aanwas”, Cahiers Antwerpen, Brussel, Gent, Larcier, 2006/6, p. 60, noot D. MICHIELS, “Over gelijkheid van kansen bij leeftijdsverschillen”; Antwerpen 4 juni 2012, rolnr. 2010/R/3289, onuitg.). Indien gewenst, kunnen medische attesten van goede gezondheid van beide heren voorgelegd worden.

9. De aanvrager is van mening dat er bij het overlijden van de eerststervende onder hen, op de verwerving door de langstlevende van het appartement van de eerststervende buiten de nalatenschap om op basis van het voorliggende kanscontract, geen erfbelasting zal dienen te worden betaald, maar wel 10% registratiebelasting op de waarde van het appartement dat overgaat naar de langstlevende op datum van het overlijden van de eerststervende gelet op de historische oorsprong van de appartementen en de wil van partijen.

IV. Motivering van de aanvraag

10. De wens van de heren A en B is immers om alles wat zij samen door middel van de vennootschap, die zij destijds samen hebben opgericht, hebben verworven aan elkaar te laten toekomen bij een eventueel overlijden om op die manier de langstlevende onder hen te beschermen.

V. Beslissing

11. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

12. In casu gaat het om onderscheiden eigen goederen in volle eigendom van de partijen en dus om een notarieel kanscontract ten bezwarende en bijzondere titel waarbij dezelfde fiscale regeling gevolgd kan worden als bij een beding van aanwas.

13. Tussen de partijen wordt overeengekomen dat de specifiek opgesomde goederen van de eerststervende in volle eigendom, onder opschortende voorwaarde van het overlijden van de eerststervende, van rechtswege zullen toekomen en dus verkregen zullen worden door de overlevende. De tegenprestatie bestaat in een evenwichtige kans voor elke partij de in het contract specifiek opgesomde goederen te verwerven, indien hij/zij de langstlevende is.

Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht mits voldaan is aan de volgende voorwaarden:

14. Het kanscontract moet :

  • beperkt zijn, via beschikking onder bijzondere titel
  • ten bezwarende titel zijn

15. Het kanscontract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst of het beding niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

16. Zaakvervanging is mogelijk binnen een beding van aanwas/kanscontract ten bezwarende titel. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.

In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden:

  • er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden
  • als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed

17. Er is sprake van een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

18. Een gelijkwaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het beding van aanwas etc...

De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het kanscontract.

Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing, kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.

Enkel indien zou blijken dat de voorstelling van de feiten onjuist of onvolledig was, zal deze kwalificatie herzien worden, rekening houdende met de werkelijke feitelijke situatie.

19. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het beding, niet bij het realiseren (een goed kan in waarde stijgen of dalen). In casu heeft, volgens de gegevens in de aanvraag, de inleg van iedere partij betrekking op:

- zijn driehonderd zeventig (370) aandelen van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “Y”, en is er sprake van gelijkwaardigheid van inleg:

- zijn appartement, zijnde respectievelijk appartement D en appartement E, in een handelshuis met woning.

20. Indien het beding van aanwas in een contract is opgenomen vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het beding van aanwas maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet-fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven

21. Uit fiscaal oogpunt aanvaardt de Vlaamse belastingdienst het principe dat bij de realisatie van een kanscontract ten bijzondere en ten bezwarende titel de betrokken roerende goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting of de erfbelasting en betrokken onroerende goederen onderworpen zijn aan het verkooprecht.