Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 23004 - Schenking aandelen van een familiale vennootschap - Holding Vlaamse Belastingdienst

VB 23004 - Schenking aandelen van een familiale vennootschap - Holding

Voorafgaande beslissing
Nummer
23004
Datum beslissing
17 april 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023

Heffing

  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.8.6.0.3. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat:

1.1. de bv B kwalificeert als een dochtervennootschap van de bv A met een reële economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 2°, tweede lid VCF;

1.2. de schenking van de aandelen van de bv A bijgevolg kan plaatsvinden onder de vrijstelling van schenkbelasting van artikel 2.8.6.0.3 VCF, op basis van haar belang in de actieve dochtervennootschap bv B.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door […], namens:

2.1. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1948, gehuwd met mevrouw Y onder het stelsel van scheiding van goederen met huwelijkscontract van xx.xx.1995, verleden voor notaris […], wonende te […];

2.2. Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1951, gehuwd met de heer X onder het stelsel van scheiding van goederen met huwelijkscontract van xx.xx.1995, verleden voor notaris […], wonende te […];

2.3. De besloten vennootschap A, een vennootschap naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer […], opgericht op xx.xx.2008;

2.4. De besloten vennootschap B, een vennootschap naar Nederlands recht, met maatschappelijke zetel te […] ingeschreven in de Kamer van Koophandel onder het nummer […], opgericht op xx.xx.1997.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

3. Beschrijving van de huidige situatie

3.1. Bv B is een Nederlandse vennootschap gespecialiseerd in […] en […]. […]

3.2. Alle 18.152 aandelen van bv B zijn in het bezit van bv A en staan aldaar geboekt als financieel vast actief (STUK 1 bij de aanvraag).

Alle 12.276 aandelen van bv A zijn in het bezit van de heer X en mevrouw Y als volgt (STUK 2 bij de aanvraag):

- 12.096 aandelen van bv A behoren tot het eigen vermogen van de heer X;

- 180 aandelen van bv A behoren tot het eigen vermogen van mevrouw Y.

4. Beschrijving van de voorgenomen verrichtingen

De heer X en zijn echtgenote mevrouw Y wensen hun aandelen in de bv A te schenken aan hun kinderen, C, D en E onder de vrijstelling van schenkbelasting voor familiale vennootschappen, conform artikel 2.8.6.0.3 VCF. De schenkers wensen hiermee tijdens hun leven hun kinderen voor te bereiden op de voortzetting van het familiebedrijf, zodat hierover bij hun overlijden geen discussie kan ontstaan.

III. Motivering van de aanvraag

5. Voorwaarden voor toepassing artikel 2.8.6.0.3 VCF

5.1 Om een beroep te kunnen doen op het gunstregime voor familiale vennootschappen, bestaan er twee voorwaarden waaraan de vennootschap op het moment van de schenking moet voldoen, met name de participatievoorwaarde en de voorwaarde van een reële economische activiteit.

5.1.1. Participatievoorwaarde

De participatievoorwaarde dient beoordeeld te worden in hoofde van de vennootschap die geschonken zal worden, met name de bv A (de familiale vennootschap).

In artikel 2.8.6.0.3 § 1, 2°, VCF wordt bepaald dat wordt vrijgesteld van schenkbelasting:

"de schenking van de volle eigendom, de blote eigendom of het vruchtgebruik van aandelen van een familiale vennootschap met zetel van werkelijke leiding in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, op voorwaarde dat de aandelen van de vennootschap die op het ogenblik van de schenking onder de levenden in volle eigendom toebehoren aan de schenker en zijn familie, ten minste 50% van de stemrechten in die vennootschap vertegenwoordigen".

De heer X en zijn echtgenote mevrouw Y bezitten 100% van de aandelen van de bv A, waardoor 100% van de stemrechten van de bv A aan hen toebehoren.

5.1.2. De voorwaarde van een reële economische activiteit

De tweede voorwaarde waaraan voldaan moet zijn op het moment van de schenking is de economische activiteitvoorwaarde.

In artikel 2.8.6.0.3 § 2, 2° VCF wordt bepaald dat onder "familiale vennootschap" moet worden verstaan:

"een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot voorwerp heeft en uitoefent.

Als de vennootschap aan het voorgaande niet beantwoordt, maar aandelen houdt die minstens 30% van de stemrechten van één directe dochtervennootschap vertegenwoordigen die aan die voorwaarde beantwoordt en die haar zetel van werkelijke leiding heeft in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, wordt ze ook beschouwd als een familiale vennootschap".

Aangezien de bv A zelf geen handelsactiviteit tot voorwerp heeft noch uitoefent, zal zij niet rechtstreeks kwalificeren als familiale vennootschap. De bv A kan evenwel in aanmerking komen als familiale vennootschap via haar participatie in de bv B. De bv A bezit 100% van de aandelen en dus 100% van de stemrechten van de bv B. Wanneer de bv B dus een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot voorwerp heeft en uitoefent, kan de bv A kwalificeren als een familiale vennootschap.

De economische activiteitvoorwaarde dient concreet dan ook beoordeeld te worden in hoofde van de bv B.

5.1.3. Begrip economische activiteit

Volgens een arrest van 15 oktober 1998 van het Hof van Cassatie (Cass. 15 oktober 1998, Arr.Cass., 1998/6, nr. 445, 969-972) worden met nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwbedrijven bedoeld, ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen, zonder uitsluiting van de ondernemingen die andere ondernemingen controleren, behalve wanneer zij enkel tot doel hebben, de eenvoudige verkrijging en het in bezit houden van deelbewijzen.

In de memorie van toelichting bij het ontwerpdecreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 werd over het begrip handelsactiviteit het volgende gesteld:

"Er wordt uitdrukkelijk voor geopteerd om enkel die familiale vennootschappen in aanmerking te nemen die een maatschappelijke meerwaarde genereren. Het is derhalve niet de bedoeling om private personen die hun privaat patrimonium in vennootschappen onderbrengen (de zogenaamde 'patrimoniumvennootschappen’ en derhalve niet de bedoeling hebben een economische (maatschappelijke) ondernemingswaarde te creëren van de gunstmaatregelen te laten meegenieten."

Ten slotte heeft ook de Vlaamse belastingdienst in omzendbrief nr. 2015/2(PDF bestand opent in nieuw venster) haar visie gegeven over wat voor haar een handelsactiviteit inhoudt. Hij stelt:

"Uit het voorgaande mag blijken dat het begrip 'nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit ', en een 'vrij beroep' enerzijds de uitoefening van een economische activiteit vertolkt, maar anderzijds zich niet uitstrekt tot een louter passief optreden. Zo zal het louter beheer van roerende of onroerende goederen of het verkrijgen en aanhouden van aandelen of deelbewijzen niet aanvaard worden als een voormelde activiteit.".

Met betrekking tot vennootschappen die een vastgoedactiviteit uitoefenen werd dit begrip nog verder verduidelijkt in Voorafgaande Beslissing nr. 19008 van 29 april 2019. Hier werd beslist dat vastgoedactiviteiten wel degelijk beschouwd kunnen worden als een handelsactiviteit, wanneer het gaat om een professionele exploitatie van vastgoed, niet bestemd tot bewoning, via bedrijfseconomische methodes. Concreet betrof het een vennootschap die als activiteit zowel de verhuur als de aan- en verkoop van vastgoed had. Hieruit haalde de vennootschap dan ook aanzienlijke opbrengsten. Andere belangrijke factoren waren dat de vennootschap beroep deed op externe professionals, een hoge hoeveelheid externe financiering gebruikte voor haar projecten en handelde met bedrijfseconomische methodes zoals projectwebsites, publiciteitscampagnes en sponsoring.

De Vlaamse belastingdienst oordeelt:

"In casu bestaat de economische activiteit van 'NV A' in de exploitatie en ontwikkeling van professioneel/commercieel vastgoed, waarbij de verbetering van de rendabiliteit van vastgoed wordt bewerkstelligd en de marktwaarde actief wordt aangepakt. Er wordt door 'NV A' hiervoor een beroep gedaan op externe aannemers of verbonden ondernemingen. Ook de verhuur (eventueel tijdelijk met oog op de verkoop) van het aanwezige vastgoed behoort tot haar activiteit."

De Vlaamse belastingdienst beslist dan ook:

"In het licht van het nieuw ondernemingsrecht en het Wetboek van economisch recht kan niet worden ontkend dat vastgoedactiviteiten (inclusief verhuur) in bepaalde gevallen als economische activiteit kunnen worden beschouwd (functioneel ondernemingsbegrip)."

Deze activiteit is zeer gelijkaardig aan de activiteit die de bv B tot voorwerp heeft en uitoefent.

Ook recente rechtspraak bevestigt dat vastgoedactiviteiten een economische activiteit kunnen uitmaken, voor de toepassing van het gunstregime. Zo boog het hof van beroep te Gent zich in haar arrest van 21 juni 2022 (2021/AR/496) over de toepassing van het gunstregime op een passieve holding die 3.599 van de 3.600 aandelen aanhoudt in een dochtervennootschap die projectontwikkeling en het professioneel beheer van vastgoed als activiteit heeft. Het hof oordeelde:

"Aldus, indien de vastgoedactiviteiten voor de vennootschap een reële economische activiteit uitmaken, in de zin dat ze op duurzame wijze een maatschappelijke meerwaarde genereren en het louter passief beheer van onroerend goed overstijgen, maken deze vastgoedactiviteiten een reële economische activiteit uit, zoals vereist door de decreetgever."

5.1.4. Vermoeden van gebrek aan reële economische activiteit

De handelsactiviteit van een familiale vennootschap moet daarnaast ook een reële economische activiteit vormen, wat betekent dat men een daadwerkelijke economische exploitatie moet bewijzen. Vennootschappen die geen reële economische activiteit hebben, worden immers uitgesloten van het gunstregime. De decreetgever heeft een weerlegbaar vermoeden ingevoerd om te beoordelen of de activiteit van een vennootschap een reële economische activiteit is.

In artikel 2.8.6 .0.3 § 2, 2° lid, 3 VCF wordt bepaald:

"Vennootschappen die geen reële economische activiteit hebben, worden uitgesloten van de vrijstelling, vermeld in paragraaf 1. Een vennootschap wordt geacht geen reële economische activiteit te hebben als uit de balansposten van ofwel de goedgekeurde jaarrekening in geval van een vennootschap als vermeld in paragraaf 2, punt 2°, eerste lid, ofwel de goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening in geval van een vennootschap als vermeld in paragraaf 2, punt 2°, tweede lid, van minstens een van de drie boekjaren die voorafgaan aan de datum van de authentieke akte van schenking, cumulatief blijkt dat:

a) de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen een percentage uitmaken dat gelijk is aan of lager is dan 1,50 % van de totale activa;

b) de terreinen en gebouwen meer dan 50 % uitmaken van het totale actief. De begiftigde kan het tegenbewijs daarvan leveren."

Aangezien het gaat om een weerlegbaar vermoeden kan de belastingplichtige, wanneer beide parameters cumulatief voldaan zijn, het tegenbewijs leveren dat de vennootschap toch een reële economische activiteit heeft. De rechtbank van eerste aanleg te […] heeft zich op xx.xx.2020 uitgesproken over hoe de belastingplichtige dit kan doen:

"Dit kan onder meer, zoals verweerder aanvoert door te bewijzen dat het onroerend patrimonium van de vennootschap dermate geëxploiteerd wordt dat dit beschouwd moet worden als een daadwerkelijke economische activiteit; maar dit kan ook op andere manieren, door bijvoorbeeld te bewijzen dat de vennootschap, ondanks de aanwezige indicatoren, daadwerkelijk een economische exploitatie heeft."

Uit Voorafgaande Beslissing nr. 19008 van 29 april 2019 en het arrest van het hof van beroep te Gent van 21 juni 2022 blijkt dat de exploitatie van professioneel/commercieel vastgoed en projectontwikkeling wel degelijk een reële economische activiteit kan uitmaken, waardoor het vermoeden kan worden weerlegd. Het hof oordeelt:

"Waar de decreetgever geen enkele nadere bepaling voorziet voor het begrip 'een reële economische activiteit ' moet dat begrip in zijn gewone betekenis worden opgevat en uitgelegd. Het hof wijst er nu reeds op dat er geen enkele reden is om vastgoedactiviteiten in principe uit te sluiten van het begrip 'reële economische activiteit'.".

"Met 'nijverheids-, handels-, ambachts-, of landbouwbedrijven' worden bedoeld, ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen, zonder uitsluiting van de ondernemingen die vastgoedactiviteiten ontwikkelen, behalve wanneer zij enkel tot doel hebben de eenvoudige verkrijging en het in bezit houden van vastgoed.".

"Aldus, indien de vastgoedactiviteiten een reële economische activiteit uitmaken, in de zin dat ze op duurzame wijze een maatschappelijke meerwaarde genereren en het louter passief beheer van onroerend goed overstijgen, maken deze vastgoedactiviteiten een reële economische activiteit uit, zoals vereist door de decreetgever.".

5.1.6. Toepassing economische activiteitvoorwaarde bv B

De heer X en zijn echtgenote mevrouw Y zijn van mening dat bv B bij toepassing van hogervermelde principes en regels wel degelijk beschouwd moet worden als een actieve dochtervennootschap met een reële economische activiteit, waardoor de bv A via deze actieve dochtervennootschap kwalificeert als een familiale vennootschap.

Ten eerste blijkt uit de statuten dat bv B volgend maatschappelijk doel heeft (STUK 3 bij de aanvraag):

“Doel

Artikel 2.

De vennootschap heeft ten doel:

a. de planning en ontwikkeling van onroerende zaken, het voor eigen rekening of in opdracht van derden uitvoeren van projecten met betrekking tot onroerende zaken, alsmede de handel in en de huur en verhuur van onroerende zaken;

b. het beleggen in, het verwerven van, het administreren van en het beheren en exploiteren van effecten, (hypothecaire) vorderingen, registergoederen en andere vermogensbestanddelen, voorts het deelnemen in, het voeren van de directie over, het financieren en mede-financieren van andere ondernemingen en vennootschappen, van welke aard ook;

c. het aangaan en uitvoeren van lijfrenteovereenkomsten, alsmede het uitvoeren van pensioenregelingen in de zin van de Wet op de Loonbelasting 1964, zulks buiten de werkingssfeer van de Wet op het financieel toezicht;

d. het verstrekken van geldleningen, het zich als hoofdelijk medeschuldenares verbinden voor de schulden van derden, het verbinden van de vennootschap als borg en/of haar op enige wijze doen garant staan voor schulden of persoonlijke verplichtingen van derden, alsmede het vestigen van zekerheidsrechten op goederen van de vennootschap voor gelijke schulden of verplichtingen van derden;

e. het verrichten van al datgene wat met het voorgaande verband houdt of daaruit zou kunnen voortvloeien.

Alle termen van dit artikel dienen te worden begrepen in hun ruimste betekenis.”.

Ten tweede moet worden nagegaan of het vermoeden van gebrek aan reële economische activiteit van toepassing is. Aangezien het hier gaat om een holding die kwalificeert via een actieve dochtervennootschap moet gekeken worden naar de geconsolideerde jaarrekening (STUK 4 bij de aanvraag): zie ook p. 9 van de aanvraag.

5.1.7. Aangezien de bv B aan projectontwikkeling doet zijn beide parameters cumulatief voldaan, waardoor het vermoeden van gebrek aan reële economische activiteit van toepassing is. De bv B zal daarom hierna het tegenbewijs leveren dat zij wel degelijk een daadwerkelijke economische exploitatie heeft. Hierbij moet worden benadrukt dat de bv B geen residentieel vastgoed aanhoudt, maar enkel zuiver professioneel vastgoed.

Concreet heeft de bv B een dubbele activiteit, met name projectontwikkeling en verhuur, beheer en onderhoud van commercieel onroerend goed.

5.1.7.1. Projectontwikkeling

De eerste activiteit van de bv B bestaat uit projectontwikkeling en dan meer bepaald de ontwikkeling van bedrijfspanden. Deze activiteit behelst de aankoop, renovatie en verkoop van commerciële panden (kantoren, showrooms en bedrijfshallen). Zij zoekt hiervoor actief naar opportuniteiten binnen de regio Midden­ Nederland tot Zuid-Nederland.

Op p. 9-10 van de aanvraag is er een lijst te vinden met de aan- en verkoopprojecten, waarbij bv B grote uitbreidingen en grote verbouwingswerken verrichtte:

De omvang van de ontwikkelings- en renovatieactiviteiten wijzen duidelijk op een reële economische activiteit. Twee recente projecten kunnen dit illustreren.

1) […]

Een eerste project is de verkoop in 2018 van het gebouw gelegen te […] waarbij een meerwaarde werd gerealiseerd van € [...] Het gebouw werd in 2014 voor ca. € [...] aangekocht. Deze transactie ging gepaard met een aanzienlijk risico voor bv B. Het betrof immers. 7000 m2 nagenoeg leegstaande kantoorruimte op een bedrijventerrein met de hoogste leegstand van Nederland. In 2018 werd het gebouw verkocht voor € [...].

Ter verwezenlijking van dit project heeft bv B ten eerste grondige renovatiewerken uitgevoerd, zoals de projectwebsite van de huidige eigenaar […]) ook aangeeft.

Zo heeft de centrale entree en hal een volledige transformatie gekregen:

Het brandwerende draadglas van de kolom met interne trappen in de entree is vervangen door transparant brandwerend glas met ledverlichting.

De receptiebalie is vervangen door een modern exemplaar met ledverlichting in diverse kleuren.

Er zijn gezellige zitjes voorzien op diverse plaatsen evenals een koffiecorner. De oude vloer is vervangen door een witte gietvloer wat een meer moderne uitstraling geeft.

De liften zijn voorzien van folie voor een professionele uitstraling, en ook de binnenkant van de liften hebben een nieuwe uitstraling gekregen.

Er is nieuwe verlichting opgehangen.

Alle muren zijn opnieuw wit geschilderd om zo veel mogelijk licht naar binnen te krijgen.

De installaties zijn aangepakt.

Bij aankoop had het pand energielabel D, door diverse investeringen heeft het pand energielabel A gekregen.

Ten slotte zijn er visualisaties gemaakt van hoe het nieuwe werken toegepast kan worden op de verdiepingen.

Buiten deze renovatiewerken was de grootste factor in de aanzienlijke meerwaarde die werd gerealiseerd het actief parkmanagement door bv B. De heer X en D zijn daartoe toegetreden tot het bestuur van het parkmanagement (een vorm van overkoepelend beheer en dienstverlening van de eigenaren in het kantorengebied […] die vaak wordt toegepast bij bedrijfsverzamelgebouwen of sites waarop verschillende gebruikers aanwezig zijn).

Ten slotte heeft bv B, via haar participatie in het bestuur van het parkmanagement, ook de gemeente, welke ook zitting heeft in het parkmanagement, en provincie meer betrokken in de problematiek van het terrein en de oplossingen daarvoor. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het maken van een 'gebiedspaspoort' door de gemeente, waarbij een deel van de kantoren op het terrein getransformeerd konden worden naar woningen. Het resultaat was een afname in de kantoorleegstand in de buurt.

Het mag dus duidelijk zijn dat bv B haar aangekochte gebouwen actief renoveert en beheert teneinde een grote meerwaarde te boeken realiseren.

[…] vóór renovatie: zie p. 11 van de aanvraag.

[…] na renovatie: zie p. 12 van de aanvraag

2) […]

Een tweede spraakmakende renovatie betreft het kantorencomplex […]. Dit gebouw werd aangekocht in 2019 door bv B met de meerwaarden die werden geboekt op het project […].

De driedelige kantoorlocatie is door bv B aangeschaft met een aflopende huurovereenkomst van de grootste gebruiker. In het eerste jaar heeft bv B renovaties aan de buitenkant voltooid (reinigen gevels, vernieuwen vijverpartij met waterval, fonteinen ed., renovatiewerkzaamheden aan dak en coaten raamkozijnen, aanbrengen nieuwe beplanting tegen het gebouw aan voor een groenere uitstraling). De volgende video laat de renovatie van de buitenkant zien […]

De binnenkant van het middelste gebouw werd in 2021 en 2022 volledig getransformeerd:

Alle vloeren werden gemoderniseerd en instap klaar gemaakt.

Het oude inbouwpakket is verwijderd en de vloeren werden klaargemaakt voor nieuwe vloerbedekking.

De plafonds werden vernieuwd en voorzien van een ledverlichting en afzuiging. De toiletten en voormalige pantry ruimte werden voorzien van nieuwe frisse vloerbedekking.

De deuren werden geschilderd en de wasbakken hebben een nieuwe uitstraling gekregen.

De trappenhal heeft nieuwe vloerbedekking gekregen en de gehele verdieping is opnieuw geschilderd inclusief de radiatoren en inblaasunits in het plafond.

De entree van het gebouw werd ook geheel getransformeerd naar een moderne entree geschikt voor meerdere gebruikers. Daarbij is een architect ingehuurd die een ontwerp heeft gemaakt op basis waarvan de transformatie heeft plaatsgevonden.

De toegangspoorten zijn verwijderd, de deur naar de trappenhallen is verbreed en er is meer glas gebruikt om de zichtlijnen te verlengen.

Er werd nieuwe vloerbedekking, spiegels, een zitje en een mooie afscheiding gemaakt om de brandcentrale weg te werken.

De muren en deuren weren geschilderd en er werd een nieuw plafond geplaatst met automatische ledverlichting.

Tevens werd het mindervalidentoilet volledig vernieuwd met nieuwe tegels en frisse wanden waardoor deze een compleet nieuwe uitstraling heeft gekregen.

Bij deze modernisering is een nieuwe merknaam ontwikkeld: […] wat verwijst naar zowel de vijverpartij aan de voorkant als de goede ligging aan de snelweg. Er is een trend in de markt om gebouwen een eigen branding te geven. Het logo is ook aangebracht op de gevels en de signing. Hiermee is de herkenbaarheid en zichtbaarheid van het pand vergroot. Deze transformatie heeft ertoe geleid dat de begane grond verhuurd is en er een aanzienlijke stijging is in het aantal bezichtigingen. Ook het rechter gebouw staat op de planning om getransformeerd te worden.

[…] vóór renovatie binnenkant entree en verdiepingen: zie p. 13 van de aanvraag.

[…] na renovatie: zie p. 14 van de aanvraag

Signing: zie p.15 van de aanvraag

5.1.7.2. Verhuur commercieel vastgoed

De tweede activiteit van de bv B bestaat uit verhuur van commercieel vastgoed. Een deel van de aangekochte en gerenoveerde panden wordt dus verhuurd aan grote professionele huurders. Dit is geen louter passieve verhuur, maar de bv B levert bijkomende diensten aan de huurders en is bij iedere bezichtiging van mogelijke huurders aanwezig. Ook worden de panden ingericht naar wens van de toekomstige huurder. Volgende vijf verhuurprojecten werden in de laatste twee jaar verwezenlijkt:

- […] (zie hierboven)

- […]: Link naar video: […]

- […]

- […]

Voor foto’s: zie p.16 t.e.m. 20 van de aanvraag.

Zoals gezegd, levert de bv B ook bijkomende diensten aan haar huurders.

Zo worden onder meer volgende diensten geleverd:

- onderhoud en periodieke controle van gebouwgebonden werktuigbouwkundige installaties zoals verwarmings-, luchtbehandelingsinstallatie, liftinstallatie(s), drukverhogingsinstallatie (hydrofoor) en vuilwaterpomp( en);

- onderhoud en periodieke controle van gebouwgebonden elektrotechnische installaties zoals de noodverlichting, terreinverlichting en algemene ruimten, brandmeldinstallatie, ontruimingsinstallatie, toegangscontrole systeem en inbraakdetectie/beveiliging;

- onderhoud van gebouwgebonden blusmiddelen (en C02-/poederblussers in algemene ruimten);

- Schoonmaak van algemene ruimten, groenonderhoud, glasbewassing, gevelreiniging en reiniging van daken en goten;

- Onderhoud en schoonmaak van de fietsenstalling, buitenverlichting en meubilair;

-Onderhoud en periodieke controle van de automatische slagboominstallatie.

Dat het hier gaat om een substantiële economische activiteit blijkt uit de zeer hoge jaarlijkse netto-omzet die de bv B haalt uit deze activiteit. Zie p. 21 van de aanvraag.

Gebruik van bedrijfseconomische methodes

Zowel de projectontwikkeling als de verhuur van het commerciële vastgoed met bijkomende diensten gebeurt op een uiterst professionele manier via bedrijfseconomische methodes en overstijgt daardoor het louter passieve beheer. Dit blijkt uit de volgende elementen.

Gebruik personeel en beroep op externe partijen

Bij bv B zijn op vaste basis twee personeelsleden in dienst waarvoor personeelskosten van € 150.569 werden geboekt. Dit blijkt uit het financieel verslag van bv B (STUK 5, pagina 20 bij de aanvraag).

Deze personeelsleden voeren volgende taken uit:

- Het afstemmen met makelaars zowel over uitbreidingsmogelijkheden van commercieel vastgoed als over het aantrekken van nieuwe kopers en huurders voor (potentieel) leegstaande gebouwen;

- Het afstemmen met kopers tot ondertekening van koopovereenkomsten, nakomen van verplichtingen uit de koopovereenkomst (vb. betaling van voorschot), e.d.;

- Het afstemmen met huurders voor onderhouden van de relatie, afstemmen over wensen ten aanzien van het gehuurde goed, oplossen van problemen (vb. lekkage), verlenging van huurovereenkomsten, nakomen van verplichtingen uit de huurovereenkomst (vb. laten uitvoeren van onderhoud), e.d.;

- Het afstemmen met gemeenten, parkmanagement van bedrijfsparken waar de gebouwen gelegen zijn, afstemmen met onderhoudspartijen en toezien op de werkzaamheden, zorgen dat de gebouwen voldoen aan wettelijke normen/onderhoud en attesten aanwezig en actueel zijn;

- Nalopen van onderhoudswerkzaamheden die de huurders hebben gedaan of die zij zelf laten uitvoeren;

- Bezoeken van de gebouwen voor het beoordelen van de staat van onderhoud; Bezoeken van de gebouwen voor bezichtigingen met potentiële kopers en huurders;

- Bezoeken van de gebouwen voor het oplossen van calamiteiten, bijvoorbeeld ook in de leegstaande gebouwen bij alarm, lekkage, uitvallen van installaties, etc.;

- Verzorgen van de gebouwen zowel ten aanzien van de installaties, daken, gevels, tuin etc.;

- Het verbeteren van de gebouwen ten aanzien van de verkoop- dan wel verhuurbaarheid (inrichting, zorgen voor een representatieve uitstraling, marketing opzetten en afstemmen met makelaars".);

- Onderzoek doen bij aankoop van panden naar de staat van onderhoud, verkoopbaarheid, verhuurbaarheid, risicoanalyse, potentiële kosten en opbrengsten, technische, juridische en planologische due diligence, etc.;

- Administratieve werkzaamheden, betalingen, boekhouding, belastingaangiften, correspondentie, financiering e.d. en juridische werkzaamheden, opstellen en aanpassen van contracten (koop en verhuur), correspondentie met wederpartijen, opmaken en opvolgen van juridische dossiers in samenwerking met externe advocaten;

- Klein technisch onderhoud in eigen beheer, beheer en maandelijkse controles van brandmeldinstallaties, kleine reparaties;

- Herontwerpen van (delen van) gebouwen en managen van renovatieprojecten;

- Ontwikkeling en beheer van website t.b. v. verkoops- en verhuuractiviteiten;

- Onderhandelingen over prijs en voorwaarden bij verkoop van gebouwen, alsook het opstellen van de verkoopovereenkomsten, doen van bezichtigingen, opmaken dataroom van verkoopinformatie, representatief maken voor verkoop e.d.;

- Zoeken naar uitbreidingsmogelijkheden om nieuwe kopers of huurders aan te trekken (bezoeken van potentieel aan te kopen gebouwen, e.d.);

Daarnaast doet de bv B ook zeer regelmatig beroep op externe professionals om bepaalde taken uit te voeren, waaronder:

- Afvalverwerking en recyclage (STUK 6 bij de aanvraag)

- aanleg en aansluiting nutsvoorzieningen en levering energie (STUK 7 bij de aanvraag)

- aannemers en vaklui (STUK 8 bij de aanvraag)

- groenonderhoud (STUK 9 bij de aanvraag)

- beveiliging (STUK 10 bij de aanvraag)

- schoonmaak (STUK 11 bij de aanvraag)

- bouwadvies en ontwerp (STUK 12 bij de aanvraag)

- brandveiligheid (STUK 13 bij de aanvraag)

- onderhoud (STUK 14 bij de aanvraag)

Deze externe professionals leveren ook de bijkomende diensten aan de huurders van het professionele vastgoed.

Gebruik externe financiering

Voor de aankoop van haar projecten en de renovatie maakt de bv B veelvuldig gebruik van externe financiering.

Bv B gebruikt meer externe financiering dan een vennootschap die een louter passief beheer voor ogen heeft. De vennootschap kent een hoge debt to equity ratio (zie p. 23 van de aanvraag).

In het verleden (vanaf 1997) had bv B o.a. een financieringsfaciliteit bij de toenmalige […] tot € 2.000.000. Op dat moment had B, naast deze financieringsfaciliteit, alleen het voor de oprichting benodigde minimumkapitaal van [...] gulden (€ [...]). Deze financieringsfaciliteit werd gebruikt voor de aanschaf van nieuwe gebouwen en werd met de lopende inkomsten uit verhuur dan weer afgelost.

Meteen daaropvolgend heeft bv B meerdere leningen voor financieringen gehad bij […] van meerdere miljoenen euro. Deze financiering is uiteindelijk enkele jaren geleden afgelost.

Op heden beschikt bv B over een kredietfaciliteit ter grootte van € [...]. Ter zekerheidsstelling ten behoeve van deze faciliteit is een hypotheek verstrekt (STUK 15 bij de aanvraag).

Aldus kan gesteld worden dat de ondernemingsfinanciering van bv B altijd gericht was en blijft op hoge rendementen (en dit in tegenstelling tot passief patrimoniumbeheer). Het inherent risico gekoppeld aan een dermate grote financiering houdt wederom een indicatie in van een reële economische activiteit.

5.1.7.3. Marketing en projectwebsite

Ten slotte promoot bv B ook op een professionele manier haar commerciële panden. Voor de marketing van de gebouwen gebruikt bv B voornamelijk zoekmachines voor vastgoed die toegespitst zijn op de huurders in het marktsegment van het betrokken pand. Hierbij zorgt bv B zelf voor foto's van de gebouwen, 360-graden foto's en rondleidingen, alsook voor de drone-video's om de buitenzijde van de gebouwen en de omgeving te laten zien.

Een voorbeeld hiervan is het kantoorgebouw op de […] waarvan 2 video's (binnenzijde en buitenzijde) via Youtube werden gedeeld om een Chinese huurder te overtuigen in coronatijd.

- […]

- […]

Deze video's worden verder gebruikt op vastgoedsites en de eigen projectwebsite van de bv B […].

De communicatie, brochures, omschrijving van de gebouwen, foto's en opmaak worden door bv B zelf opgesteld. Dit mede om de informatie uniform te houden op verschillende platformen en de controle te houden op de marketing.

De eigen website is door bv B zelf ontworpen en gebouwd en wordt ook verder uitgebreid. Op de website worden foto's en filmpjes van de projecten getoond, evenals een omschrijving van de panden met opleveringsniveau, inclusief kostprijs voor de huurders.

Zie p 25 t.e.m. 27 van de aanvraag.

Op basis van al de bovenstaande elementen kan er geen twijfel bestaan over het feit dat bv B haar activiteit als projectontwikkelaar en de exploitatie van het commerciële vastgoed uitoefent via bedrijfseconomische methodes. Deze projecten zorgen duidelijk voor een grote maatschappelijke meerwaarde en gaan veel verder dan louter passief beheer van onroerend goed. De exploitatie is erop gericht een rendement te behalen dat het bij passief vermogensbeheer genoten rendement te boven gaat. De economische activiteit van bv B bestaat in de uitbating en ontwikkeling van commercieel vastgoed, waarbij de verbetering van de rendabiliteit en de marktwaarde van dit vastgoed professioneel wordt bewerkstelligd. De bv B exploiteert geenszins ‘zogenaamd’ privaat vastgoed of vastgoed bestemd tot bewoning en heeft geen vastgoed bestemd tot bewoning in eigendom. De heer X en zijn echtgenote mevrouw Y zijn dan ook van mening dat de bv B een reële economische activiteit heeft zodat de bv A via deze actieve dochtervennootschap kwalificeert als familiale vennootschap onder artikel 2.8.6.0.3 VCF.

Op basis van alle bovenstaande gegevens en de bijgevoegde stukken wensen de heer X en zijn echtgenote mevrouw Y bevestiging te krijgen over de vraag of:

- de bv B kwalificeert als een dochtervennootschap van de bv A die een reële economische activiteit uitoefent, zoals bedoeld in artikel 2.8.6.0.3, § 2, 2°, tweede lid VCF;

- de schenking van de aandelen van de bv A bijgevolg kan plaatsvinden onder de vrijstelling van schenkbelasting van artikel 2.8.6.0 .3 VCF, via haar belang in de actieve dochtervennootschap bv B.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

6. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

7. Volgend artikel uit de VCF wordt onderzocht:

- Art. 2.8.6.0.3, §2, 2°, VCF, dat luidt:

Ҥ 2. Voor de toepassing van dit artikel en artikel 2.8.6.0.4 tot en met artikel 2.8.6.0.7 wordt verstaan onder:

2° familiale vennootschap: een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot voorwerp heeft en uitoefent.

Als de vennootschap aan het voorgaande niet beantwoordt, maar aandelen houdt die minstens 30 % van de stemrechten van één directe dochtervennootschap vertegenwoordigen die aan die voorwaarde beantwoordt en die haar zetel van werkelijke leiding heeft in een van de staten van de Europese Economische Ruimte, wordt ze ook beschouwd als een familiale vennootschap.

Vennootschappen die geen reële economische activiteit hebben, worden uitgesloten van de vrijstelling, vermeld in paragraaf 1. Een vennootschap wordt geacht geen reële economische activiteit te hebben als uit de balansposten van ofwel de goedgekeurde jaarrekening in geval van een vennootschap als vermeld in paragraaf 2, punt 2°, eerste lid, ofwel de goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening in geval van een vennootschap als vermeld in paragraaf 2, punt 2°, tweede lid, van minstens een van de drie boekjaren die voorafgaan aan de datum van de authentieke akte van schenking, cumulatief blijkt dat:

a) de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen een percentage uitmaken dat gelijk is aan of lager is dan 1,50 % van de totale activa;

b) de terreinen en gebouwen meer dan 50 % uitmaken van het totale actief. De begiftigde kan het tegenbewijs daarvan leveren.

Voor de toepassing van de hiervoor vermelde omschrijving moet worden begrepen onder:

a) bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen: de waarde, opgenomen onder de gelijknamige post van de resultatenrekening van de jaarrekening of onder een soortgelijke post van de geconsolideerde jaarrekening. Als een vennootschap geen jaarrekening volgens het standaardmodel naar Belgisch recht hoeft neer te leggen, is het de waarde die opgenomen is onder de post waaruit alle kosten blijken die naar hun aard als kosten kunnen worden beschouwd voor de tewerkstelling van personeel in dienstverband;

b) terreinen en gebouwen: de waarde, opgenomen onder de gelijknamige balanspost van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening of onder een soortgelijke post van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening. Als een vennootschap geen jaarrekening volgens het standaardmodel naar Belgisch recht hoeft neer te leggen, wordt een soortgelijke post bedoeld die opgenomen is onder de post materiële vaste activa;

c) totaal actief: de waarde, opgenomen onder de balanspost totaal van de activa van de jaarrekening of onder een soortgelijke post van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening;”.

8. Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de schenkbelasting voor de schenking van de aandelen van een familiale vennootschap moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

  • er moet voldaan zijn aan de participatievoorwaarde zoals bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §1, 2,° VCF;
  • de vennootschap moet de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel hebben en uitoefenen, dan wel aandelen aanhouden die minstens 30% van de stemrechten vertegenwoordigen van minstens één directe dochtervennootschap die aan deze voorwaarde beantwoordt en die haar zetel van werkelijke leiding heeft in een van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte zoals bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §2, 1°, eerste en tweede lid, VCF;
  • de vennootschap moet een reële economische activiteit hebben als bepaald in artikel 2.8.6.0.3, §2, 1°, derde lid, VCF.

Deze voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de schenkbelasting.

9. Participatievoorwaarde:

Opdat de aandelen van een vennootschap onder de gunstmaatregel kunnen worden overgedragen, is het essentieel dat de vennootschap een familiaal karakter heeft. Een vennootschap heeft een dergelijk familiaal karakter, wanneer de schenker aandelen in volle eigendom bezit die ten minste 50 % van de stemrechten in die vennootschap vertegenwoordigen.

10. Activiteitvoorwaarde en reële economische activiteit.

10.1 Een familiale vennootschap is een vennootschap die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of van een vrij beroep tot doel heeft en deze ook effectief uitoefent.

Een vennootschap heeft een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of oefent een vrij beroep uit, wanneer in eerste instantie uit de statuten van de vennootschap een dergelijk doel blijkt. Bovendien moet de economische activiteit ook effectief worden uitgeoefend zodat een louter passief optreden niet volstaat. Zo zal het louter beheer van roerende of onroerende goederen of het verkrijgen en aanhouden van aandelen of deelbewijzen niet aanvaard worden als een voormelde activiteit.

Het is niet voldoende dat enkel het maatschappelijk doel in de statuten een dergelijke activiteit bevat. De vennootschap moet de activiteit ook werkelijk uitoefenen, hetgeen zal dienen aangetoond te worden. Dit kan met alle middelen van recht, met uitzondering van de eed. Veelal zal uit de jaarrekening kunnen afgeleid worden of de vennootschap een dergelijke activiteit uitoefent (o.a. uit de posten 34, 40, 44, 60, 62 en 70 van de jaarrekening). Indien dit niet zo is, zullen bijkomende stukken dienen bijgebracht te worden (vb. facturen, cliëntenlisting, gegevens in de KBO...).

10.2. Wanneer een holding zelf een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent, wordt zij zelf beschouwd als een familiale vennootschap. Holdings die zelf geen nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit hebben of een vrij beroep uitoefenen, kunnen onder bepaalde voorwaarden beschouwd worden als een familiale vennootschap, zodat zij, wanneer de participatievoorwaarde is vervuld en wanneer de groep een reële economische activiteit heeft, tevens in aanmerking komen voor de vrijstelling. Hiertoe dient de holdingvennootschap aandelen aan te houden in minstens 1 directe dochtervennootschap die wel een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent en die haar zetel van werkelijke leiding binnen de EER heeft en de aandelen minstens 30 % van de stemrechten in de directe dochtervennootschap vertegenwoordigen.

Er is geen keuzemogelijkheid om de holding vrij te stellen als vennootschap op zich, dan wel als holdingvennootschap met een onderliggende groep. Indien op basis van de parameters komt vast te staan dat een holding die zelf een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent, geen reële economische activiteit heeft, wordt zij van de gunstmaatregel uitgesloten, ongeacht het feit dat zij aandelen houdt die minstens 30 % van de stemrechten vertegenwoordigen van één directe dochtervennootschap met een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit of met een vrij beroep.

Een holding die zelf geen nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent en evenmin aandelen houdt die minstens 30% van de stemrechten vertegenwoordigen van één directe dochtervennootschap met een dergelijke activiteit binnen de EER, doordat er zich tussen de holding en de dochtervennootschap nog een tussenholding (die zelf geen nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of vrij beroep uitoefent) bevindt, wordt niet beschouwd als een familiale vennootschap. Een holding die zelf geen nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit of een vrij beroep uitoefent, en die wel aandelen houdt die minstens 30 % van de stemrechten vertegenwoordigen van één directe dochtervennootschap met een dergelijke activiteit binnen de EER, maar waarvan blijkt dat er op geconsolideerde basis geen reële economische activiteit is, wordt uitgesloten van de gunstmaatregel.

Aangezien het gaat over het onderzoek, de controle en het gebruik van bewijsmiddelen kan over de kwalificatie van de BV A als familiale vennootschap geen voorafgaande beslissing worden genomen (art. 3.22.0.0.1, §3, tweede lid, c)).

10.3. De vennootschappen dewelke een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit hebben of een vrij beroep uitoefenen, kunnen volgens de VCF beschouwd worden als familiale vennootschappen. Familiale vennootschappen die echter geen reële economische activiteit hebben, zijnde de vennootschappen die cumulatief voldoen aan de twee in de VCF vermelde parameters, worden alsnog van het toepassingsgebied uitgesloten, ondanks het feit dat zij in eerste instantie wel een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit of een vrij beroep uitoefenden en er tevens voldaan was aan de participatievoorwaarde.

De parameters zullen gecontroleerd worden aan de hand van de jaarrekening van de vennootschap indien het een vennootschap betreft die gelegen is binnen de EER en zelf een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent. Wanneer een holding derhalve zelf een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit heeft of een vrij beroep uitoefent, zodat zij zelf voldoet aan de voorwaarden om beschouwd te worden als een familiale vennootschap, worden de parameters gecontroleerd aan de hand van haar jaarrekening en niet op geconsolideerde basis. Indien de holding evenwel enkel als familiale vennootschap kan aangemerkt worden omdat zij aandelen aanhoudt in minstens één directe dochtervennootschap die gelegen is binnen de EER en die een nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit of een vrij beroep uitoefent en minstens 30 % van de stemrechten in de directe dochtervennootschap vertegenwoordigen, worden de parameters gecontroleerd op niveau van de volledige groep en dus op basis van de geconsolideerde jaarrekening. Indien een vennootschap niet gehouden is tot consolidatie en niet vrijwillig een geconsolideerde jaarrekening opmaakt, zal door de Vlaamse Belastingdienst toch gevraagd worden om een geconsolideerde jaarrekening van de volledige groep op te maken.

In de eerste parameter worden de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen vergeleken met het totaal actief van de vennootschap. De post bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen is de post 62 van de resultatenrekening van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening. De post bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen omvat enkel de kosten verbonden aan de natuurlijke personen die ingeschreven zijn in het personeelsregister of zijn ingeschreven als tijdelijk personeel (interimpersoneel, seizoenarbeiders). Er wordt derhalve geen rekening gehouden met uitkeringen en vergoedingen van bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten toegekend buiten enige arbeidsovereenkomst of personeelskosten die onder de post 61 werden geboekt.

In de tweede parameter worden de terreinen en gebouwen vergeleken met het totaal actief van de vennootschap. Onder “terreinen en gebouwen” wordt de waarde bedoeld die opgenomen is onder post 22, post 26 of soortgelijke post van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening. Het betreft dus de terreinen en gebouwen geboekt als materiële vaste activa, ongeacht de post op de jaarrekening waar ze worden geboekt.

Er wordt rekening gehouden met de boekwaarde van deze terreinen en gebouwen, hetgeen logisch is gelet op het feit dat bij de totale activa ook rekening gehouden wordt met de boekwaarde.

Ook voor het totaal actief wordt gekeken naar de (geconsolideerde) jaarrekening, meer bepaald naar de waarde, opgenomen onder balanspost 20/58.

Bovenstaande geciteerde balansposten zijn maar van toepassing voor zover het standaardmodel van de Belgische jaarrekening wordt gevolgd. Indien dit niet het geval is, wordt de waarde bedoeld die vermeld is onder gelijkaardige balansposten. Concreet zal de controle van deze voorwaarde gebeuren aan de hand van de (geconsolideerde) jaarrekeningen die gepubliceerd zijn op het ogenblik dat de schenking plaatsvindt.

Indien de vennootschap op het ogenblik van de schenking niet beschikt over gepubliceerde jaarrekeningen zal er op een andere wijze moeten aangetoond worden dat er al dan niet sprake is van een reële economische activiteit. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van de oprichtingsstukken van de vennootschap.

10.4. De aanvrager bevestigt dat de parameters bij de bv A op geconsolideerde basis cumulatief voldaan zullen worden en de bv A dus geen reële economische activiteit zal hebben.

Indien blijkt dat aan bovenstaande parameters werd voldaan, weerhoudt niets de begiftigde ervan om het tegenbewijs te leveren.

In concreto meent de aanvrager dit tegenbewijs te kunnen leveren voor het verkrijgen van de vrijstelling.

De aanvrager zal in dat geval moeten bewijzen dat alle in de familiale vennootschap (en kwalificerende dochtervennootschap) aanwezige onroerende goederen aangewend worden voor de economische activiteit van de vennootschap, en derhalve geen privaat patrimonium betreffen.

In regel volstaat de verhuring van onroerend goed aan derden (private of handelshuur) – buiten de groepsstructuur - niet om het tegenbewijs te leveren, ongeacht het aandeel of percentage dat dit verhuurde onroerend goed vertegenwoordigt in de totaal aanwezige onroerende goederen.

In casu bestaat de economische activiteit van BV B evenwel in de exploitatie en ontwikkeling van professioneel/commercieel vastgoed, waarbij de verbetering van de rendabiliteit van vastgoed wordt bewerkstelligd en de marktwaarde actief wordt aangepakt. Ook de verhuur (eventueel tijdelijk met oog op de verkoop) van het aanwezige vastgoed behoren tot haar activiteit.

In het licht van het nieuw ondernemingsrecht en het Wetboek van Economisch Recht kan niet worden ontkend dat vastgoedactiviteiten (inclusief verhuur) in bepaalde gevallen als economische activiteit kunnen worden beschouwd (functioneel ondernemingsbegrip).

Als op het moment van de schenking uit de voorgelegde stukken blijkt dat de aanwezige onroerende goederen voor de economische activiteit worden aangewend kan de vrijstelling van de schenkbelasting worden toegepast.

Aangezien het gaat over het onderzoek, de controle en het gebruik van bewijsmiddelen kan hierover geen voorafgaande beslissing worden genomen (art. 3.22.0.0.1, §3, tweede lid, c, VCF).

11. Artikel 2.8.6.0.3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt dat aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de vrijstelling moet voldaan zijn op het ogenblik van de schenking. Het recht op vrijstelling zal door de Vlaamse Belastingdienst dan ook op het ogenblik van de schenking beoordeeld worden.

12. Wanneer een holdingvennootschap zelf geen familiale vennootschap is, maar wel aandelen met minstens 30 % stemrechten heeft in minstens 1 directe dochter die wel aan de voorwaarden voldoet en de groep tevens een reële economische activiteit heeft, komen de aandelen van de holding in aanmerking voor de gunstmaatregel. Enkel deze aandelen zijn eigendom van de schenker. De vrijstelling kan in dit geval slechts proportioneel worden toegekend.

De vrijstelling wordt beperkt tot de waarde van de deelneming van de holding in de onderliggende dochtervennootschap die een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit heeft, of een vrij beroep uitoefenen en die hun zetel van werkelijke leiding hebben in een van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte. Deze waarde kan uiteraard de waarde van de aandelen van de holding niet overstijgen. De decreetgever heeft de waardering niet beperkt tot enkel de directe exploitatiedochtervennootschappen waarin de holding aandelen met minstens 30% stemrechten houdt, maar ook de waarde van alle actieve (klein)dochtervennootschappen die hun zetel van werkelijke leiding in een van de staten van de EER hebben, komt in aanmerking.

13. Huidige voorafgaande beslissing vervangt het voorafgaand attest waarvan sprake in art. 3.21.0.0.1 VCF niet.

Voorafgaand aan de authentieke akte van schenking kan de belanghebbende een verzoek richten tot de Vlaamse Belastingdienst om een attest te bekomen waaruit blijkt dat op het moment van het verzoek en op basis van de gegevens, aangereikt door de verzoeker, al dan niet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.8.6.0.3 VCF is voldaan.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.