Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 25041 - Kanscontract aandelen Vlaamse Belastingdienst

VB 25041 - Kanscontract aandelen

Voorafgaande beslissing
Nummer

25041

Datum beslissing

5 mei 2025

Publicatiedatum

5 juni 2025

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 3.17.0.0.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvragers wensen onderling een kanscontract te sluiten onder bezwarende titel en daarover het volgende bevestigd te zien:

1.1. dat de Vlaamse Belastingdienst deze transactie niet zal belasten met schenkbelasting (art 2.8.1.0.1 VCF);

1.2. dat de Vlaamse Belastingdienst deze transactie niet zal belasten met erfbelasting op basis van de fictiebepaling gestipuleerd in artikel 2.7.1.0.3, 3°, VCF;

1.3. dat deze transactie voor de Vlaamse Belastingdienst geen fiscaal misbruik vormt in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door mevrouw […], respectievelijk partner en manager bij […] te […], namens:

2.1. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1983, rijksregisternummer […], en zijn wettelijk samenwonende partner

2.2. Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1987, rijksregisternummer […],

samenwonende te […].

3. De aanvragers verzoeken uitdrukkelijk overeenkomstig artikel 3.22.0.0.1, §4, lid 1, VCF dat gelet op het voorwerp van onderhavige aanvraag, de termijn waarvoor de beslissing wordt getroffen langer zal zijn dan vijf (5) jaar Meer bepaald een geldigheidsduur van de afgeleverde beslissing tot en met het overlijden van één van de partners X-Y.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

4. De aanvragers zijn samen de enige aandeelhouders van de besloten vennootschap "A", met zetel te […] en BTW-nummer BE […] en van de vennootschap onder firma “B” met zetel te […] en BTW-nummer BE […] (kopijen getekende aanwezigheidslijsten in bijlagen bij de aanvraag):

  • de heer X is volle eigenaar van tweehonderdvijftig (250) aandelen van de besloten vennootschap "A",
  • mevrouw Y is volle eigenaar van tweehonderdvijftig (250) aandelen van de besloten vennootschap "A".

Samen zijn ze dus titularis van vijfhonderd (500) aandelen, zijnde de totaliteit van de door de vennootschap uitgegeven aandelen

  • de heer X is volle eigenaar van vijftig (50) aandelen van de vennootschap onder firma "B",
  • mevrouw Y is volle eigenaar van vijftig (50) aandelen van de vennootschap onder firma "B".

Samen zijn ze dus titularis van honderd (100) aandelen, zijnde de totaliteit van de door de vennootschap uitgegeven aandelen

5. De aanvragers wensen onderling een kanscontract af te sluiten betreffende voormelde aandelen waarbij zij bij wijze van kanscontract onder bezwarende titel overeenkomen dat bij het overlijden van de eerststervende van hen, zijn of haar aandelenpakket in de besloten vennootschap "A" en de vennootschap onder firma "B" in volle eigendom zal toekomen aan de langstlevende onder hen.

In casu zullen de heer X en mevrouw Y elk 250 aandelen van de BV "A" en elk 50 aandelen van de VOF "B" in volle eigendom afstaan aan elkaar, onder de opschortende voorwaarde van vooroverlijden, en elk van hen verkrijgt als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om eenzelfde aantal aandelen (nl. 250 aandelen van de BV "A" en 50 aandelen van de VOF "B") toebehorend aan de andere, te verwerven indien hij of zij het langst leeft.

6. Dit kanscontract zal worden gesloten onder de volgende modaliteiten en voorwaarden (zie ontwerp van de overeenkomst in bijlage bij de aanvraag):

  • De verwerving ten voordele van de langstlevende van de partijen zal gebeuren met ingang van het overlijden van de eerststervende, zonder terugwerkende kracht;
  • De overeenkomst wordt aangegaan voor een termijn die eindigt na het overlijden van de eerststervende van de partijen, behoudens andersluidend akkoord tussen de partijen. De partijen sluiten de overeenkomst evenwel onder de uitdrukkelijke ontbindende voorwaarde van beëindiging van de samenwoning tussen hen door eenzijdige dan wel gezamenlijke beëindiging van de wettelijke samenwoning (met uitzondering van beëindiging van de wettelijke samenwoning ingevolge het afsluiten van een huwelijk), door feitelijke scheiding om redenen die wijzen op een duurzame ontwrichting van de relatie of door inleiding van een vordering tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed;
  • Zolang het kanscontract geldt en beide partijen in leven zijn, mogen zij elk de hen toebehorende voormelde aandelen, voorwerp van het kanscontract, niet vervreemden (noch ten bezwarende titel, noch om niet), in pand geven, in betaling geven of op enigerlei andere wijze (met zakelijke rechten) bezwaren, behoudens uitdrukkelijke en schriftelijke goedkeuring van de andere partij. Wel kunnen zij, mits het akkoord van de andere partij, overgaan tot de vervreemding van de aandelen en de vervanging ervan door andere vermogensbestanddelen die in de plaats van de vervreemde aandelen zullen treden en aan het kanscontract zullen onderworpen zijn (= zaakvervangingsclausule).

III. Motivering van de aanvraag

7. Dit kanscontract is ingegeven vanuit de intentie van partijen om de heer X, oprichter van de voormelde vennootschap, op een rechtszekere wiize in de positie te plaatsen dat hij bij vooroverlijden van mevrouw Y haar aandelenpakket zal verkrijgen én inmenging van eventuele erfgenamen dus in alle geval te vermijden. Voor het geval de heer X zou vooroverlijden willen partijen er zeker van zijn dat mevrouw Y, oprichter van voormelde vennootschap, zoveel als mogelijk aandelen verkrijgt om zo de totaliteit van de aandelen binnen de vennootschap te verwerven. Vandaar dat geopteerd wordt voor een kanscontract, waarmee de mogelijke gevolgen van een vererving (wettelijke opvolging of eventueel met legaten aan derden), die zouden leiden tot versnippering van het aandeelhouderschap, kunnen worden uitgesloten, dan wel significant beperkt.

8. Rekening houdend met de beschreven modaliteiten en voorwaarden enerzijds en onderstaande feitelijke gegevens anderzijds, dient geconcludeerd te worden dat het kanscontract een overeenkomst ten bezwarende titel betreft:

  • Het bezwarend karakter wordt duidelijk in de overeenkomst weergegeven en beide partijen verklaren hun kansen gelijkwaardig te achten om het deel van de andere te verwerven.
  • Beide partijen zijn financieel gelijkwaardig (ze onderwerpen beiden eenzelfde aantal aandelen van dezelfde vennootschap met eenzelfde waarde aan het kanscontract) en zij hebben elk een gelijke kans om het langst te leven, zoals dit ook blijkt uit hun medisch getuigschrift van 11 maart 2025 en hun weinig verschillende leeftijd.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

9. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

10. De Vlaamse Belastingdienst doet geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

11. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

  • Artikel 2.7.1.0.3, eerste lid, 3° VCF dat luidt als volgt:

Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd :

1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;

2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;

3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.

Het eerste lid, 3°, is niet van toepassing bij de realisatie van een beding van terugval die de erflater heeft bedongen in het voordeel van een derde voor een vruchtgebruik dat de erflater zich heeft voorbehouden”;

  • Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”;

  • Artikel 3.17.0.0.2 VCF dat luidt als volgt:

Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :
1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.

12. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

13. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

14. Het contract is in casu onder bijzondere titel aangezien het contract betrekking heeft op de aandelen die specifiek in de overeenkomst worden omschreven.

15. De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt dat de zakelijke subrogatie speelt als die conventioneel is voorzien of die plaatsheeft uit kracht van de wet, overeenkomstig artikel 3.10 BW.

16. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

17. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract, etc...

18. De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het contract. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het contract blijkt dat bij het afsluiten van het contract niet aan deze voorwaarde was voldaan.

19. Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat er in casu sprake is van een gelijkaardige levensverwachting. De aanvragers hebben respectievelijk een leeftijd van 41 en 37 jaar. Zij verklaren beiden in dezelfde goede gezondheidstoestand te verkeren, wat wordt gestaafd door medische attesten, gevoegd bij de overeenkomst in bijlage bij de aanvraag.

20. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

21. Uit de gegevens vermeld in het kanscontract gevoegd bij de aanvraag blijkt dat de inleg van de aanvragers gelijkwaardig is (elk 250 aandelen van aandelen van de bv “A” en elk 50 aandelen van de VOF “B”).

22. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing en haar bijlagen kan worden besloten dat het in casu om een beding van aanwas/kanscontract gaat en er bijgevolg noch erfbelasting, noch schenkbelasting geheven zal worden in toepassing van de artikelen 2.7.1.0.3, 3° VCF en 2.8.1.0.1 VCF.

23. Indien de rechtshandelingen worden gesteld vanaf 1 juni 2012 kunnen ze afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het contract maakt in casu geen fiscaal misbruik uit in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF. Bovendien liggen er ook niet-fiscale motieven aan het contract ten grondslag.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de schenk – en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen. Deze beslissing spreekt zich bovendien niet uit over de mogelijke toepassing van niet door de aanvrager opgeworpen artikelen van de VCF.