De verschuiving van de betalingsdatum van het salaris van december naar de eerste werkdag van januari was een besparingsmaatregel die de begrotingen van 1983 en 1984 moest ontlasten. 

De Vlaamse overheid is één van de laatste publieke sectoren die deze besparingsmaatregel terug draait.

Het personeelslid wordt in aanslagjaar 2023 op dertien maanden belast, waarvan een maand aan een voordeliger tarief door het te melden als afzonderlijk belastbaar inkomen (vak 247) in het aanslagbiljet).

Het salaris van december wordt in principe voordeliger belast door behoud van de gemiddelde aanslagvoet van het vorige jaar.

Het niet opnemen van het dertiende maandsalaris in de berekeningsbasis van de forfaitaire beroepskosten kan nadelig zijn. Idem wat het huwelijksquotiënt betreft, voor de categorieën die hiervoor in aanmerking komen. 

De gewesten en gemeenten vragen een aanvullende belasting op de personenbelasting. Dit wordt samen geïnd via het aanslagbiljet van de personenbelasting.

De aangifte van een dertiende maand zorgt voor hogere gewest- en gemeentebelasting. Omdat het percentage wordt toegepast op de personenbelasting wordt hier onrechtstreeks rekening gehouden met het voordeliger tarief van achterstallen.

De controles op het respecteren van de loongrenzen van een beroepsactiviteit gebeurt door de dienst pensioenbeheer op basis van de elektronisch uitgewisselde DMFA-gegevens.

De opheffing van het verschoven fiscaal jaar door de Vlaamse overheid heeft geen invloed op het bedrag van het pensioen of overlevingspensioen.

Heb je een vraag over de cumulatie van een beroepsactiviteit met een (overlevings)pensioen? Contacteer controleNL@sfpd.fgov.be(opent in uw e-mail applicatie).

Een groot aantal andere fiscale en niet-fiscale regelingen zijn inkomen gerelateerd.  Dit is afhankelijk van de toekenningsvoorwaarden. Op basis van

• enkel het gezamenlijk belastbaar inkomen
  De betaling van het salaris van december als dertiende maand is niet in rekening gebracht. 

• het gezamenlijk belastbaar inkomen en de ‘afzonderlijk belastbare inkomsten’ of naar het totaal van de bruto-inkomsten
  De betaling van het salaris van december in december, in het jaar van wijziging, kan voor sommigen een nadelig effect hebben als je met de dertiende maand boven de gestelde inkomensgrens uitkomt. Het nadelig effect kan zich vertalen in het verlies van een voordeel, de verlaging van een tegemoetkoming, de verhoging van een tarief zoals huurprijs sociale woning, en zo meer.  Personeelsleden kunnen het werkgeversattest toevoegen bij de aanvraag.

Er is slechts 1 vak (247) in het aanslagbiljet om dit bedrag te vermelden. Sommige bedragen van de maand december stromen door naar andere rubrieken.

• Voordeel alle aard
  De RSZ-inhouding wordt niet verminderd van het totale belastbare bedrag in vak 247.
  Goed om te weten: Het gaat hier over bedragen van maximaal een euro. Bijvoorbeeld: RSZ-inhouding voordeel alle aard internet bij een statutair personeelslid is 3.55% van 5 euro en dus 0,18 euro.
  

• Dienstwagen voor gemengd gebruik (zowel privéverplaatsing als woon-werkverkeer)
  Maandelijks wordt een voordeel alle aard toegekend aan deze dienstwagen, wat een belastbaar inkomen is. Maandelijks wordt hiervan 35,80 euro vrijgesteld (bedrag inkomstenjaar 2022).
  Het bedrag van de vrijstelling mag bij de overgang niet hoger zijn dan 430 euro. Bij de aangifte van 13 maanden wordt bijgevolg 35,80 euro als belastbaar i.p.v. niet-belastbaar aangegeven.
  

• Dienstwagen voor enkel woon-werkverkeer
  Het totale voordeel alle aard van dertien maanden stroomt door naar de niet-belastbare rubriek bijdragen in de verplaatsingskosten. Wie kiest voor de forfaitaire beroepskosten kan slechts 430 euro als vrijstelling aangeven. Het overige bedrag wordt gezien als belastbare tussenkomst woon-werkverkeer en wordt verrekend door de personenbelasting. Bij de overgang naar een niet-verschoven fiscaal jaar zal het bedrag hoger zijn.
  

• Tussenkomst in woon-werkverkeer voor moeilijk bereikbare plaatsen of als persoon met handicap (komt met de wagen i.p.v. openbaar vervoer)
  Bij de aangifte van de personenbelasting kan slechts 430 euro vrijstellen. Het overige bedrag wordt gezien als belastbare tussenkomst woon-werkverkeer en wordt verrekend door de personenbelasting. Bij de overgang naar een niet-verschoven fiscaal jaar is dit bedrag even hoog. Dit geldt enkel voor personen voor wie de jaarlijkse tussenkomst hoger is dan 430 euro.

Dan ontvangt dit personeelslid ook het salaris van december in hetzelfde jaar, zonder toepassing van een voordeliger tarief.