Gedaan met laden. U bevindt zich op: Beheren, bewaren en vernietigen van bestuursdocumenten in het Bestuursdecreet Regelgeving

Beheren, bewaren en vernietigen van bestuursdocumenten in het Bestuursdecreet

Wat zegt het Bestuursdecreet over bestuursdocumenten beheren, bewaren en vernietigen voor overheidsdiensten? Ontdek wat voor wie van toepassing is en wat er veranderde ten opzichte van het Archiefdecreet. 

Voor wie?

Deze regelgeving geldt alleen voor overheidsinstanties die behoren tot:

  • de Vlaamse administratie;
  • de Vlaamse administratieve rechtscolleges;
  • de Vlaamse adviesorganen;
  • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie, behalve wat artikel III.84 betreft;
  • de lokale overheden, behalve wat artikel III.83, §2, III.84 en III.88, §2, betreft.

Om concreet te kunnen bepalen welke organisatie onder welke definitie valt is er in artikel I.3 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018(opent in nieuw venster) een definitielijst opgenomen. Deze definitielijst is overgenomen in het Organisatieregister van de Vlaamse overheid(opent in nieuw venster). Bijkomend is er een overzicht per organisatiecluster(opent in nieuw venster) gemaakt.

Let op: niet elke bepaling is van toepassing op elke overheidsinstantie. Soms wijkt het toepassingsgebied af per artikel, of soms binnen een artikel. Door de bevoegdheidsverdeling met betrekking tot archief zijn niet alle bepalingen van toepassing op de lokale besturen.

Toelichting bij artikels Bestuursdecreet

De regelgeving over beheren, bewaren en vernietigen van bestuursdocumenten staat in hoofdstuk 3, afdeling 5 van het Bestuursdecreet. Deze afdeling bestaat uit verschillende onderafdelingen. Elke onderafdeling wordt hieronder kort toegelicht. Voor een gedetailleerde bespreking en de eigenlijke tekst van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 verwijzen we graag door naar de memorie van toelichting(opent in nieuw venster) en de tekst van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 in de Vlaamse Codex.

In de onderstaande bespreking zijn voor elk artikel de volgende zaken opgenomen:

  • een link naar het artikel in de Vlaamse Codex;
  • een beschrijving van het toepassingsgebied van het betreffende artikel of de onderafdeling;
  • een toelichting van het artikel.
  • Deze onderafdeling betreft enkel artikel III.79.

    Raadpleeg het artikel(opent in nieuw venster).

    Deze onderafdeling licht het toepassingsgebied van hoofdstuk 3, afdeling 5: beheren, bewaren en vernietigen van bestuursdocumenten toe.

    Deze onderafdeling is van toepassing op:

    • de Vlaamse administratie;
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges;
    • de Vlaamse adviesorganen;
    • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie, behalve wat artikel III.84 betreft;
    • de lokale overheden, behalve wat artikel III.83, § 2, III.84 en III.88, § 2, betreft.

    Daarnaast moeten deze bepalingen, wat de lokale overheden betreft, ook steeds gelezen worden in het licht van de bevoegdheidsverdeling met de federale overheid.

  • Deze onderafdeling betreft enkel artikel III.86.

    Raadpleeg het artikel(opent in nieuw venster).

    Deze onderafdeling is van toepassing op:

    • de Vlaamse administratie;
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges;
    • de Vlaamse adviesorganen;
    • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie;
    • de lokale overheden.

    Er wordt ondersteuning voorzien voor alle overheidsinstanties die onder het toepassingsgebied vallen. Die ondersteuning bestaat uit:

    • administratieve ondersteuning van de selectiecommissies (zie art. III.88);
    • het bevorderen en organiseren van kennisdeling;
    • het verlenen van advies;
    • het ontwikkelen van een instrumentarium;
    • het beheer van het centraal register (zie art. III.82).

    De Vlaamse Regering wijst met een uitvoeringsbesluit de ondersteuning toe. Deze toewijzing is gedaan aan Het Facilitair Bedrijf in het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 mei 2019 tot regeling van het beheren, bewaren en vernietigen van bestuursdocumenten (Hoofdstuk 5. Ondersteuning).

Bestuursdecreet versus Archiefdecreet

Sinds 1 januari 2019 is het Bestuursdecreet(opent in nieuw venster) van kracht. Daarin werd het Archiefdecreet van 9 juli 2019 opgenomen. Tegelijkertijd kreeg een aantal bepalingen een update. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Uitvoeringsbesluit: context

Artikels III.79 tot en met III.89 (titel III, hoofdstuk 3, afdeling 5)(opent in nieuw venster) van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 bieden een kader voor het beheren, bewaren en vernietigen van bestuursdocumenten binnen de Vlaamse bevoegdheden vanaf 1 januari 2019. Daardoor kunnen overheidsinstanties hun bestuursdocumenten gedurende de volledige levenscyclus op een optimale manier beheren. Onder ‘beheren’ wordt onder meer verstaan: ontsluiting, toegankelijkheid, bewaring, vernietiging …

De nadere regels voor de artikels III.81, III.82, III.83, III.84, III.86, III.87, III.88 en III.89 zijn bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 mei 2019 tot regeling van het beheren, bewaren en vernietigen van bestuursdocumenten.

Voor artikel III.85 over de auditmogelijkheden zijn er momenteel nog geen nadere regels bepaald, waardoor dat artikel dus nog niet in werking treedt.

Uitvoeringsbesluit toepassingsgebied

Het toepassingsgebied van dit uitvoeringsbesluit is bepaald in artikel III.79(opent in nieuw venster) van het Bestuursdecreet van 7 december 2018. Het moet dus ook gelezen worden in het licht van de bevoegdheidsverdeling met de federale overheid, zoals omschreven in artikel III.79 § 2.

Uitvoeringsbesluit: toelichting per artikel

Naast een inleidend hoofdstuk 1 met definities en een hoofdstuk 9 met slotbepalingen, die geen nadere duiding behoeven, telt het uitvoeringsbesluit 7 hoofdstukken. Deze 7 hoofstukken worden hieronder kort toegelicht.

  • Dit hoofdstuk geeft uitvoering aan artikel III.81 van het Bestuursdecreet en is van toepassing voor:

    • de Vlaamse administratie
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges
    • de Vlaamse adviesorganen
    • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie
    • de lokale overheden
  • Dit hoofdstuk is van toepassing op:

    • de Vlaamse administratie
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges
    • de Vlaamse adviesorganen
    • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie
    • de lokale overheden

    Het beheer van het centrale register wordt toegewezen aan het agentschap Facilitair Bedrijf. In artikel 10 van het uitvoeringsbesluit worden de taken van Het Facilitair Bedrijf vastgelegd, als nadere uitvoering van het artikel III.82(opent in nieuw venster) uit het Bestuursdecreet.

    Met het centrale register wordt het zogenaamde ‘Serieregister’ bedoeld. Het Serieregister is opgezet in het kader van de dienstverlening van Digitaal Archief Vlaanderen.

    Standaard is het voor overheidsinstanties binnen het toepassingsgebied verplicht om de categorieën van bestuursdocumenten (‘series’) waarover ze beschikken te publiceren in het serieregister. Van deze verplichting kan afgeweken worden als de overheidsinstantie kan verantwoorden dat de publicatie een aantoonbaar buitensporige inspanning vereist. Het Facilitair Bedrijf zal de criteria vaststellen om te bepalen wanneer een inspanning aantoonbaar buitensporig is.

  • Dit hoofdstuk is van toepassing op:

    • de Vlaamse administratie
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges
    • de Vlaamse adviesorganen

    Niet elk artikel is van toepassing op al deze overheidsinstanties.

  • Dit hoofdstuk geeft uitvoering aan artikel III.86 van het Bestuursdecreet en is van toepassing op:

    • de Vlaamse administratie
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges
    • de Vlaamse adviesorganen
    • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie
    • de lokale overheden

    Het Facilitair Bedrijf voert de taken vermeld in artikel III.86(opent in nieuw venster) van het Bestuursdecreet (nl. 1° administratieve ondersteuning van de selectiecommissies; 2° bevorderen en organiseren van kennisdeling; 3° adviesverlening; 4° het ontwikkelen van een instrumentarium) uit.

    Binnen Het Facilitair Bedrijf is de uitvoering van deze taken ondergebracht bij de coördinerende archiefdienst.

  • Dit hoofdstuk geeft uitvoering aan artikel III.88 van het Bestuursdecreet en is van toepassing op:

    • de Vlaamse administratie
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges
    • de Vlaamse adviesorganen
    • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie
    • de lokale overheden
  • Dit hoofdstuk geeft uitvoering aan artikel III.87 van het Bestuursdecreet en is van toepassing op:

    • de Vlaamse administratie
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges
    • de Vlaamse adviesorganen
    • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie
    • de lokale overheden

    Door in artikel 26 een sjabloon vast te stellen waaraan elke selectieregel minimaal moet voldoen, wordt consistentie ervan nagestreefd. Het beheer van het sjabloon wordt toegewezen aan het secretariaat van de selectiecommissies, dat wordt waargenomen door Het Facilitair Bedrijf. Het sjabloon kan worden uitgebreid, maar minimaal wordt voor elke selectieregel opgenomen:

    • de naam en de omschrijving van de categorie van bestuursdocumenten waarop de selectieregel betrekking heeft;
    • de bewaartermijn en bijbehorende verantwoording;
    • de bestemming en bijbehorende verantwoording;
    • een aanduiding van de taak waaruit de categorie van bestuursdocumenten voortvloeit;
    • een aanduiding van de overheidsinstantie waarvoor die selectieregel van toepassing is.

    In artikel 27 is bepaald dat een selectieregel binnen de 10 dagen na goedkeuring door de bevoegde selectiecommissie gepubliceerd wordt in het centraal register (‘serieregister’) waarna de selectieregel uitwerking heeft, krachtens artikel III.87 §2 van het Bestuursdecreet. Met ‘uitwerking’ wordt bedoeld dat het vanaf dan mogelijk is om de selectieregel te implementeren door bv. vernietigingen uit te voeren op basis van die selectieregel.

    Artikel 28 regelt de inhoudelijke consistentie van selectieregels door voldoende afstemming te voorzien tussen de verschillende selectiecommissies vooraleer die een nieuwe selectieregel opmaken of goedkeuren. De voorzitters van de selectiecommissies kunnen bv. vergaderen om te vermijden dat verschillende selectieregels elkaar tegenspreken.

  • Dit hoofdstuk geeft uitvoering aan artikel III.89 van het Bestuursdecreet en is van toepassing op:

    • de Vlaamse administratie
    • de Vlaamse administratieve rechtscolleges
    • de Vlaamse adviesorganen
    • de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie
    • de lokale overheden

    Artikels 29 en 30 concretiseren de in artikel III. 89 §3 van het Bestuursdecreet beschreven situatie waarbij er nog geen goedgekeurde selectieregels zijn. Een overheidsinstantie kan dan een gemotiveerde vernietigingsaanvraag indienen bij de bevoegde selectiecommissie. Binnen de twintig werkdagen zal de selectiecommissie een volledige of partiële goedkeuring of een gemotiveerde weigering bezorgen aan de overheidsinstantie. Om de gemotiveerde vernietigingsaanvraag correct te kunnen beoordelen bevat deze minstens:

    • een duidelijke afbakening en omschrijving van de te vernietigen bestuursdocumenten;
    • een bewaartermijn en de bijhorende verantwoording;
    • een aanduiding van de datum vanaf wanneer de bewaartermijn begint te lopen;
    • een motivering voor de vernietiging.

    Het Facilitair Bedrijf stelt een sjabloon hiervoor beschikbaar.

    Artikel 31 legt de inhoud vast van de in artikel III.89 §4 van het Bestuursdecreet vermelde gedateerde verklaring van vernietiging:

    • een duidelijke naam en omschrijving van de vernietigde bestuursdocumenten;
    • een verwijzing naar de selectieregel zoals goedgekeurd door de bevoegde selectiecommissie of de goedkeuring van de selectiecommissie;
    • de datum waarop de vernietiging is uitgevoerd.

    Dit artikel bepaalt ook dat de gedateerde verklaring van vernietiging wordt bekendgemaakt op vraag van een burger.