Gedaan met laden. U bevindt zich op: Opschrift Legistieke en taalkundige aanwijzingen

Opschrift

Elke regeling heeft één opschrift. Het opschrift bevat de vermelding van de aard van de tekst (decreet, besluit van de Vlaamse Regering, ministerieel besluit enzovoort) en de bondige omschrijving van de inhoud.

Een opschrift dat al in gebruik is voor een nog geldende regeling, gebruikt u niet voor een nieuwe regeling. Elke nog geldende tekst moet een uniek opschrift hebben. Zo voorkomt u dat de tekst wordt verward met een andere geldende tekst.

In tegenstelling tot de regels van het dispositief is het opschrift van de tekst geen rechtsregel. In geval van tegenstrijdigheid tussen het opschrift van de tekst en een regel van het dispositief geldt alleen het dispositief.

Het opschrift is nauwkeurig, volledig en beknopt. Probeer een evenwicht te vinden tussen die drie vereisten. Het opschrift mag de lezer niet misleiden over de inhoud van de regeling.

  • Het opschrift vermeldt kort het concrete onderwerp, zodat de lezer onmiddellijk weet waarover de tekst gaat.

    Als in een besluit alle regels worden geformuleerd die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een wetgevende tekst, vermeldt u het onderwerp ervan en citeert u de wetgevende tekst in kwestie.

    Gebruik daarvoor de volgende formule:

    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van … (datum en opschrift)

    Als in een besluit alleen regels worden gegeven voor de uitvoering van sommige bepalingen van een wetgevende tekst, haal dan niet alleen die bepalingen aan. Die bepalingen lichten de lezer immers niet in over het concrete onderwerp van het besluit. Geef daarom ook een korte omschrijving van die bepalingen.

    Bijvoorbeeld:

    NietMaar wel
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel … van het decreet van … (datum en opschrift)Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van …, vermeld in artikel … van het decreet van … (datum en opschrift)
  • Vermeld elk aspect van het onderwerp van de tekst in het opschrift. Op die manier kan er bij de lezer geen verwarring ontstaan over de juiste strekking van de tekst.

  • Geef het onderwerp van de tekst in zo weinig mogelijk woorden weer. Op die manier voorkomt u dat de lezer in de war raakt door een lang opschrift waaruit hij het juiste onderwerp van de tekst niet kan afleiden.

    Een opschrift kan niet uit alleen trefwoorden bestaan. Een niet na te volgen voorbeeld is: het koninklijk besluit van 7 juni 1966 - Toepassing van de wet van 29 mei 1959 - Schoolpact - Pensioen der leden van de vrije scholen.

    Het gebruik van korte opschriften voorkomt dat de teksten onder een verkorte benaming geciteerd worden. Als een opschrift niet kort geformuleerd kan worden, kunt u vooraan in de tekst een citeeropschrift vaststellen (zie aanwijzing 53)

Hieronder vindt u een aantal formules voor opschriften.

  • Decreet over …

    Decreet tot regeling van …

    Decreet over de organisatie van …

    (NIET: Organiek decreet op ...)

    Besluit van de Vlaamse Regering over …

    Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van …

    Besluit van de Vlaamse Regering over …

    (NIET: … strekkende tot ...)

  • Decreet tot instemming met het verdrag …

    (Zie aanwijzing 140, 2°, voor de juiste verwijzing naar een verdrag)

  • Decreet tot instemming met het samenwerkingsakkoord …

    (Zie aanwijzing 66, 1°, voor de juiste verwijzing naar een samenwerkingsakkoord)

  • Decreet tot uitlegging van artikel … van het decreet van … (datum en opschrift)

  • Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring van … (opschrift of onderwerp van de bijlage)

  • Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het algemeen reglement op …

De regel, vermeld in aanwijzing 48, dat een opschrift uniek moet zijn, geldt niet voor teksten die uitsluitend wijzigingsbepalingen bevatten. Het opschrift van die teksten vermeldt immers meestal het opschrift van de gewijzigde teksten om het onderwerp ervan duidelijk te maken.

Preciseer altijd de aard van de wijziging als dat mogelijk is. Pas daarvoor de volgende regels toe in de onderstaande volgorde (zie ook formules in punt 6°, d)):

  • Voeg als dat mogelijk is een korte omschrijving toe aan het opschrift van een wijzigingstekst: …, wat betreft …
  • Als het niet mogelijk is om de regel in punt a) toe te passen, vermeldt u de te wijzigen artikelen: … tot wijziging van artikel x, y en z van het decreet / besluit van … (datum en opschrift). U verwijst niet naar eventuele onderverdelingen van een artikel. Schrijf bijvoorbeeld niet: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3, §4, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift).
  • Als te veel artikelen worden gewijzigd en het onmogelijk is om de regel in punt a) toe te passen, gebruikt u de formulering: … tot wijziging van het decreet / besluit van … (datum en opschrift).

De wijzigingen die nog van kracht zijn in de te wijzigen tekst, worden niet in het opschrift vermeld. Schrijf bijvoorbeeld niet: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), gewijzigd bij … .

Gebruik het woord wijziging in het opschrift zowel bij een toevoeging, invoeging, vervanging als weglating.

Als een tekst uitsluitend tot doel heeft verschillende teksten te wijzigen, beperk u er dan niet toe een deel van de gewijzigde teksten te vermelden, bijvoorbeeld de belangrijkste, maar vermeld ze allemaal. Die vermeldingswijze kunt u alleen toepassen als het aantal gewijzigde teksten beperkt is. Als een tekst een groot aantal regelingen wijzigt die redelijkerwijs niet allemaal in het opschrift kunnen worden vermeld, is het beter een algemene formulering te gebruiken waarin u het onderwerp van de regelgeving opneemt (zie formule in punt 6°, c))

Gebruik de onderstaande formules:

a) De wijziging van één regeling

Decreet tot wijziging van het decreet van … (datum en opschrift)

Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van artikel x van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift)

b) De wijziging van meer dan één regeling

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift) en het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift)

c) De wijziging van verschillende regelingen

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over …

d) De precisering van de aard van de te wijzigen regeling

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), wat betreft …

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel x, y en z van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift), wat betreft …

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift)

e) De opheffing van een bestaande regelgeving

Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift

(zie aanwijzing 207 voor het begrip opheffing)

f) De intrekking van een bestaande regelgeving

Besluit van de Vlaamse Regering tot intrekking van het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift)

(zie aanwijzing 216 voor het begrip intrekking)

Hieronder vindt u specifieke instructies voor citeeropschriften.

Een citeeropschrift wordt aangeraden voor belangrijke teksten. Dat zijn teksten waarvan u meent dat er in de toekomst in andere regelgeving vaak naar verwezen zal worden.

Het gebruik van korte opschriften voorkomt dat een tekst onder een verkorte benaming geciteerd wordt. Als een opschrift niet kort geformuleerd kan worden, kunt u vooraan in de tekst een officiële verkorte versie van het opschrift, het zogenaamde citeeropschrift, vaststellen. Hou er rekening mee dat een citeeropschrift alleen in de tekst in kwestie zelf kan worden ingeschreven door de overheid die bevoegd is voor het aannemen van de tekst in kwestie (zie aanwijzing 157 en 162)

Een citeeropschrift schrijft u met hoofdletter. Bijvoorbeeld: het Participatiedecreet van 18 januari 2008, het Cultureelerfgoeddecreet van 24 februari 2017, het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Leef de volgende drie voorschriften na bij het gebruik van een citeeropschrift, zodat de tekst gemakkelijker kan worden geïdentificeerd en opgezocht:

  1. Formuleer het ingekorte opschrift zo dat het voornaamste onderwerp van de tekst eruit kan worden opgemaakt en dat niet de indruk wordt gewekt dat het onderwerp van de tekst ruimer is dan het in werkelijkheid is.
  2. Zorg ervoor dat het citeeropschrift uniek is.
  3. Vul het citeeropschrift aan met de vermelding van de datum. Dat kan ook alleen het jaartal zijn.

Voor de vaststelling van het citeeropschrift gebruikt u de volgende formule:

Dit decreet wordt aangehaald als: … (Citeeropschrift) van … (dag maand jaar).

Dit decreet wordt aangehaald als: … (Citeeropschrift) van … (jaar).