In de ontworpen regeling stond het begrip ''transformatie" centraal. De precieze draagwijdte van dat begrip viel slechts tot op zekere hoogte en dan nog enkel op een impliciete wijze af te leiden uit het geheel van de bepalingen van het ontwerp. Ook de omschrijving van het begrip "transformatieproject'', in artikel 1, 12°, van het ontwerp, bevatte een aantal, zij het algemene indicaties omtrent de beoogde transformatie. De feitelijke invulling van dat begrip werd evenwel in essentie overgelaten aan de Vlaamse minister, bevoegd voor economie, naar aanleiding van onder meer het vaststellen van de beoordelingscriteria en de organisatie van de transformatietoets (cfr. art. 22, §2, en 37, §2, van het ontwerp)

Ter wille van de transparantie van de regelgeving en de rechtszekerheid voor de betrokken ondernemingen zou het begrip "transformatie" op een juridisch meer afgebakende en nauwkeurige wijze moeten worden omschreven in het ontwerp (Dergelijke omschrijving dient meer te behelzen dan een opsomming van in algemene bewoordingen omschreven finaliteiten of een schets van de algemene context waarin de transformatie valt te situeren. Dergelijke informatie - die al voor een deel voorkwam in de omschrijving van bet begrip "transformatieproject" in artikel 1, 12°, van het ontwerp - zou weliswaar op nuttige wijze kunnen worden opgenomen in een verslag aan de Vlaamse Regering, maar beantwoorde niet aan hetgeen van een accurate omschrijving van een juridisch begrip mag worden verwacht). Daarbij zouden de voor dat begrip wezenlijke elementen op een duidelijke en meer expliciete wijze in de tekst van het ontwerp moeten worden weergegeven.

Het gebrek aan een voldoende omschrijving van de in het ontwerp bedoelde transformatie klemde des te meer in het licht van het bepaalde in artikel 40 en 43 van het ontwerp. Het resterende bedrag van veertig procent zou immers overeenkomstig artikel 40, 3°, 5), enkel worden uitbetaald op voorwaarde dat "aan alle voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart 2012 en in dit besluit, is voldaan". Met toepassing van artikel 43, 5°, wordt tot een terugvordering van verleende steun overgegaan in geval van "niet-naleving van de bij het decreet van 16 maart 2012 of dit besluit opgelegde voorwaarden binnen vijf jaar na het beëindigen van de investeringen en opleidingen". Het spreekt voor zich dat, wilden ondernemingen vermijden dat steunbedragen niet volledig worden uitbetaald of werd teruggevorderd, duidelijk moest zijn welke precies de voorwaarden waren die zij inzake transformatie moesten naleven, hetgeen een voldoende nauwkeurige omschrijving van het begrip ''transformatie" impliceerde. ( Advies 52.661/1 van 28 januari 2013 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest, p.3-4, punt 4)