In artikel 18, vierde lid, 4° en 5°, van het ontwerp werd vereist dat in de beslissing tot intrekking van de erkenning als ondersteuningsteam de mogelijkheid tot het instellen van een beroep bij de Raad van State werd vermeld (4°), en dat daarin de beroepsprocedure bij de Raad van State werd uiteengezet (5°).

Artikel 18, vierde lid, 4°, van het ontwerp moest beginnen met de woorden ‘Conform artikel 35 van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur’, om de decretale oorsprong van de verplichting tot het vermelden van de beroepsmogelijkheid bij de Raad van State aan te geven.

Voorts dient de draagwijdte van artikel 18, vierde lid, 5°, van het ontwerp nader te worden omschreven, aangezien het bezwaarlijk de bedoeling kon zijn dat de gehele beroepsprocedure bij de Raad van State, afdeling Bestuursrechtspraak, in de beslissing tot intrekking zou worden omschreven. Wellicht werd bedoeld dat enkel de termijn waarbinnen en de wijze waarop het beroep tot nietigverklaring moest worden ingesteld, moesten worden aangegeven. (Advies 55.196/3 van 27 februari 2014 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de erkenning en de subsidiëring van ondersteuningsteams, p. 7, punt 13)