Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aanpassing van een meerjarenplan Opmaakvoorwaarden beleidsrapporten

Aanpassing van een meerjarenplan

Een lokaal bestuur moet zijn meerjarenplan minstens 1 keer per jaar aanpassen. De vorm en inhoud van een aanpassing van het meerjarenplan moet, bovenop de algemene voorwaarden voor beleidsrapporten, voldoen aan een aantal specifieke regels.

Samenstelling

Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:

  • een motivering van de wijzigingen van het meerjarenplan (geen gestandaardiseerd schema).
  • de aangepaste strategische nota met aanduiding van de wijzigingen op het vlak van de beleidsdoelstellingen en de prioritaire acties of actieplannen, en de financiële kerncijfers in de beleidsverklaring ten opzichte van het laatst vastgestelde (aangepaste) meerjarenplan (geen gestandaardiseerd schema).
  • het aangepaste financieel doelstellingenplan, met aanduiding, voor de boekjaren waarvoor de jaarrekening nog niet is vastgesteld, van de wijzigingen ten opzichte van het laatst vastgestelde (aangepaste) meerjarenplan (schema M1 (W)).
  • de aangepaste staat van het financieel evenwicht, met aanduiding van de wijzigingen ten opzichte van het laatste vastgestelde (aangepaste) meerjarenplan (schema M2 (W)).
  • het aangepaste overzicht van de kredieten, met aanduiding van de wijzigingen ten opzichte van het laatste vastgestelde (aangepaste) meerjarenplan (schema M3 (W)). Bij elke aanpassing van het meerjarenplan kan het aangepaste overzicht van de kredieten de geraamde bedragen voor 1 jaar of 2 jaren bevatten. De besturen vermelden in dat geval wel uitdrukkelijk of het schema betrekking heeft op een aanpassing van de kredieten voor het lopende jaar, de vaststelling van de beginkredieten voor het volgende jaar, of een combinatie van beide. Die bijkomende vermelding verduidelijkt voor de raadsleden over welke kredieten ze stemmen.
  • een aangepaste toelichting.

Toelichting

De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:

  • een overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1 (W))
  • een overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2 (W))
  • in voorkomend geval, een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T3 (W))
  • een overzicht met de omschrijving van de investeringen en de bijbehorende uitgaven en ontvangsten voor elk jaar dat in de aanpassing van het meerjarenplan is opgenomen.

    Bij een aanpassing van het meerjarenplan visualiseert het bestuur in dit overzicht ook de wijzigingen ten opzichte van de voorgaande planning. Net als bij het originele meerjarenplan kiest het bestuur zelf op welke concrete manier het dat doet (bv. in kleuren, aparte blokken naast, onder of in mekaar, enz.)
  • een overzicht van de financiële risico’s: een omschrijving van de financiële risico’s die het bestuur loopt en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken
  • een actueel overzicht van de personeelsinzet met vermelding van het aantal voltijds equivalenten per afdeling of dienst. Zie ook de richtlijnen bij het meerjarenplan
  • een overzicht van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de andere verbonden entiteiten met vermelding van de financiële tussenkomst ervoor per verbonden entiteit
  • een beschrijving van de grondslagen en assumpties die gehanteerd werden voor de opmaak van het aangepaste meerjarenplan en de wijzigingen daarvan ten opzichte van het vorige beleidsrapport
  • een verwijzing naar de plaats waar de documentatie beschikbaar is.

Bij een aanpassing van het meerjarenplan hoort ook documentatie met achtergrondinformatie (de minimale inhoud daarvan is behalve de omgevingsanalyse hetzelfde als bij een meerjarenplan).

Wijzigingen en evoluties zichtbaar in de AMJP

Bij elke aanpassing van het meerjarenplan (AMJP) die het aan de raadsleden voorlegt geeft het bestuur steeds de wijzigingen weer ten opzichte van de voorgaande aanpassing van het meerjarenplan. Bij de eerste aanpassing vergelijkt men met het originele meerjarenplan.

Het bestuur maakt de vergelijking alleen voor de jaren waarvoor er nog geen jaarrekening beschikbaar is. Voor de jaren waarvoor er al een jaarrekening is, vermeldt het bestuur alleen het rekeningcijfer.

Met die bijkomende informatie kunnen de raadsleden de voortgang van het beleid en de financiën beter opvolgen. De documenten vermelden de evolutie van de ramingen. De verplichting om de voorgaande toestand of raming, de wijziging en de nieuwe situatie te rapporteren geldt voor de volgende onderdelen:

Strategische nota

  • de financiële kerncijfers in de beleidsverklaring in de aangepaste strategische nota
  • de beleidsdoelstellingen, prioritaire acties en actieplannen in de aangepaste strategische nota

Financiële nota

  • het aangepaste financieel doelstellingenplan (schema M1 (W))
  • de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2 (W))
  • het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3 (W))

Toelichting

  • het overzicht van de ontvangsten en de uitgaven naar functionele aard (schema T1 (W))
  • het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2 (W))
  • het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T3 (W))
  • het overzicht van de investeringen en de bijbehorende uitgaven en ontvangsten
  • het overzicht van de financiële tussenkomsten voor de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de andere verbonden entiteiten.

Meer info over de onderdelen van het meerjarenplan

Redenen voor aanpassing van het meerjarenplan

Elk bestuur moet zijn meerjarenplan minstens 1 keer per jaar aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Ook de wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. De raad kan in 1 beslissing de kredieten voor het volgende jaar vaststellen en daarbij ook de kredieten voor het lopende jaar aanpassen. Het overzicht van de kredieten (schema M3 (W)) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar en de kredieten voor het volgende boekjaar.

Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hierover geen regels op. Elk bestuur moet zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.

Aanpassing van een meerjarenplan voor wijziging of toevoeging van een prioritaire actie

De regelgeving legt geen expliciete verplichting op om een aanpassing van het meerjarenplan te doen als er een wijziging is in een prioritaire actie. Een prioritaire actie is wel een actie die de raad zo belangrijk vindt dat er expliciet moet worden over gerapporteerd in de beleidsrapporten. Het is dus logisch dat de raad zich daar eigenlijk over moet kunnen uitspreken als die prioritaire acties wijzigen. Elk bestuur moet echter zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen mogelijk zijn met een aanpassing van het meerjarenplan.

Voor de besturen die ervoor kiezen om te rapporteren op het niveau van de actieplannen gelden dezelfde principes.

Opname vorige en toekomstige boekjaren

Een bestuur moet de vorige boekjaren opnemen in de aanpassing van het meerjarenplan waarbij de kredieten voor het komende boekjaar worden vastgesteld. Het meerjarenplan start in het tweede jaar dat volgt op de lokale en provinciale verkiezingen en loopt af op het einde van het jaar na de daaropvolgende verkiezingen. De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de initiële periode van het meerjarenplan, maar de staat van het financieel evenwicht (schema M2 (W)), het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard (schema T2(W)) en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T3 (W)) moeten altijd de financiële consequenties voor ten minste 3 toekomstige boekjaren beschrijven.

Bij de aanpassing van het meerjarenplan voor de vaststelling van de kredieten voor het boekjaar 2030 bv. moet het bestuur in de schema’s M2 (W), T2 (W) en T4 (W) dus minstens de boekjaren 2026 tot 2032 opnemen. In de kolommen voor de jaren waarvoor al rekeningen zijn vastgesteld (2026 tot 2028 in het voorbeeld) moet het bestuur de rekeningcijfers opnemen. De strategische nota blijft steeds betrekking hebben op de periode 2026-2031.

Aantal boekjaren in het overzicht van de kredieten (schema M3 (W))

Met een aanpassing van het meerjarenplan kunnen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn de kredieten voor het lopende boekjaar aanpassen, die voor het volgende boekjaar vaststellen of beide beslissingen tegelijkertijd nemen. De nieuw vastgestelde kredieten, de van toepassing zijnde optie qua vastgestelde kredieten en de wijzigingen ten opzichte van de voorgaande aanpassing van het meerjarenplan komen komen expliciet tot uiting in het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3 (W)). Dat overzicht bevat alleen 2 boekjaren als de raden zowel de kredieten voor het lopende boekjaar wijzigen als die voor het volgende boekjaar vaststellen.

Geen uitvoerbare kredieten

De richtlijnen zijn dezelfde als bij een Meerjarenplan.

Saldi van de kredieten per einde boekjaar

De richtlijnen zijn dezelfde als bij een Meerjarenplan.

Grondslagen en assumpties

De richtlijnen zijn dezelfde als bij een Meerjarenplan.