Vernietiging ontslagdecreet: de impact op jouw bestuur en personeelsleden
Het Grondwettelijk Hof vernietigde op 5 juni 2025 het zogenaamde ontslagdecreet (decreet 16 juni 2023). Dat decreet stelde een nieuwe ontslagregeling vast voor statutaire personeelsleden bij lokale en provinciale besturen en hief de oude ontslagregeling op. Ontdek wat dit concreet betekent voor jouw lokaal of provinciaal bestuur.
Vernietiging door schending van het standstill-beginsel
Het decreet werd volledig vernietigd omdat er geen mogelijkheid tot re-integratie bij een onrechtmatige beëindiging was voorzien, wat voor het Hof een schending van het standstill-beginsel (artikel 23 Grondwet) betekent.
De vernietiging geldt vanaf de dag na de publicatie van het arrest van het Grondwettelijk Hof. Vanaf 6 juni 2025 is de oude ontslagregeling voor statutaire personeelsleden dus opnieuw van toepassing.
De vernietiging van het decreet houdt in dat er voorzichtigheid is aangewezen. Sommige uitvoeringsbepalingen zoals vastgesteld in het rechtspositiebesluit van 20 januari 2023 (verder: BVR RPR) kunnen immers niet verder worden toegepast wegens het verdwijnen van hun rechtsgrond door de vernietiging van het ontslagdecreet. Dit zorgt ervoor dat er enkele hiaten zijn ontstaan in de ontslagregeling van statutaire personeelsleden. Een eerste onderzoek wees uit dat er geen bepalingen meer zijn over de opzeggingstermijnen en -vergoedingen, alsook geen rechtsgrond voor de ambtshalve beëindiging van de statutaire hoedanigheid bij 10 opeenvolgende dagen van ongewettigde afwezigheid. Samen met de sociale partners zal worden bekeken hoe dit kan worden geremedieerd. Het komt immers uitsluitend de Vlaamse Regering toe om de minimale voorwaarden rond de dienstbeëindiging vast te stellen (artikel 195, 3°, eerste lid DLB en artikel 112, eerste lid, 3°, Provinciedecreet).
Impact op ontslagbeslissingen vanaf 6 juni 2025
De oude ontslagregeling uit het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (verder: DLB) en het Provinciedecreet van 9 december 2005 (verder: Provinciedecreet) herleeft.
Het blijft mogelijk om statutaire personeelsleden te ontslaan omwille van:
- ontoereikend functioneren
- gedrag (tucht)
- verlies van hoedanigheid van statutair personeelslid
- beëindiging omwille van vervroegde pensionering
Een ontslag omwille van noodwendigheden voor de werking van het bestuur, dringende reden of medische overmacht is niet langer mogelijk.
Een lokaal of provinciaal bestuur kan statutaire personeelsleden vanaf 6 juni 2025 op basis van de gronden in onderstaande afbeelding ontslaan:
Ontoereikend functioneren | Gedrag (tucht) | |
---|---|---|
Grondslag |
|
|
Modaliteiten |
|
|
Beroep |
|
|
Volgende beëindigingsgronden blijven wel mogelijk omdat ze geen uitvoering geven aan het zogenaamde ontslagdecreet:
- de ambtshalve gronden tot het verlies van de hoedanigheid van statutair personeelslid van toepassing (hoofdstuk 2, afdeling 5, onderafdeling 1, BVR RPR).
- de beëindiging omwille van vervroegde pensionering door toepassing van de pensioenwetgeving (artikel 24/3, §1, eerste lid, en §2 BVR RPR).
Impact op ontslagen gegeven tussen 1 oktober 2023 tot en met 5 juni 2025
Ontslagbeslissingen die tot en met 5 juni met toepassing van het vernietigde ontslagdecreet werden genomen, blijven rechtsgeldig. Ze kunnen niet betwist worden omwille van het vernietigde decreet. De gegeven ontslagen, inclusief de bijhorende modaliteiten, blijven van toepassing.
Ontslagen statutaire personeelsleden die in beroep wensen te gaan tegen een ontslag, zullen nog de regels van het ontslagdecreet moeten volgen en een beroep moeten indienen bij de arbeidsgerechten.
Het moment van ontslag is determinerend om de passende beroepsprocedure vast te stellen. Ook lopende procedures bij de arbeidsgerechten worden behandeld volgens de modaliteiten van het ontslagdecreet.
Meer info
Bijkomende informatie zal binnenkort beschikbaar zijn in het thema ‘Personeel’ op deze website.