Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aanslagvoeten per gemeente Opcentiemen en aanvullende lokale belastingen

Aanslagvoeten per gemeente

De aanslagvoet van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van de federale overheid en die van de opcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaamse Gewest zijn verschillend per gemeente. ​ ​​​​​

Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting

Onderstaande tabel biedt een overzicht van de aanslagvoeten in alle Vlaamse gemeenten. Zowel de huidige aanslagvoeten als de aanslagvoeten uit het verleden (vanaf 2008) zijn vermeld. Per aanslagjaar staat er ook de gemiddelde aanslagvoet.

Vanaf 2019 zien we een aantal nieuwe gemeenten, ontstaan uit de fusie van 2 of meer vroegere gemeenten. Vanaf 2025 zullen er opnieuw enkele nieuwe gemeenten in het overzicht te vinden zijn.

In de tabel werd ook een gemiddeld tarief voor alle Vlaamse gemeenten berekend. Wat de gemeentelijke tarieven precies aan de gemeenten opleveren, rekening houdend met het belastbaar inkomen van de inwoners van de gemeenten, kan je bekijken in de BBC-analysetool. Die maakt het ook mogelijk om vergelijkingen te maken met buurgemeenten, gemeenten in dezelfde sociaaleconomische cluster en het gemiddelde binnen het Vlaamse Gewest.

Opcentiemen op de onroerende voorheffing

Onderstaande tabel biedt een overzicht van de aanslagvoeten in alle Vlaamse gemeenten. Zowel de huidige aanslagvoeten als de aanslagvoeten uit het verleden (vanaf 2008) worden vermeld. Per aanslagjaar staat er ook de gemiddelde aanslagvoet.

De breuklijn in de tarieven van de onroerende voorheffing in 2018 ten opzichte van de voorgaande jaren, valt te verklaren met een eenvoudige rekensom. In dat jaar werden de persoonsgebonden aangelegenheden van de provincies overgeheveld naar het Vlaamse Gewest en de gemeenten. De provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing werden geïntegreerd in de Vlaamse basisheffing, die daardoor steeg met een factor 1,588. Omdat die verhoging automatisch zou doorwerken in de ontvangsten die de gemeenten verwerven via hun opcentiemen op de Vlaamse basisheffing, verlaagden de gemeenten hun tarieven navenant met een quotiënt 1,588. Daarnaast stond het de gemeenten uiteraard vrij om hun (omgerekende) opcentiemen te verhogen of te verlagen.

Vanaf 2019 staan zien we een aantal nieuwe gemeenten, ontstaan uit de fusie van 2 of meer vroegere gemeenten. Vanaf 2025 zullen er opnieuw enkele nieuwe gemeenten in het overzicht te vinden zijn.

In de tabel werd ook een gemiddeld tarief voor alle Vlaamse gemeenten berekend. Wat de gemeentelijke tarieven precies aan de gemeenten opleveren, rekening houdend met hun bevolkingssamenstelling en de onroerende goederen op hun grondgebied en hun waardering, kan je bekijken in de BBC-analysetool. Die maakt het ook mogelijk om vergelijkingen te maken met buurgemeenten, gemeenten in dezelfde sociaaleconomische cluster en het gemiddelde binnen het Vlaamse Gewest.