Lokale besturen en publieke laadinfrastructuur
De uitrol van publieke laadinfrastructuur op het openbare domein zal de komende jaren door de Vlaamse overheid georganiseerd worden, tenzij de stad/gemeente beslist heeft om dit zelf te doen. De lokale besturen zijn hierbij in elk geval belangrijke partners. Op deze pagina vindt u informatie die specifiek voor lokale besturen is bedoeld.
Leidraad Lokaal laden
De leidraad bundelt alle relevante en recente informatie over het laadpalenbeleid van de Vlaamse overheid voor de lokale besturen. In de leidraad ligt de focus op de uitrol van publiek toegankelijke laadpunten voor elektrische voertuigen op het openbare domein.
Concessie voor laadpaalexploitanten
De uitrol van publieke laadpunten gebeurt door middel van een concessie-opdracht. De Vlaamse Regering duidt laadpaaloperatoren aan die gedurende twee jaar de uitrol verzorgen in de deelnemende Vlaamse steden en gemeenten.
De plaatsingstermijn van de concessie, met Engie en TotalEnergies als concessiehouders, is afgelopen op 7 oktober 2025. Een nieuwe concessie is in voorbereiding. Antwerpen, Gent, Genk, Leuven, Mechelen, Blankenberge, Knokke-Heist, Sint-Truiden, Temse, As en Aalter zullen de komende periode zelf instaan voor de publieke laadpalen op hun grondgebied.
Behoefte aan publieke laadinfrastructuur per gemeente/stad
Op basis van de ingeschatte toekomstige vlootsamenstelling en de Europese AFIR-doelstelling is een inschatting gemaakt van de publieke laadbehoefte voor personen- en bestelwagens in Vlaanderen in 2028 en 2030. Op basis van een aantal goed gekozen paramaters is die laadbehoefte verdeeld over de gemeenten en steden in Vlaanderen. De cijfers zijn terug te vinden via de GIS-kaart Laadbehoeften(opent in nieuw venster).
De aantallen zijn een inschatting van de minimale publieke laadbehoefte. Het is de bedoeling om met deze aantallen aan de slag te gaan bij het opstellen van een strategisch laadplan voor de gemeente of stad.
Strategische voorstellen van lokale besturen
Lokale besturen kunnen een strategisch laadplan opmaken, dat o.m. als basis zal dienen voor de uitrol van laadpalen in de nieuwe concessie. Dat laadplan moet rekening houden met de minimale laadbehoeften en de elementen bevatten die opgenomen zijn in de leidraad Strategisch laadplan(Powerpoint bestand), die aan de gemeenten en steden werd bezorgd.
Als er (nog) geen door DMOW gevalideerd strategisch laadplan bestaat, kunnen er ook nog steeds suggesties voor laadpalen op strategische locaties worden doorgegeven via het e-loket van de Vlaamse overheid. In het voorstel worden het aantal laadpalen, het type lader (normaal of snel), de locatie(s) en een motivering voor hetgeen wordt voorgesteld meegegeven.
E-loket voor burgers (Paal volgt Wagen)
De uitrol zal ook vraag- en datagestuurd verlopen. Voor de juridische basis verwijzen we naar het BVR over de laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen(PDF bestand opent in nieuw venster) en het bijhorende MB over de beschikbaarheid van laadinfrastructuur(PDF bestand opent in nieuw venster). Met de strategie van Paal volgt Wagen kunnen burgers, ondernemingen en organisaties via een e-loket een publieke laadpaal aanvragen.
Ook organisaties voor autodelen en taxibedrijven kunnen een laadpunt aanvragen; maar dat zullen dan private laadpunten zijn die enkel door hen gebruikt kunnen worden.
Paal volgt Paal
Het Paal volgt Paal-principe betekent dat er automatisch laadpunten worden bijgeplaatst wanneer bestaande laadpalen zeer frequent worden gebruikt.
De concessiehouders zullen in principe een laadpaal bijplaatsen volgens Paal volgt Paal als één van de volgende voorwaarden is vervuld. Die worden getoetst aan de laatste 3 beschikbare maandcijfers:
- op beide laadpunten van de betrokken laadpaal wordt elke maand meer dan 1.000 kWh geladen,
- op beide laadpunten van de betrokken laadpaal is de bezettingsgraad op dagbasis gemiddeld hoger dan 65%.
Efficiënt gebruik van laadpunten stimuleren
Gezien de snelle transitie naar een elektrische mobiliteit en de bijhorende stijgende laadbehoefte is het essentieel om als lokaal bestuur het efficiënt gebruik van laadpunten te stimuleren. Het neemt niet alleen frustraties bij e-rijders weg die geen laadplek kunnen vinden, maar het zorgt op termijn ook voor minder inname van het openbaar domein. Door efficiënt gebruik van laadpunten aan te moedigen, kunnen meer e-rijders hun voertuig opladen en is er een lagere nood aan bijkomende laadinfrastructuur.
Een lokaal bestuur heeft verschillende mogelijkheden om het efficiënt gebruik van laadpunten te stimuleren. We raden aan om één of meerdere van volgende maatregelen toe te passen, waarbij het rotatietarief eerder een laatste optie is die gebruikt kan worden.
- Stap 1
Voorbehouden parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn voor velen een nieuw gegeven. Het is als stad of gemeente belangrijk om het doel en het gebruik van deze parkeerplaatsen duidelijk te maken aan haar inwoners en bezoekers. Zorg ervoor dat er heldere informatie wordt opgenomen op de lokale website en/of op lokale informatiekanalen zoals een nieuwsbrief of sociale media.
- Stap 2
Voorzie op elke laadplek duidelijke signalisatie door middel van het verkeersbord E9a met het onderbord met een stekker zoals bedoeld in art. 70.2.1 3° h) van het Verkeersreglement. Het symbool voor elektrische voertuigen kan ook geïntegreerd worden op het E9-bord. Dit is (zeer) belangrijk in combinatie met het reglement voor de wegbeheerder dat max. 1 onderbord toelaat, waardoor bv. ‘betalend’ niet zou kunnen aangebracht worden. Daarnaast wordt aangeraden om laadplekken zo in te richten dat deze goed opvallen voor alle weggebruikers, dit kan bijvoorbeeld door het aanbrengen van (gekleurde) grondmarkeringen.
- Stap 3
Door de plaatsing van het verkeersbord E9a met het onderbord met een stekker zoals bedoeld in art. 70.2.1 3° h) van het Verkeersreglement, wordt het gebruik van een laadplek voorbehouden voor elektrische en hybride voertuigen die geconnecteerd zijn met de laadinfrastructuur. Andere voertuigen (bv. benzine- of dieselvoertuigen) en elektrische of hybride voertuigen die niet geconnecteerd zijn met de laadinfrastructuur mogen geen gebruik maken van de laadplek. Aangezien het gaat over een verkeersbord dat het stilstaan en parkeren regelt, dienen steden en gemeente per laadplek wel een aanvullend verkeersreglement te nemen, alvorens dit gehandhaafd kan worden.
Gedetailleerde informatie over de handhaving van laadplekken wordt beschikbaar gesteld via de VVSG, online raadpleegbaar via deze link(opent in nieuw venster) (zie hoofdstuk Handhaving).
- Stap 4
Laadplekken kunnen ook opgenomen worden in een breder parkeerbeleid. Steden en gemeenten kunnen beperking in tijd (bv. een blauwe zone) ook toepassen op laadplekken. Denk hierbij als stad of gemeente goed na of het wenselijk is om het gebruik van laadplekken te beperken in tijd, aangezien de laadinfrastructuur nog altijd tegemoet moet komen aan de laadbehoefte van de e-rijders. Een tijdlimiet van vier uur overdag is gangbaar. Maar dit zal altijd ook afhankelijk zijn van het lokale parkeerbeleid en de plaats of het gebied in kwestie.
Een stad of gemeente kan ook een parkeertarief toepassen op laadplekken. Dit tarief staat volledig los van het laadtarief dat betaald dient te worden voor het opladen van het voertuig.
- Stap 5
Het rotatietarief is een tijdgebonden tarief dat wordt aangerekend vanaf het moment dat een elektrisch of plug-in-hybride voertuig volledig is opgeladen en geconnecteerd blijft. Meestal wordt aan de e-rijders wel een tijdsvenster gegeven om de wagen te verplaatsen. Bij het rotatietarief is het nuttig om vooraf na te denken over de haalbaarheid om de volgeladen wagen te verplaatsen. Zo is het bijvoorbeeld niet haalbaar om voertuigen ’s nachts te verplaatsen, net zoals bij de maatregelen zoals een tijdlimiet.