Bijna 11% van 25- tot 64-jarigen volgt opleiding
In 2021 nam 10,8% van de inwoners van het Vlaamse Gewest tussen 25 en 64 jaar deel aan een opleiding (binnen of buiten het reguliere onderwijs) tijdens de 4 weken voorgaand aan de bevraging. In de periode 2006-2020 schommelde de opleidingsdeelname telkens tussen 7% en 9%.
Als gevraagd wordt naar het volgen van een opleiding in de afgelopen 12 maanden in plaats van de afgelopen 4 weken, stijgt het aandeel tot 20,8% in 2021.
25- tot 34-jarigen, hooggeschoolden en werklozen nemen vaker deel aan opleiding
In 2021 was er weinig verschil tussen de participatie van mannen en vrouwen aan een opleiding tijdens de afgelopen 4 weken. Bij mannen ging het om 10,5%, bij vrouwen om 11,1%.
Naar leeftijd lag de opleidingsdeelname het hoogst bij de jongste leeftijdsgroep: 16,4% van de 25- tot 34-jarigen nam deel aan een opleiding tegenover 12,7% bij de 35- tot 44-jarigen, 8,8% bij de 45- tot 54-jarigen en 6,1% bij de 55- tot 64-jarigen.
Ook naar onderwijsniveau was er een duidelijk verschil: hooggeschoolden (16,4%) participeerden veel vaker dan laaggeschoolden (4,5%) en middengeschoolden (6,9%) aan een opleiding.
Ten slotte was er ook een verschil naar socio-economische positie. Werklozen (20,5%) participeerden het vaakst, meer dan de werkenden (11,2%). De groep niet-beroepsactieven (personen die niet werken en die ook niet actief op zoek zijn naar een job) volgde het minst vaak een opleiding (7,7%).
Vlaamse opleidingsdeelname op EU-gemiddelde
In het Vlaamse Gewest (10,8%) namen in 2021 meer 25- tot 64-jarigen deel aan een opleiding dan in het Waalse Gewest (7,5%), maar minder dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (14,6%).
In de Europese Unie (EU27) volgde in 2021 gemiddeld 10,8% van de inwoners een opleiding. Dat aandeel lag even hoog als in het Vlaamse Gewest. Tussen de EU-landen zijn er grote verschillen. Zo nam in Zweden 34,7% deel aan een opleiding. In Bulgarije ging het om 1,8%.