Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bevolking naar positie in het huishouden Bevolking

Bevolking naar positie in het huishouden

Gepubliceerd op 5 juli 2023 • Volgende update: juli 2024
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Aantal samenwonenden met partner en kind(eren) daalt

Begin 2023 woonden iets meer dan 3,3 miljoen inwoners van het Vlaamse Gewest samen met een partner, al dan niet met inwonende kinderen. Daarnaast woonden ruim 1,9 miljoen inwoners als kind (ongeacht de leeftijd) bij 1 of 2 ouders (of bij een ouder en zijn/haar partner). Bijna 968.000 personen woonden alleen en bijna 243.000 personen waren alleenstaande ouders.

Het percentage inwoners dat begin 2023 met een partner en zonder kinderen woonde was iets groter (25%) dan het percentage dat met een partner en met 1 of meer kind(eren) samenwoonde (24%). De groep kinderen die bij 2 ouders woonde was iets kleiner (23%).

Sinds 2000 daalt het aandeel inwoners dat met een partner en 1 of meer kinderen samenwoont evenals het aandeel kinderen dat bij 2 ouders inwoont.

Bij de personen van 18 jaar en ouder die begin 2023 samenwoonden met een partner, woonden er 3 op de 4 gehuwd samen, 1 op de 4 woonde ongehuwd samen.

De ene helft van de samenwonende partners had inwonende kinderen, de andere helft niet. Bij ongehuwde samenwonende partners lag dit iets boven de 50%, bij gehuwd samenwonende partners iets onder de 50%.

Bij de personen van 18 jaar en ouder die met 1 of meer kinderen (ongeacht de leeftijd) samenwoonden, waren er bijna 2 op de 3 gehuwde ouders (of een ouder en stiefouder).

Meer dan de helft van de 65-plussers woont gehuwd samen zonder kinderen

Van alle 0- tot 17-jarigen woonden er begin 2023 56% bij een gehuwd paar. 26% woonde bij een ongehuwd paar en 15% woonde bij een alleenstaande ouder.

Personen van 18 tot 64 jaar namen uiteenlopende posities in het huishouden in. De grootste groep (28%) woonde gehuwd samen met een partner en 1 of meer kind(eren). Tussen 10% en 14% woonde als kind bij een gehuwd paar, alleen, gehuwd met een partner maar zonder kinderen of ongehuwd met kinderen.

Bij de 65-plussers woont ruim de helft gehuwd samen met een partner maar zonder kinderen. Ruim een kwart (28%) woont alleen.

In de kustgemeenten leeft men minder vaak in gezinsverband

Begin 2023 woonde meer dan de helft (56%) van de bevolking in gezinsverband. Het gaat dan om kinderen (ongeacht hun leeftijd) die bij 1 of 2 ouders wonen en om 18-plussers die samenwonen met 1 of meer kinderen.

In de rand rond Brussel leefde men vaker in gezinsverband (>65%) dan gemiddeld. In de kustgemeenten en in Leuven was dat veel minder het geval (<50%).

Minder alleenwonenden en alleenstaande ouders in Vlaams Gewest dan in andere gewesten

Het Vlaamse Gewest onderscheidde zich begin 2023 van de andere gewesten door een lager aandeel alleenwonenden, een lager aandeel alleenstaande ouders en een lager aandeel kinderen bij een alleenstaande ouder.

Het aandeel gehuwd samenwonende partners (zonder of met inwonende kinderen) lag hoger in het Vlaamse Gewest dan in de andere gewesten. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest lag het aandeel alleenwonenden het hoogst.

Percentage alleenwonenden in Vlaams Gewest onder Europees gemiddelde

In het Vlaamse Gewest lag het percentage alleenwonenden in 2022 iets lager dan het gemiddelde van de 27 landen van de Europese Unie (EU27). Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest behoorde net als Estland, Litouwen, Denemarken, Zweden en Finland tot de groep met het hoogste percentage alleenwonenden.