Minder samenwonenden met partner en kind(eren)
Begin 2022 woonden 3,3 miljoen inwoners van het Vlaamse Gewest samen met een partner, al dan niet met inwonende kinderen. Daarnaast woonden 1,9 miljoen inwoners als kind (ongeacht de leeftijd) bij 1 of 2 ouders (of bij een ouder en zijn/haar partner). Bijna 950.000 personen woonden alleen; en bijna 238.000 personen waren alleenstaande ouders.
Het percentage inwoners dat begin 2022 met een partner en zonder kinderen woonde was even groot als het percentage dat met een partner en met 1 of meer kind(eren) samenwoonde (telkens 25%). De groep kinderen die bij 2 ouders woonde was iets kleiner (23%).
Sinds 2000 daalt het aandeel volwassenen dat met een partner én met 1 of meer kinderen samenwoont, evenals het aandeel kinderen dat bij 2 ouders inwoont. De trends van de voorbije jaren zetten zich verder, maar zijn afgezwakt.
3 op 4 samenwonende partners zijn gehuwd
Bij de volwassenen die begin 2022 samenwoonden met een partner, woonden er 3 op de 4 gehuwd samen, 1 op de 4 woonde ongehuwd samen.
De ene helft van de samenwonende partners had inwonende kinderen, de andere helft niet. Dit was het geval zowel bij diegenen die gehuwd samenwoonden als bij diegenen die ongehuwd samenwoonden.
Bij de volwassenen die met 1 of meer kinderen (ongeacht de leeftijd) samenwoonden, waren er bijna 2 op de 3 gehuwde ouders (of een ouder en stiefouder).
Gehuwde partners en gehuwde ouders nog steeds meest voorkomend
Van alle 0- tot 17-jarigen wonen er begin 2022 bijna 6 op de 10 bij een gehuwd paar. 26% woont bij een ongehuwd paar, 15% woont bij een alleenstaande ouder.
Volwassenen van 18 tot 64 jaar nemen uiteenlopende posities in het huishouden in. De grootste groep (28%) woont gehuwd samen met een partner én met 1 of meer kind(eren). Tussen 10% en 14% woont als kind bij een gehuwd paar, alleen, ongehuwd met of zonder kinderen, of gehuwd met een partner maar zonder kinderen.
Bij de 65-plussers woont ruim de helft gehuwd samen met een partner maar zonder kinderen. Ruim een kwart (28%) woont alleen.
Concentraties van gezinnen in elke provincie
Begin 2022 woont meer dan de helft (56%) van de bevolking in gezinsverband. Het gaat dan om kinderen (ongeacht hun leeftijd) die bij 1 of 2 ouders wonen en om volwassenen die samenwonen met 1 of meer kinderen.
In elke provincie zijn er enkele gemeenten waar meer in gezinsverband wordt geleefd dan gemiddeld genomen. In de rand rond Brussel komt leven in gezinsverband vaker voor (>65%) dan gemiddeld. In de kustgemeenten en in Leuven is dit veel minder het geval.
Minder alleenwonenden en alleenstaande ouders in Vlaams Gewest dan in andere gewesten
Het Vlaamse Gewest onderscheidt zich begin 2022 van de andere gewesten door een lager aandeel alleenwonenden en door een lager aandeel kinderen bij een alleenstaande ouder.
Het aandeel gehuwd samenwonende partners (zonder of met inwonende kinderen) ligt hoger in het Vlaamse Gewest dan in de andere gewesten. In het Brusselse Gewest ligt het aandeel alleenwonenden het hoogst.
Percentage alleenwonenden in Vlaams Gewest onder Europees gemiddelde
In het Vlaamse Gewest lag het percentage alleenwonenden in 2020 iets lager dan het gemiddelde van de landen van de Europese Unie (EU). Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest behoorde net als de Scandinavische landen en Duitsland tot de groep met het hoogste percentage alleenwonenden.
Bronnen
- Statistiek Vlaanderen: Structuur van de bevolking opent in nieuw venster
- Statbel: Bevolking opent in nieuw venster
- Eurostat: EU-SILC Survey opent in nieuw venster