Gedaan met laden. U bevindt zich op: Huishoudensvooruitzichten: huishoudens met kinderen Bevolking

Huishoudensvooruitzichten: huishoudens met kinderen

Gepubliceerd op 11 mei 2021 • Volgende update: mei 2024
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Amper stijging van aantal huishoudens met inwonende kinderen

Begin 2020 waren er in het Vlaamse Gewest 1,06 miljoen huishoudens met inwonende kinderen. Dat komt overeen met 37% van alle private huishoudens . De resultaten van de demografische vooruitzichten van Statistiek Vlaanderen van 2021 geven aan dat het aantal huishoudens met inwonende kinderen tussen 2020 en 2030 amper zal toenemen (+0,4%). In 2030 zullen er in 35% van alle huishoudens inwonende kinderen zijn.

De verwachte stijging van het totale aantal huishoudens (+7%) in de periode 2020-2030 berust dus bijna volledig op een toename van het aantal huishoudens zonder inwonende kinderen (+11%).

Er wordt tussen 2020 en 2030 wel een wijziging verwacht inzake het aantal inwonende kinderen in een huishouden. Het aantal huishoudens met 1 inwonend kind zal verder afnemen tegen 2030 (-4%). Het aantal huishoudens met 2 of meer inwonende kinderen zal toenemen (+4%).

Toename van huishoudens met kinderen bij alleenstaande ouder

Begin 2020 waren er iets meer dan 812.000 huishoudens met kinderen bij een ouderpaar en bijna 251.000 huishoudens met kinderen bij een alleenstaande ouder. Het aantal huishoudens met kind(eren) bij een alleenstaande ouder zal naar verwachting tussen 2020 en 2030 toenemen (+7%). Het aantal huishoudens met kind(eren) bij een ouderpaar zal in geringe mate dalen (-2%).

Binnen de huishoudens met kinderen zal het aandeel met kind(eren) bij een alleenstaande ouder wijzigen van 24% in 2020 naar 25% in 2030. In 2010 lag dat aandeel op 22%.

Sterkere daling van aantal huishoudens met kinderen in Limburg

In ruim de helft (176) van de gemeenten in het Vlaamse Gewest wordt tussen 2020 en 2030 een daling verwacht van het aantal huishoudens met inwonende kinderen. Die daling kan oplopen tot meer dan 10%. In 37 gemeenten blijft dit aantal stabiel. In 86 gemeenten wordt een groei verwacht, die kan oplopen tot meer dan 10%.

Een sterke daling van het aantal huishoudens met inwonende kinderen doet zich vooral voor in gemeenten van de provincie Limburg en aan de kust. De meeste gemeenten met een sterke groei bevinden zich in de provincie Vlaams-Brabant en in het bijzonder in enkele gemeenten rond het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.