Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Levensverwachting Levensverwachting

Metadata: Levensverwachting

Contactorganisatie entiteit

Vlaamse Statistische Autoriteit

Metadatafiche laatste update

12/09/2025

Databron

Administratieve data (Rijksregister)

Statbel heeft wettelijke toegang tot het Rijksregister. Zij bezorgen de VSA jaarlijks (rond 15 juni) een extractie.

Statistische populatie

Wettelijke bevolking van België

Variabelen

Geslacht

  • Man
  • Vrouw

Bewerkingen

De levensverwachting op een bepaalde leeftijd geeft aan hoeveel levensjaren een persoon nog kan verwachten te leven vanaf die leeftijd als hij/zij de rest van zijn/haar leven onderhevig zou zijn aan de waargenomen sterftekansen per leeftijd van de observatieperiode. Het is een veel gerapporteerde periodemaat, die een graadmeter is voor het algemene gezondheidspeil van de bevolking in de observatieperiode. De levensverwachting bij geboorte is de levensverwachting vanaf de geboortedag, gemiddeld genomen voor allen die dat jaar geboren zijn.

Statistische diensten hanteren 2 bepalingen van de leeftijd bij het opstellen van demografische parameters, uitgaande van de zogenaamde ‘dubbele classificatie’ voor de leeftijd:

  1. leeftijd volgens de laatste verjaardag = het aantal voorbije verjaardagen (exacte leeftijd)
  2. leeftijd volgens het geboortejaar = het aantal gehele jaren tussen observatiejaar en geboortejaar.

In het algemeen geldt voor leeftijden x ≥ 1 jaar dat de levensverwachting met leeftijd volgens het geboortejaar hoger ligt dan de levensverwachting met leeftijd volgens de laatste verjaardag. Tot ongeveer 50 jaar bij mannen en 60 jaar bij vrouwen, bedraagt het verschil bij benadering 0,5 jaar. Nadien versmalt het verschil gradueel. Dat kan verklaard worden doordat in de bepaling met leeftijd volgens het geboortejaar, de levensverwachting op opeenvolgende leeftijden bepaald wordt op 1 januari van het jaar waarin men die leeftijd zal bereiken. Bij de bepaling met leeftijd volgens de laatste verjaardag is dat op de dag van de verjaardag, die gemiddeld genomen ergens halfweg het kalenderjaar valt.

Hier wordt telkens de berekening met exacte leeftijd aangehouden.

Accuraatheid

Het zijn populatiedata. Er is dus geen steekproeffout. Maar de administratieve data zijn uiteraard niet foutenvrij. Foutieve en/of laattijdige registratie door het Rijksregister komt zeker voor. Een vergelijking van Stand- en Loopgegevens in de DEMOBEL-databank maakt bijvoorbeeld duidelijk dat er jaarlijks een statistische aanpassing nodig is “om de rekening te doen kloppen”. Die aanpassing is doorgaans wel beperkt. Voor 2024 bedroeg de aanpassing 801 personen voor België, op een totaal van bijna 11,7 miljoen inwoners. Dit aantal ziet Statbel als een indicatie van de hoge kwaliteit van de gegevens.

De berekeningen van de levensverwachting zijn gebaseerd op het aantal overlijdens per leeftijd, zoals ondergebracht in de sterftetafel met zogenaamde ‘dubbele leeftijdsclassificatie’, volgens leeftijd en volgens het geboortejaar. Statbel volgt hierbij richtlijnen van Eurostat.

De verwerking van bepaalde gegevens van de sterftecertificaten (waaronder de medische gegevens met de doodsoorzaken) zijn per Koninklijk Besluit toevertrouwd aan de regionale overheden (gewesten en gemeenschappen) van België. Voor de Vlaamse overheid staat het Agentschap Zorg en Gezondheid hiervoor in (onder het gezag van daartoe bevoegde artsen-ambtenaren). De coördinatie van het geheel aan registraties voor de opmaak van de wettelijke overlijdensstatistieken wordt door Statbel waargenomen. De diverse betrokken federale en regionale partners komen dan ook af en toe samen om hun werkzaamheden nader op elkaar af te stemmen (in een werkgroep van de Hoge Raad voor de Statistiek).

De finale statistiek van de overlijdens wordt door Statbel opgemaakt op basis van 2 bronnen: 1) het Rijksregister van de natuurlijke personen (RR), en 2) de statistische formulieren voor aangifte van een overlijden bij de burgerlijke stand (al of niet via elektronische aangifte) waarvan de relevante informatie vanuit de gewesten en gemeenschappen is aangeleverd volgens gangbare standaarden en procedures.

Statbel neemt enkel de sterfgevallen in aanmerking van personen die op het tijdstip van het overlijden hun wettelijke woonplaats in België hadden en tot de wettelijke bevolking gerekend worden (uitsluiting van het wachtregister voor asielzoekers/verzoekers om internationale bescherming). Daarbij wordt (sinds 2010) gesteund op de registers voor de wettelijke bevolking in het Rijksregister van de natuurlijke personen (RR) als referentiebron.

Vergelijkbaarheid

De data zijn vergelijkbaar met de andere regio’s van België. Vergelijking met andere landen is moeilijker omdat Eurostat i.p.v. de “wettelijke bevolking” de “gewoonlijk verblijvende bevolking” rapporteert. De “gewoonlijk verblijvende bevolking” (“usually resident population”), is de bevolking die op het aangegeven territorium (land/regio/gemeente) gewoonlijk verblijf houdt. De “gewone verblijfplaats” slaat meer bepaald op de plaats waar een persoon normaal leeft, ongeacht tijdelijke afwezigheden om reden van recreatie, verloven, bezoeken aan vrienden of bekenden, werkomstandigheden, medische verzorging of religieuze bedevaarten. Worden enkel als gewoonlijke residenten beschouwd: 1) de personen die al langer dan 12 maanden vóór de referentietijd (1 januari van het aangegeven jaar) in de verblijfplaats leven, en 2) degenen die binnen de laatste 12 maanden vóór de referentietijd zijn gearriveerd met de bedoeling om er langer dan een jaar te verblijven (cf. Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europese Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming). Belangrijk in de Europese bepaling is dat ook de asielzoekers worden meegeteld, tenminste voor zolang ze langdurig (>12 maanden) in het ontvangstland verblijven (ingeschreven zijn) of althans de intentie daartoe hebben. In de praktijk hanteren de EU-lidstaten diverse methodes om – bij benadering – te voldoen aan de Europese bepalingen over de “gewoonlijk verblijvende bevolking” en de “internationale migraties”. Vanaf 2011 rapporteert lidstaat België aan Eurostat over de “gewoonlijk verblijvende bevolking” volgens de Europese definitie. Die telt iets meer leden dan de “wettelijke bevolking” (ongeveer 30.000 extra voor België en 10.000 extra voor het Vlaamse Gewest). De Europese statistiek mist de kwaliteit van een gesloten logisch systeem dat kenmerkend is voor de Belgische bevolkingsstatistiek. Die laatste vertoont echter een blinde vlek voor de niet-wettelijke bevolking (asielzoekers, zogenaamde ‘mensen zonder papieren’, transitmigranten, enz.). Het is echter ook niet altijd duidelijk in welke mate de diverse lidstaten een duidelijk zicht hebben op de sterfte binnen de “gewoonlijk verblijvende bevolking”.

De federale overheid rapporteert ook periodiek over de statistieken van de overlijdens aan diverse internationale instanties, waaronder Eurostat en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

Naar de statistiek