Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bevolking in armoede of sociale uitsluiting Inkomen en armoede

Bevolking in armoede of sociale uitsluiting

Gepubliceerd op 21 februari 2024 • Volgende update: februari 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Ruim 12% van bevolking leeft in armoede of sociale uitsluiting

Volgens de EU-SILC-enquête van 2023 leefde 12,2% van de inwoners van het Vlaamse Gewest in armoede of sociale uitsluiting. Dat komt overeen met ongeveer 810.000 personen.

Het gaat om personen die voldoen aan de criteria van de samengestelde armoede-indicator van de Europa 2030-strategie. Dat zijn personen die leven in een huishouden met een inkomen onder de , die leven in een huishouden met en/of die jonger zijn dan 65 jaar en leven in een huishouden met .

Bovenstaande samengestelde indicator wijkt beperkt af van de indicator die vroeger werd gebruikt in het kader van de opvolging van de Europa 2020-strategie. De deprivatiemaat werd uitgebreid met een sociale dimensie en bij de bepaling van de werkintensiteit van een huishouden werd de afbakening van de actieve bevolking uitgebreid van 60 jaar naar 64 jaar. Voor de meest recente jaren kon zowel de nieuwe EU2030-indicator als de vroeger gebruikte EU2020-indicator worden berekend. De percentages bij de EU2030-indicator liggen iets hoger dan bij de EU2020-indicator, met uitzondering van het jaar 2022.

De EU-SILC-enquête werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren. Wel kan gesteld worden dat het aandeel personen in armoede of sociale uitsluiting berekend volgens de EU2020-indicator in de meer recente jaren lager ligt dan in de periode 2004-2012.

Hoogste aandeel personen in armoede of sociale uitsluiting bij werklozen

Naar geslacht was het aandeel personen in armoede of sociale uitsluiting in 2023 ongeveer gelijk. Ook naar leeftijd zijn er weinig verschillen.

Opgedeeld naar huishoudtype lag het aandeel in armoede of sociale uitsluiting in 2023 het hoogst bij personen in eenoudergezinnen (29%) en eenpersoonshuishoudens (24%).

Naar arbeidsstatus is het hoogste aandeel in armoede of sociale uitsluiting te vinden bij werklozen (53%) en niet-actieven (zonder gepensioneerden) (30%). Het aandeel lag in 2023 ook veel hoger bij huurders (33%) dan bij eigenaars (7%).

Het aandeel in armoede of sociale uitsluiting neemt af naarmate het opleidingsniveau stijgt: bij laaggeschoolden ging het in 2023 om 25%, bij hooggeschoolden om 6%.

Ten slotte varieert het aandeel in armoede of sociale uitsluiting ook naar geboorteland. Personen geboren in België kennen het laagste aandeel (10%), personen geboren buiten de Europese Unie het hoogste aandeel (37%).

Aandeel in armoede of sociale uitsluiting hoogst in provincie Antwerpen

Het aandeel personen in armoede of sociale uitsluiting lag in 2023 het hoogst in de provincie Antwerpen (15%) en het laagst in West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant (telkens 11%).

Aandeel in armoede of sociale uitsluiting in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten en dan EU27-gemiddelde

Het aandeel personen in armoede of sociale uitsluiting lag in 2022 in het Vlaamse Gewest (11%) lager dan in het Waalse Gewest (26%) en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (39%). In België in zijn geheel lag het aandeel op 19%.

Het aandeel personen in armoede of sociale uitsluiting lag in 2022 in de 27 landen van de Europese Unie (EU27) op 22% van de bevolking. In Tsjechië lag dat aandeel het laagst (12%), in Roemenië het hoogst (34%).

Cijfers voor 2023 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar. Maar voor België en de gewesten is dat wel het geval. In 2023 lag het aandeel personen in armoede of sociale uitsluiting in het Vlaamse Gewest op 12%, in het Waalse Gewest op 24% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op 38%. In België in zijn geheel ging het om 19%.