Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

10% van bevolking geeft aan moeilijk rond te komen met beschikbaar inkomen

In 2022 leefde 10% van de bevolking in het Vlaamse Gewest in subjectieve armoede. Dat komt overeen met ongeveer 650.000 personen. Het gaat om personen die deel uitmaken van een huishouden dat zelf aangeeft moeilijk tot zeer moeilijk rond te komen met het beschikbare inkomen.

De EU-SILC-enquête waarop deze cijfers gebaseerd zijn, werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren. Wel kan gesteld worden dat het aandeel personen in subjectieve armoede in de meest recente jaren iets lager ligt dan in de periode tot 2017.

Subjectieve armoede hoogst bij werklozen en eenoudergezinnen

Naar geslacht en leeftijd bleef het verschil op vlak van subjectieve armoede in 2022 beperkt.

Het hoogste aandeel dat aangeeft moeilijk rond te komen was te vinden bij werklozen (32%). Ook personen in eenoudergezinnen (27%), huurders (24%), alleenstaanden (21%), niet-actieven zonder gepensioneerden (19%) en laaggeschoolden (18%) kenden een duidelijk hogere subjectieve armoede dan gemiddeld.

Subjectieve armoede in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten en EU-gemiddelde

Er zijn in het Vlaamse Gewest relatief gezien minder personen in een huishouden dat aangeeft (zeer) moeilijk rond te komen dan in de andere Belgische gewesten. In het Vlaamse Gewest ging het in 2021 om 9% van de bevolking, in het Waalse Gewest om 22% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om 30%.

Het aandeel personen in subjectieve armoede lag in 2021 in de Europese Unie (EU27) op 18% van de bevolking. In Nederland en Finland lag dat aandeel het laagst (telkens 6%), in Griekenland het hoogst (71%).

Cijfers voor 2022 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar.