Huishoudinkomen in Vlaams Gewest gemiddeld op 2.622 euro per maand
In 2022 lag het gemiddelde netto in het Vlaamse Gewest op 2.622 euro per maand. In 2006 ging het om 2.156 euro per maand (uitgedrukt in van 2021). Dat is een stijging van bijna 22% of gemiddeld 1,4% per jaar.
Bij de berekening van het worden alle inkomens van alle leden van het huishouden meegeteld. Er wordt ook rekening gehouden met de aftrek van de directe belastingen en bijdragen voor de sociale zekerheid (netto), met de verschillen in samenstelling en grootte van de huishoudens (equivalent) en met de inflatie door weergave van de bedragen in reële prijzen van 2021.
Bovenstaande cijfers werden berekend op basis van het totale beschikbare inkomen van de huishoudens in het jaar voorafgaand aan de enquête. De cijfers van 2022 hebben dus betrekking op de huishoudinkomens van 2021.
De EU-SILC-enquête waar deze cijfers op gebaseerd zijn, werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren. Opvallend is wel dat het netto equivalent huishoudinkomen tussen 2021 en 2022 zeer licht is gedaald, terwijl dat in andere jaren doorgaans stijgt. Dat lijkt een gevolg van het gecombineerde effect van de economische impact van de Covid-19-crisis en de tijdens de crisis uitgewerkte steunmaatregelen. Tussen 2021 en 2022 steeg het beroepsinkomen weer vrij sterk (+4%).
Meer personen in hogere inkomensgroepen in 2022 dan in 2006
Algemeen gezien bevonden zich in 2022 beduidend meer personen in de hogere inkomensgroepen dan in 2006. In 2022 had 28% van de bevolking een netto equivalent huishoudinkomen van meer dan 3.000 euro per maand, tegenover bijna 16% in 2006.
Het huishoudinkomen lag in 2022 bij 42% van de bevolking tussen 2.000 en 3.000 euro per maand, tegenover 36% in 2006.
Bij 30% van de bevolking lag het netto equivalente huishoudinkomen lager dan 2.000 euro per maand, tegenover 48% in 2006.
Veel lager huishoudinkomen bij 65-plussers
Het netto equivalente huishoudinkomen lag in 2022 het hoogst bij de 50- tot 64-jarigen (2.886 euro per maand) en het laagst bij de 65-plussers (2.203 euro).
Het inkomen van de 65-plussers lag in de hele periode 2006-2022 veel lager dan bij de jongere leeftijdsgroepen. Tegenover 2006 was de stijging bij de 65-plussers wel het grootst (+37%), bij de groep van 0 tot 14 jaar het kleinst (+17%).
Tussen 2021 en 2022 steeg het huishoudinkomen bij alle leeftijdsgroepen. Die daling was het grootst bij de 65-plussers (+7%) en het laagst bij de 50- tot 64-jarigen (+2%).
Hooggeschoolden hebben veel hoger huishoudinkomen
Het netto equivalente huishoudinkomen van hooggeschoolden lag in 2022 gemiddeld op 3.067 euro per maand. Bij middengeschoolden ging het om 2.425 euro en bij laaggeschoolden om 1.949 euro.
Tussen 2006 en 2022 nam het huishoudinkomen bij laaggeschoolden en middengeschoolden toe met 16% en bij hooggeschoolden met 12%.
Bij de laaggeschoolden steeg het huishoudinkomen tussen 2021 en 2022 met 1%, bij de middengeschoolden met 2% en bij de hooggeschoolden met 4%.
Lager huishoudinkomen bij personen met hinder door handicap of langdurig gezondheidsprobleem
In 2022 bedroeg het netto equivalente huishoudinkomen van personen met hinder in de dagelijkse bezigheden wegens een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem gemiddeld 2.229 euro per maand. Bij de personen zonder hinder ging het om 2.768 euro.
Het huishoudinkomen is tussen 2006 en 2022 iets sterker gestegen bij personen met hinder (+24%) dan bij personen zonder hinder (+22%).
Tussen 2021 en 2022 steeg het huishoudinkomen bij personen met en personen zonder hinder met ruim 4%.
Lager huishoudinkomen bij personen geboren buiten EU
In 2022 lag het netto equivalente huishoudinkomen van personen die buiten de Europese Unie (EU) zijn geboren gemiddeld op 2.007 euro per maand. Bij de personen geboren in België ging het om 2.667 euro en bij personen geboren in een ander EU-land dan België om 2.547 euro.
Het huishoudinkomen van personen geboren buiten de EU steeg tussen 2006 en 2022 met bijna 17%. Bij personen geboren in België was er een toename met 20% en bij personen geboren in de EU (buiten België) met 16%.
Tussen 2021 en 2022 steeg het huishoudinkomen bij personen geboren buiten de EU met 5%, bij personen geboren in een ander EU-land dan België met 2% en bij personen geboren in België met ruim 4%.
Huishoudinkomen in Vlaams Gewest iets hoger dan in Denemarken en Nederland
Het Vlaamse Gewest had in 2021 met gemiddeld 2.106 euro uitgedrukt in (KKS) een hoger huishoudinkomen dan het Waalse Gewest (1.809 euro KKS) en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (1.824 euro KKS). De cijfers voor 2022 zijn nog niet beschikbaar.
Het gemiddelde huishoudinkomen in het Vlaamse Gewest lag in 2021 iets hoger dan in Nederland en iets lager dan in Oostenrijk. Er zijn zeer grote verschillen in het netto equivalente huishoudinkomen tussen de landen van de Europese Unie (EU). Luxemburg had in 2021 met gemiddeld 2.835 euro KKS per maand veruit het hoogste huishoudinkomen, gevolgd door Duitsland (2.326 euro KKS), Oostenrijk (2.174 euro KKS) en Nederland (2.095 euro KKS). Roemenië (726 euro KKS) kende het laagste huishoudinkomen per maand, voorafgegaan door Slovakije (865 euro KKS) en Hongarije (900 euro KKS).
Bronnen
- Statbel: EU-SILC-survey opent in nieuw venster
- Eurostat: Database opent in nieuw venster