Gedaan met laden. U bevindt zich op: Sociale bijstand Inkomen en armoede

Sociale bijstand

Gepubliceerd op 12 oktober 2022 • Volgende update: april 2024
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Bijna 41.400 personen ontvangen leefloon of equivalent leefloon

Begin 2022 ontvingen bijna 37.700 inwoners van het Vlaamse Gewest een leefloon en iets meer dan 3.700 personen een equivalent leefloon. Het leefloon vormt een minimuminkomen voor mensen die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken. Het equivalent leefloon is er voor mensen die niet in aanmerking komen voor het leefloon maar die zich in een vergelijkbare noodsituatie bevinden. In de praktijk wordt het vooral uitgekeerd aan personen die een verzoek hebben ingediend voor internationale bescherming (asielzoekers) en vreemdelingen die niet in het bevolkingsregister zijn ingeschreven.

Het aantal leefloners is na een stijging tussen 2008 en 2010 en een daling tussen 2010 en 2012 in de daaropvolgende jaren weer gestegen. Na een beperkte daling tussen 2019 en 2020 was er opnieuw sprake van een stijging tussen 2020 en 2021, gevolgd door een kleine daling tussen 2021 en 2022. Algemeen genomen nam het aantal leefloners tussen 2008 en 2022 toe met 69%.

Het aantal equivalent leefloners nam tussen 2008 en 2009 beperkt af waarna het tussen 2009 en 2011 weer iets toenam. Die stijging werd tussen 2012 en 2017 weer gevolgd door een daling. Sindsdien blijft het aantal equivalent leefloners min of meer stabiel. Tussen 2008 en 2022 is het aantal leefloners in totaal met 59% gedaald.

Sterkste toename (equivalent) leefloners bij mannen, jongeren en samenwonenden

Het totaal aantal personen met een leefloon of equivalent leefloon in het Vlaamse Gewest nam tussen 2008 en 2022 toe met 32%. Die stijging lag hoger bij mannen (+36%) dan bij vrouwen (+28%).

Naar leeftijd valt vooral de sterke stijging op bij jongeren onder 25 jaar. Daar gaat het om een stijging van 70% tussen 2008 en 2022. Bij de andere leeftijdsgroepen is de stijging beperkter of is er sprake van een daling.

Bij de samenwonenden (+57%) en bij de personen met een gezin ten laste (+51%) is het aantal (equivalent) leefloners tussen 2008 en 2022 duidelijk gestegen. Bij de alleenstaanden – de grootste groep personen met een (equivalent) leefloon - is die stijging veel beperkter (+9%).

Specifieke sociale bijstandsuitkering voor 51.000 ouderen en 112.500 personen met een handicap

Slechts een beperkt aantal 65-plussers ontvangt een leefloon omdat zij aparte regelingen kennen: het gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB) dat sinds 2002 geleidelijk vervangen wordt door de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Meestal gaat het om een toeslag bovenop het pensioen, zodat men een bedrag bekomt dat vergelijkbaar is met het leefloon. Begin 2022 ging het samen om ongeveer 51.000 ouderen. Dat aantal is na een stijging tot 2015 in de meest recente jaren weer gedaald.

Personen met een handicap kunnen een beroep doen op een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) indien zij door hun handicap geen of minder mogelijkheden hebben om een betaalde baan uit te oefenen. Daarnaast bestaat er voor hen een integratietegemoetkoming (IT) indien zij moeilijkheden hebben bij het uitvoeren van hun dagelijkse activiteiten. Begin 2022 werd in het Vlaamse Gewest aan ongeveer 112.500 personen een IVT en/of een IT uitgekeerd. Dat aantal is tegenover 2008 sterk gestegen.

Hoger aandeel met sociale bijstandsuitkering in de steden en in West-Vlaanderen

Het aandeel personen met een sociale bijstandsuitkering in de totale bevolking ligt het hoogst in de en in een groot aantal gemeenten in West-Vlaanderen. Het gaat om de som van het aantal personen met een (equivalent) leefloon, een IGO-GIB of een IVT-IT. In Oostende lag het aandeel in 2022 met 6,4% van de bevolking het hoogst. Daarna volgen Mesen, Poperinge, Blankenberge, Ieper, Zelzate, Herstappe en Menen (telkens tussen 5% en 6%). In Tervuren lag het aandeel met 1,1% het laagst van alle Vlaamse gemeenten.

Aandeel met sociale bijstandsuitkering in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten

Begin 2022 ontving in het Vlaamse Gewest 3,1% van de bevolking een sociale bijstandsuitkering. In het Waalse Gewest ging het om ruim 5% van de bevolking, in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om iets meer dan 7% en in België als geheel om 4% van de bevolking.

De verschillen tussen de gewesten zijn het grootst bij het aandeel van de bevolking met een (equivalent) leefloon. Bij de andere uitkeringen zijn de verschillen kleiner.