Gedaan met laden. U bevindt zich op: Milieu-impact van transport Milieu en natuur

Milieu-impact van transport

Gepubliceerd op 17 juni 2025 • Volgende update: juni 2026
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Sterke daling en stabilisatie van totale milieu-impact van transport sinds 2020

Tussen 2013 en 2019 nam de impact van transport op mens, milieu en natuur in Vlaanderen langzaam toe, gevolgd door een sterke afname in 2020. Dat blijkt uit de index ‘milieu-impact van transport’ (MITRANS). Die geeft op een geaggregeerde wijze de globale impact van transport(infrastructuur) op mens, milieu en natuur weer. Alle transportmodi, behalve langzaam verkeer (voetgangers en fietsers), worden meegenomen in de analyse.

De MITRANS-index is opgebouwd uit 5 hoofdeffecten: hinder, biodiversiteit en habitat, luchtvervuiling, klimaatverandering en materiaalgebruik. Elk van deze 5 groepen heeft een gelijke weging (20%) in de MITRANS-index. De index wordt berekend ten opzichte van het jaar 2013 en bedraagt 100 voor dat jaar. Een cijfer groter dan 100 betekent een hogere milieu-impact ten opzichte van het jaar 2013, een cijfer kleiner dan 100 wijst op een lagere milieu-impact.

Tussen 2013 en 2019 nam de MITRANS-index geleidelijk toe van 100 naar 104,5 (+4,5%). In 2020 volgde een scherpe daling (-8,8%) als gevolg van de coronacrisis. Sindsdien vertoont de index een stabiel, licht dalend verloop.

Enkel milieu-impact door luchtverontreiniging vertoont dalende trend sinds 2013

De stijging van de MITRANS-index tussen 2013 en 2019 was voornamelijk toe te schrijven aan een toename van de hoofdeffecten hinder (+24%) en materiaalgebruik (+22%). Het hoofdeffect klimaatverandering vertoonde aanvankelijk een lichte stijging in de periode 2013-2016 (+7%), waarna een stabilisatie volgde. Biodiversiteit en habitat bleven relatief constant (-1%). Luchtvervuiling kende als enige hoofdeffect een duidelijke afname (-27%).

De plotse daling van de index in 2020 kan voornamelijk worden toegeschreven aan de Covid-19-crisis en de daarmee gepaard gaande maatregelen, zoals de lockdown en het verplichte telewerken. Vooral op luchtvervuiling (-21%), klimaatverandering (-14%) en materiaalgebruik (-12%) was de impact groot ten opzichte van 2019. De versoepeling van de coronamaatregelen en het economisch herstel in 2021 zorgden opnieuw voor een lichte stijging in luchtvervuiling (+3%) en klimaatverandering (+5%) ten opzichte van 2020.

In de periode 2021–2023 zette de daling van luchtvervuiling zich door (-14%), terwijl klimaatverandering (+5%) en materiaalgebruik (+11%) toenamen. Hinder daalde met 11%, voornamelijk te wijten aan een sterke daling van de subcategorieën geur- en lichthinder. Geluidshinder door transport bleef echter toenemen. De groei van materiaalgebruik was grotendeels toe te schrijven aan een sterke stijging in de verkoop van nieuwe voertuigen tussen 2022 en 2023.

Over de volledige periode 2013–2023 vertoont enkel luchtverontreiniging een dalende trend (-49%). Deze daling kan onder meer verklaard worden door veranderingen in de samenstelling van het wagenpark. Om te beginnen is er een aanzienlijke verschuiving van dieselvoertuigen naar minder vervuilende benzinevoertuigen. Daarnaast zijn nieuwe dieselvoertuigen (Euro 6d en 6e) aanzienlijk minder vervuilend dan oudere modellen. Ten slotte begint ook de elektrificatie van het wagenpark een zichtbare invloed te krijgen, hoewel dit effect nog beperkt blijft door het geringe aandeel elektrische voertuigen binnen de totale vloot. De verschuiving van diesel naar benzine heeft weinig impact op de CO2-uitstoot, waardoor het hoofdeffect klimaatverandering over de hele periode redelijk stabiel blijft.