Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bevolking naar onderwijsniveau (scholingsgraad) Onderwijs en vorming

Bevolking naar onderwijsniveau (scholingsgraad)

Gepubliceerd op 9 mei 2023 • Volgende update op 8 mei 2024
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Ruim 85% van 25- tot 64-jarigen zijn midden- of hooggeschoold

In 2022 was 14,6% van de 25- tot 64-jarigen laaggeschoold, 38,7% middengeschoold en 46,7% hooggeschoold. Laaggeschoolden zijn personen zonder een einddiploma van het secundair onderwijs. Middengeschoolden hebben het secundair onderwijs of het postsecundair niet-hoger onderwijs met succes afgewerkt. Hooggeschoolden beschikken over een diploma hoger onderwijs.

Het aandeel laaggeschoolden daalde tussen 1999 en 2022 van 42,3% naar 14,6%. Een omgekeerde evolutie was er bij de middengeschoolden en de hooggeschoolden: in vergelijking met 1999 zijn de aandelen midden- en hooggeschoolden duidelijk gestegen, respectievelijk van 32,5% naar 38,7% en van 25,2% naar 46,7%. Het aandeel hooggeschoolden is het sterkst gestegen.

Vrouwen vaker hooggeschoold dan mannen

Vrouwen zijn gemiddeld hoger geschoold dan mannen. In 2022 was 51,3% van de vrouwen hooggeschoold tegenover 42,2% van de mannen. Daartegenover staat dat 15,1% van de mannen laaggeschoold is en 14,1% van de vrouwen.

Hoe jonger, hoe vaker hooggeschoold

Zowel bij de 25- tot 34-jarigen (54,3%) als bij de 35- tot 44-jarigen (50,4%) was in 2022 ongeveer de helft hooggeschoold. Bij de 45- tot 54-jarigen was dat 46,2% en bij de 55- tot 64-jarigen 37,1%. In die laatste leeftijdsgroep was 23,0% laaggeschoold. Bij de jongere leeftijdsgroepen ligt dat aandeel duidelijk lager (rond de 10%).

Werkenden vaker hooggeschoold, niet-beroepsactieven vaker laaggeschoold

52,6% van de werkenden tussen 25 en 64 jaar was in 2022 hooggeschoold. Bij de personen die werkloos zijn, was 33,5% hooggeschoold. Bij de niet-beroepsactieven (mensen die niet werken en die ook niet actief op zoek zijn naar een job) was dat 22,8%.

Omgekeerd was bij de werkenden 9,4% laaggeschoold. Bij de werklozen was dat 23,6% en bij de niet-beroepsactieven 36,3%.

Personen geboren buiten Europese Unie vaker laaggeschoold

In 2022 was 48,6% van de personen geboren in België hooggeschoold. Bij personen geboren in een ander land van de Europese Unie (EU27) waren dat er minder (44,2%). Bij personen geboren buiten de EU was dat 33,3%.

Omgekeerd lag het aandeel laaggeschoolden bij personen geboren buiten de EU (37,1%) duidelijk hoger dan bij personen geboren in België (11,6%) of in een ander EU-land (18,5%).

Meer hooggeschoolden in Vlaams Gewest dan gemiddeld in Europese Unie

Het aandeel hooggeschoolden in het Vlaamse Gewest (46,7%) lag in 2022 tussen dat van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (53,5%) en het Waalse Gewest (41,2%) in.

In de Europese Unie (EU27) was in 2022 gemiddeld 1 op de 3 inwoners hooggeschoold (34,3%). In het Vlaamse Gewest lag dat aandeel hoger. Er zijn op dit vlak grote verschillen tussen de EU-landen. In Ierland is ruim de helft van de bevolking (53,5%) hooggeschoold. In Italië en Roemenië ligt dat aandeel op respectievelijk 20,3% en 19,7%.

Lees deze pagina in: