Gebouwen
De uitstoot van de ESR-gebouwensector bedroeg in 2023 9,8 Mton CO2-eq of 25% van de totale Vlaamse ESR-broeikasgasemissies. Het aandeel van de residentiële en de niet-residentiële gebouwen bedroeg daarin respectievelijk 74% en 25%.
Doelstellingen
De sectorale emissiedoelstelling voor de gebouwensector werd vastgelegd op een uitstoot van 8,6 Mton CO2-eq in 2030.
Maatregelen
Om bovenstaande doelstelling te realiseren, kondigt het VEKP verschillende maatregelen aan. Het plan gaat uitgebreider in op o.a. volgende acties en prioriteiten:
- financiële ondersteuning voor grondige energetische renovaties;
- sensibilisering, ontzorging en begeleiding bij woningrenovaties, o.a. via de Energiehuizen;
- het stimuleren van collectieve renovaties, met de focus op de minst zuinige energielabels en op appartementsgebouwen;
- verplichte EPB-eisen voor nieuwbouw;
- de renovatieverplichting voor residentiële gebouwen;
- een minimaal EPC-label voor woningen, vanaf 2030;
- de implementatie van het Klimaatactieplan 2050 voor de renovatie van sociale woningen;
- de opmaak en implementatie van een langetermijnrenovatieplan voor 2050, inclusief de uitwerking van een defossiliseringsagenda voor het uitfaseren van fossiele verwarmingstoestellen;
- de renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen
- een verbod op de indexatie van de huurprijs voor woningen die niet voldoen aan de vooropgestelde energienormen, vanaf 2028;
- een minimaal gebouwlabel voor appartementsgebouwen, vanaf 2030;
- een energietaxshift van elektriciteit naar fossiele brandstoffen.
Prognoses
In het VEKP wordt een inschatting gemaakt van de evolutie van de emissies van de gebouwensector in de komende jaren tot en met 2030. Rekening houdend met de maatregelen en ambities die in het plan worden vooropgesteld, dalen de emissies volgens de prognose met 45% in 2030 t.o.v. 2005.