Advies 50.003/4 van 26 september 2011
- Type
Wetten
- Thema
Europese richtlijnen (omzetting)
Relevante passage uit advies
De voorwaarden waaronder een omzettingsbepaling strenger mag zijn dan de richtlijn voorschrijft (het zgn. “goldplating”): soms rijst de vraag of de omzetting van een richtlijnbepaling strenger mag worden opgevat dan hetgeen de richtlijn voorschrijft. In een wetsontwerp werden aan operatoren die elektronische communicatiediensten aanbieden, bepaalde verplichtingen opgelegd waarin niet werd voorzien door de richtlijnen. Tevens werden verplichtingen in de richtlijn voor bepaalde operatoren bij de omzetting veralgemeend tot andere operatoren. De Raad stelde vast dat deze strengere maatregelen voortvloeiden uit de bedoeling van de stellers van het voorontwerp om het beschermingsniveau van de consumenten in de sector van de elektronische communicatie op verschillende vlakken te verhogen. Er werd hiervoor steun gezocht in de artikelen 114 en 169 VWEU, in artikel 1, lid 1 van de Universele dienstrichtlijn en in twee uitspraken van het Hof van Justitie. Na een uitvoerig onderzoek van de aangehaalde bepalingen stelde de Raad van State dat de lidstaten slechts gerechtigd zijn meer dwingende maatregelen te nemen ter bescherming van de consumenten dan die waarin op Europees niveau is voorzien, als de op Europees niveau aangenomen maatregel uitdrukkelijk deze minimumverplichtingen vaststelt, ofwel indien de Europese maatregel aan de lidstaten een ruime beoordelingsmarge laat. Merkwaardig genoeg bleek de Engelse tekst van de richtlijn (anders dan de Franse tekst ervan) wel degelijk een dergelijke mogelijkheid te bieden, zodat de Raad de mogelijkheid om strengere maatregelen uit te vaardigen ter bescherming van de consumenten wel aanvaardt onder de voormelde voorwaarden. Er werd wel nog een voorbehoud geformuleerd bij enkele bepalingen van het ontwerp die bleken in te gaan tegen specifieke richtlijnbepalingen ()