In het begin van de ontworpen bijlagen I en II werd telkens melding gemaakt van de gedeeltelijke omzetting van uitvoeringsrichtlijn 2013/63/EU. Die vermelding was evenwel onnauwkeurig aangezien bij die uitvoeringsrichtlijn alleen wijzigingen werden aangebracht in bijlage I en II bij richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen. De bijlagen bij die laatste richtlijn, zoals gewijzigd bij de voormelde uitvoeringsrichtlijn, werden omgezet door de ontworpen bijlagen l en II. Bovendien moest, conform de voorschriften inzake de wetgevingstechniek, de omzetting van een richtlijn in een artikel van het dispositief en niet in het begin van een bijlage vermeld worden.

In dit geval is het raadzaam om in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 een nieuw artikel 1/2 in te voegen, dat luidt als volgt: "Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen."

Daarnaast kan, overeenkomstig artikel 2, derde alinea, van de uitvoeringsrichtlijn, het best melding worden gemaakt van de omzetting van de wijzigingstekst in het ontworpen wijzigingsbesluit. Dat kan het best opgenomen worden in een (nieuw) toe te voegen artikel 1, dat luidt als volgt: "Dit besluit voorziet in de omzetting van uitvoeringsrichtlijn 2013/63/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot wijziging van bijlage I en II bij Richtlijn 2002/56/EG van de Raad wat betreft de minimumvoorwaarden voor pootaardappelen en partijen pootaardappelen." ( Advies 57.735/3 van 14 juli 2015 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen, p. 3-4, punt 3)