Artikel 2 en 4 van het ontwerp over voorgenomen wijzigingen in de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof traden in werking op 1 september 2016, terwijl de analoge wijzigingen voor de loopbaanonderbreking voor medische bijstand en palliatieve zorgen in artikel 1, 3 en 5 van het ontwerp in werking traden op 2 september 2016.

Uit de toelichting die de gemachtigde verschafte, kon worden opgemaakt dat die verschillende inwerkingtredingsdata, die dicht bij elkaar liggen, te maken hadden met het voornemen van de Vlaamse Regering om met ingang van 2 september 2016 het systeem van de loopbaanonderbreking en de bijbehorende premies te hervormen.

Voor de begrijpbaarheid en de rechtszekerheid verdiende het aanbeveling in de aanhef bij het ontwerp een considerans op te nemen die meer duidelijkheid verschafte over de achtergrond van en de reden voor het niet gelijktijdig in werking laten treden van de ontworpen wijzigingen. ( Advies 59.046/1 van 31 maart 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2002 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse gemeenschap en van de hogere zeevaartschool en het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 betreffende de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, medische bijstand en palliatieve zorgen, p. 3-4, punt 3)