Advies 61.109/3 van 10 april 2017
- Type
Besluiten van de Vlaamse Regering
- Thema
Onduidelijke bepalingen
Relevante passage uit advies
Het verdiende aanbeveling, wegens het algemene en het vage karakter van het woord “zaak”, dat elders in het ontwerp overigens in andere betekenissen werd gehanteerd, zo onder meer in de ontworpen artikelen 65/2, tweede lid, en 85, §3, van het Procedurebesluit (artikel 41 en 57 van het ontwerp), die alleen betrekking hebben op respectievelijk schorsingsvorderingen en het vernietigingsberoep voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen, om artikel 2 van het ontwerp aan te vullen met een punt 3° waarbij aan artikel 7 van het Procedurebesluit een paragraaf 4 werd toegevoegd met een omschrijving van dat woord voor de toepassing van dat artikel 7. Voor die bepaling kan de volgende redactie ter overweging worden gegeven: “In dit artikel wordt verstaan onder zaak: elk beroep of bezwaar, zowel wat de hoofdvordering als wat de eventuele aanvullende vorderingen betreft.”
* Ter wille van de rechtszekerheid kon artikel 72 van het ontwerp beter als volgt geredigeerd worden:
“Op de zaken die aanhangig werden gemaakt vóór de inwerkingtreding van dit besluit, is het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges van toepassing, zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
In dit artikel wordt verstaan onder zaken: alle beroepen of bezwaren, zowel wat de hoofdvordering als wat de eventuele aanvullende vorderingen betreft.”.
Zonder een omschrijving van het woord “zaken” bestond immers het risico op een beperkende opvatting van die laatste term, aangezien het te nemen besluit (zoals het erbij gewijzigde besluit en eerdere besluiten tot wijziging ervan) wellicht zou worden bekendgemaakt zonder nota aan de Vlaamse Regering. ( Advies 61.109/3 van 10 april 2017 over het ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges, p. 5, punt 7 en p. 13, punt 35)