Advies 63.454/3 van 31 juli 2018
- Type
Decreten
- Thema
Normenhiërarchie
Relevante passage uit advies
In het vierde lid, 2° en 3°, van artikel 5 van het voorontwerp werd telkens gewag gemaakt van een “gemotiveerde beslissing”.
Het opleggen van een dergelijke motiveringsplicht was overbodig en misleidend. Het was overbodig omdat de beslissingen onder de toepassing vallen van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en de verplichting tot formele motivering al uit die wet voortvloeit. Het was misleidend omdat dergelijke bepalingen ten onrechte de indruk wekken dat de formele motiveringsverplichting niet bestaat zonder dat dat erin uitdrukkelijk wordt voorgeschreven.
Als een verdergaande motiveringsplicht werd beoogd dan die welke voortvloeit uit de wet van 29 juli 1991, moest de draagwijdte ervan worden omschreven. Als dat niet het geval was, moest de ontworpen bepaling worden weggelaten.