Ondersteuning gedingvoering Grondwettelijk Hof
Het Grondwettelijk Hof waakt over de inachtneming van de Grondwet door de wetgevers in België. Het kan (onder andere) decreten vernietigen wegens schending van de rechten en vrijheden van de Belgen en van de bevoegdheidsverdelende regels in de Grondwet en de wetten tot hervorming der instellingen. Heb je interesse in de gedingen bij het Grondwettelijk Hof? In onze database (laatst bijgewerkt op 11 december) vindt je diverse gegevens over de opvolging ervan binnen de Vlaamse overheid en een pdf-kopie van alle documenten.
Actueel
- Stap 4/122025
Rolnummer 8394: prejudiciële vraag betreffende de artikelen 14, § 2, en 15, § 1, 1° en 11°, van de Vlaamse Codex Secundair Onderwijs, gesteld door de Raad van State (Codex Secundair Onderwijs – Bepalingen betreffende de scholen – Erkenning, financiering en subsidiëring – Erkenningsvoorwaarden – Interpretatie – Advies van de Veiligheid van de Staat, rapport van het OCAD en financiële, administratieve en juridische doorlichting van het schoolbestuur)
Arrest 164/2025 van 4 december 2025: De artikelen 14, § 2, en 15, § 1, 1° en 11°, van de Vlaamse Codex Secundair Onderwijs, in die zin geïnterpreteerd dat zij toelaten dat voor de beoordeling van de in die bepalingen vervatte erkenningsvoorwaarden voor de toekenning van een voorlopige erkenning van een school, niet louter rekening wordt gehouden met het beleid van de school zoals dat blijkt uit de statuten van het schoolbestuur, het pedagogisch project en het schoolreglement, maar ook met andere elementen, namelijk een advies van de Veiligheid van de Staat, een rapport van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse en een financiële, administratieve en juridische doorlichting van het schoolbestuur, schenden artikel 24, § 1, eerste lid, van de Grondwet niet
- Stap 11/122025
Rolnummer 8395: prejudiciële vragen over artikel 50, § 4, van het decreet van 15 juni 2012 « betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie », gelezen in samenhang met artikel II.34, 1°, van het Vlaamse Bestuursdecreet van 7 december 2018, gesteld door de Raad van State.
(In-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie – Rapportering – Inhoud – Geheimhoudingsplicht – (Absolute) uitzonderingsgrond op de openbaarheid van bestuursdocumenten – Draagwijdte)
Arrest 168/2025: Artikel 50, § 4, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 15 juni 2012 « betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie » en artikel II.34, 1°, van het Vlaamse Bestuursdecreet van 7 december 2018 schenden de artikelen 10, 11 en 32 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in zoverre zij een absolute uitzonderingsgrond invoeren voor de toegang tot de bestuursdocumenten bedoeld in de artikelen 10 en 14, § 6, van het voormelde decreet van 15 juni 2012.
In het kort: De Vlaamse bepalingen die voorzien in een absolute uitzonderingsgrond op de openbaarheid van bestuur voor informatie inzake de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten zijn ongrondwettig.
- Stap 11/122025
Rolnummer 8406: beroep tot vernietiging van de artikelen 27 en 86, 5°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 17 mei 2024 « over dierenwelzijn », ingesteld door de gemeente Mol.
(Vlaamse Codex Dierenwelzijn – Handel in dieren – Verbod van verhandeling op de openbare weg en op de markten – Beginsel, uitzonderingen en inwerkingtreding)
Arrest 170/2025: Het Hof verwerpt het beroep.
- Stap 11/122025
Rolnummer 8417: prejudiciële vragen over de artikelen 2, 5°, b), 4 en 5 van het decreet van 29 maart 2019 « betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer », gesteld door de Politierechtbank te Vilvoorde.
(Individueel bezoldigd personenvervoer – Regelgeving – Begrippen en toepassingsgebied – Diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer – Diensten die niet-dringend zittend patiëntenvervoer uitvoeren – Gelijkstelling met straattaxi’s en verschil in behandeling met diensten voor niet-dringend liggend ziekenvervoer)
Arrest 171/2025: - In zoverre zij de ambulancediensten onder het toepassingsgebied van het decreet van het Vlaamse Gewest van 29 maart 2019 « betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer » doen vallen wanneer die diensten een zieke persoon op medische aanwijzing onder begeleiding van gekwalificeerd personeel zittend vervoeren, schenden de artikelen 2, 5°, b), en 5 van het decreet van 29 maart 2019 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. - In zoverre zij de ambulancediensten onder het toepassingsgebied van het voormelde decreet van 29 maart 2019 doen vallen wanneer die diensten een zieke persoon zittend vervoeren zonder dat er een medische nood is aan begeleiding door gekwalificeerd personeel, schenden dezelfde bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
- Stap 28/122025
Rolnummer 8576: prejudiciële vragen betreffende de artikelen 2.12.3.0.1 en 3.3.1.0.15 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent
(Belasting op de spelen en weddenschappen - belastbare grondslag en aangifte: verschil in behandeling tussen exploitanten naargelang zij weddenschappen op één categorie of op verschillende categorieën van sportevenementen aanbieden en verschil in behandeling met betrekking tot verschuiving van verliezen tussen aanbieders van casinospelen en aanbieders van andere spelen en weddenschappen)
Rolnummer 8581: prejudiciële vragen betreffende artikel 35septies, § 2, tweede lid, 3°, c), van de wet van 26 maart 1971 « op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging » en artikel 28quater, § 2, eerste lid, 2°, 2), van het decreet van het Vlaamse Gewest van 24 januari 1984 « houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer », gesteld door de Rechtbank ven eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent.
(Bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en maatregelen inzake grondwaterbeheer – Heffing op de waterverontreiniging – Heffingsgrondslag – Grondwater – Forfaitaire berekening op basis van de nominale capaciteit van de pompen, aard van de maatregel en onmogelijkheid van een rechterlijke toetsing met volle rechtsmacht)
Nieuw ontvangen gedingen
Hangende prejudiciële vragen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie
Het Grondwettelijk Hof stelde in het arrest 5/2025(PDF bestand opent in nieuw venster) (rolnummers 8156 en 8157) van 16 januari 2025 twee vragen over de toepassing van het decreet van het Vlaamse Gewest van 23 juni 2023 « over wonen in eigen streek »: één over de verenigbaarheid van de financiële tussenkomst met de staatssteunregels en één over de mogelijkheid om de gevolgen van het bestreden decreet te handhaven (zaak: C-58/25 - mededeling in het Publicatieblad(opent in nieuw venster)).