Complexe inhoud of een slecht geschreven tekst wordt niet heerlijk helder als alle u-vormen vervangen worden door je-vormen of omgekeerd. Toch is de keuze voor u of je belangrijk omdat die invloed heeft op de toon van de boodschap. Die keuze bepaalt dus ook hoe de schrijver of spreker bij de lezer of toehoorder overkomt. Hieronder staan de belangrijkste principes en de afspraken over het gebruik van u en je, in het bijzonder voor teksten van de Vlaamse overheid.
Algemene principes
De keuze voor u of je wordt bepaald door de context en de relatie tussen de betrokkenen. Er zijn geen harde regels voor te geven omdat elke communicatieve situatie anders is en de band tussen mensen snel kan veranderen.
De u-vorm
De u-vorm wordt traditioneel geassocieerd met beleefdheid en respect. Het is de vorm die gebruikelijk is in contacten met mensen met wie we niet vertrouwd zijn, bijvoorbeeld bij een eerste contact, of in situaties waarbij er een hiërarchische verhouding speelt, zoals in contacten met een minister.
Omdat in onze maatschappij steeds meer klemtoon ligt op gelijkheid en een informele omgang tussen mensen, wordt de u-vorm minder gebruikt dan vroeger. De u-vorm wordt de laatste decennia vooral gezien als een vorm die een zekere relationele afstand uitdrukt. Die is gebruikelijk als we iemands voornaam helemaal niet kennen of als we iemand spontaan niet met zijn voornaam zouden aanspreken.
De je-vorm
Je (jij) is de vorm die geassocieerd wordt met vertrouwelijkheid. Die wordt in de standaardtaal gebruikt om mensen aan te spreken die we kennen of met wie we een nauwe band hebben of willen hebben. Het is de vorm die in de omgangstaal in Vlaanderen en in de meeste Vlaamse dialecten overeenkomt met de ge-vorm. In contacten met mensen die we nog niet goed kennen of met wie we nog geen persoonlijke band hebben, gaan we tegenwoordig vlugger over op de je-vorm dan vroeger.
Afspraken en principes bij de Vlaamse overheid
De u-vorm als uitgangspunt
Als overheid willen we de burger zo veel mogelijk aanspreken met de voornaamwoorden die gepast zijn in de context en de situatie. We moeten daarbij niet alleen uitgaan van hoe we ons het liefst willen uitdrukken, maar ook van wat de lezer of toehoorder gepast vindt.
Het uitgangspunt is dat we burgers aanspreken met de u-vorm, zowel de burger in algemene zin als een specifieke burger. We doen dat om de volgende redenen:
- De u-vorm sluit het best aan bij het doel van de communicatie van de Vlaamse overheid. Het gaat veelal om informatie waarbij de uitdrukking van een persoonlijke, informele of joviale band met de lezer of toehoorder niet vereist of wenselijk is. Daarin onderscheidt overheidscommunicatie zich van commerciële communicatie en privécommunicatie.
- De u-vorm is het breedst toepasbaar. Als overheid communiceren we over heel veel onderwerpen. Niet alle informatie van de Vlaamse overheid is even positief, aangenaam of leuk om te lezen. We communiceren ook over zaken die mensen als negatief of minder aangenaam ervaren, zoals belastingen, boetes, regels en verplichtingen, en over gevoelige onderwerpen, zoals overlijden, ziekte, werkloosheid, armoede. Bij dat soort informatie is de u-vorm de beste keuze omdat je daarmee een zekere afstand bewaart ten opzichte van de lezer of toehoorder.
- De u-vorm is een veilige optie. Communicatie in de u-vorm kan formeel of afstandelijk gevonden worden, maar de kans is nog altijd groter dat iemand zich aan je stoort dan dat iemand zich aan u stoort. Communicatie in de je-vorm kan familiair, aanhalerig of betuttelend gevonden worden. Vooral de oudere generaties zullen zich nog gemakkelijk aan de je-vorm storen.
Voor alle teksten op de website www.vlaanderen.be(opent in nieuw venster) geldt de afspraak dat die systematisch in de u-vorm staan. Dat zorgt voor een eenduidige aanpak, waarmee we ook stijlbreuken voorkomen, bijvoorbeeld als we met links naar andere pagina's doorverwijzen of informatieonderdelen uit verschillende bronnen combineren.
De redactie van Vlaanderen.be en het team Taaladvies adviseren alle organisaties van de Vlaamse overheid om de burger systematisch met u aan te spreken. Dat geldt in het bijzonder voor websites die voor het algemene publiek bestemd zijn.
Hetzelfde geldt voor brieven en e-mails die van de overheid uitgaan of een reactie zijn op brieven of e-mails van burgers, in het bijzonder als het gaat om gevoelige onderwerpen of om zaken die mensen als negatief of minder aangenaam ervaren. Ook in klachtencommunicatie is u de meest gepaste vorm.
De je-vorm
Het bovenstaande wil niet zeggen dat de je-vorm uitgesloten is, maar wel dat het gebruik van de je-vorm consequent en weloverwogen moet zijn. Dat kan door in de organisatie duidelijke interne afspraken te maken over de contexten en de teksten waarin de je-vorm systematisch aangehouden wordt of toegelaten is. Zo voorkom je een warrige mix van u- en je-vormen.
Het is onmogelijk om voor alle organisaties en voor alle contexten bij de Vlaamse overheid richtlijnen te geven over het gebruik van u en je. Hieronder staat welke afspraken er bestaan en welke principes je in de praktijk kunt toepassen om een goede keuze te maken.
In de volgende gevallen geldt de afspraak dat de tekst systematisch in de je-vorm staat:
- in vacatureberichten;
- op de sociale media van de Vlaamse overheid en in de chatcommunicatie van 1700. Als burgers er zelf voor kiezen om de u-vorm te gebruiken om de overheid aan te spreken, bijvoorbeeld op Facebook, Twitter of in chats, gaan we ervan uit dat ze ook een reactie in de u-vorm verwachten. In dat geval kun je dus ook het best in de u-vorm reageren.
Bij voorlichtingsacties en -campagnes is de je-vorm bruikbaar als die bij de toon van de actie of campagne past en in alle media van de actie of campagne consequent volgehouden wordt, bijvoorbeeld op de campagnewebsite, in advertenties, folders en radiospotjes.
De je-vorm is vooral bruikbaar in campagnes die focussen op:
- positieve, aangename of leuke ervaringen;
- niet-gevoelige onderwerpen;
- boodschappen met een commerciële strekking, bijvoorbeeld voor de verkoop van busabonnementen of museumpassen;
- een doelgroep van jongeren.
In campagnes die sterk focussen op verplichtingen of gevoelige onderwerpen, kan de je-vorm ongepast of te informeel overkomen. De u-vorm is dan meestal geschikter.
Bij de interne communicatie van de Vlaamse overheid is het gebruikelijk om de je-vorm te gebruiken. Voor alle teksten op de website Vlaanderen Intern geldt de afspraak dat die systematisch in de je-vorm staan. Ook bij interne nieuwsbrieven en in e-mails onder collega's is de je-vorm de standaard.
Taalkundige aandachtspunten
De u-vorm
- We schrijven u met een kleine letter. De respecthoofdletter U is verouderd.
- Bij u hoort het bezittelijk voornaamwoord uw (uw brief).
- Ook in het meervoud is u de beleefdheidsvorm. Een groep mensen kun je dus formeel aanspreken of aanschrijven met u.
De je-vorm
- Bij je en jij horen de bezittelijke voornaamwoorden je en jouw (je brief, jouw brief).
- Jij, jou en jouw zijn de vormen die we gebruiken om nadruk te leggen. Bijvoorbeeld: Als jij het vraagt, doe ik het meteen; Is die pen van jou of van mij? In teksten is het gebruikelijk om zo veel mogelijk de vorm je te schrijven. Een veelvuldig gebruik van jij, jou en jouw leidt tot een onnatuurlijke, opdringerige toon.
- In het meervoud is jullie de vertrouwelijke vorm die met je correspondeert. Een groep mensen kun je dus informeel aanspreken of aanschrijven met jullie.
- De voornaamwoorden je en jij slaan rechtstreeks op de lezer of de toehoorder, maar je kan ook de algemenere betekenis van men ('alle mensen, iedereen') of we ('wij allemaal, jij en ik') hebben. Bijvoorbeeld: Je kunt niet alles hebben; Je bent wat je eet. Ook in een tekst die in de u-vorm staat, kan dus een je-vorm staan als daarmee de betekenis van men of we uitgedrukt wordt. Er is dan geen stijlbreuk.
- In de omgangstaal gebruiken we bij de informele vorm ge het bezittelijk voornaamwoord uw (ge hebt uw trein gemist). U is ook de vorm die we in de omgangstaal gebruiken als lijdend voorwerp ('k heb u gesproken), als meewerkend voorwerp ('k heb het u gezegd) en na een voorzetsel (da's voor u). Dat wil zeggen dat u en uw in Vlaanderen een dubbele functie hebben: in de standaardtaal zijn het beleefdheidsvormen, in de omgangstaal zijn het vertrouwelijke vormen.
Aanspreking
In brieven en e-mails wordt de toon ook bepaald door de aanspreking van de lezer. Het is belangrijk om daarbij dezelfde toon te hanteren als in de tekst zelf. Bij een formele aanspreking, bijvoorbeeld Geachte mevrouw Peeters, staat de tekst in de u-vorm. Bij een informele aanspreking, bijvoorbeeld Beste Piet, staat de tekst in de je-vorm. Een mix van formele en informele vormen leidt tot stijlbreuken.
Op de website van Team Taaladvies vind je meer informatie over de keuze van de aanspreekvorm.
Werkwoordsvormen
Het is aan te bevelen om bij u en je consequent de volgende vormen van de werkwoorden zijn, hebben, kunnen, willen en zullen te gebruiken:
- u/je bent
- u/je hebt
- u/je kunt
- u/je wilt
- u/je zult.
Deze vormen zijn in alle contexten bruikbaar. Het zijn dezelfde vormen als bij andere werkwoorden in de tweede persoon: u/je/(ge) werkt, u/je/(ge) vindt enzovoort.
U heeft, u/je kan, u/je wil, u/je zal zijn ook correcte vormen, maar we gebruiken voor de eenvormigheid systematisch de bovenstaande vormen. Het gebruik van u is wordt als verouderd beschouwd.