44ste sessie van de Working Party on Territorial Indicators bij de OESO
Op 24 april 2023 ging de 44ste sessie van de Working Party on Territorial Indicators door bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Een medewerker van de Vlaamse Statistische Autoriteit (VSA) was op deze samenkomst aanwezig. Het ging om een voorstelling van nieuw ontwikkelde statistieken door de OESO al dan niet in samenwerking met andere partners. Deze statistieken gaan over de meest uiteenlopende onderwerpen. Hierbij een bondig verslag van een aantal agendapunten.
Geografische ongelijkheden in toegang tot essentiële diensten
Statistics Canada gaf een voorstelling van hoe ze voorzieningen in kaart brengen, met bijzondere aandacht voor rurale, afgelegen gebieden. De punten van discussie gingen over de nood aan harmonisatie van data bij internationale toepassingen, aandacht voor vergelijkbaarheid en voorzichtig omspringen met subjectieve indicatoren over tevredenheid. Voorts moet nagedacht worden over welke diensten het voorwerp moeten uitmaken van de geografische selectie, wat het niveau is van de aangeboden diensten en zo meer.
Identificatie en analyse van intermediaire steden
De focus ligt op ‘intermediary settlements’: volgens het voorgestelde onderzoek zou 40% van de stedelijke populatie in dergelijke steden leven. Het blijkt dat deze categorie van steden relatief snel groeit en dat ze hooggeschoolden aantrekt. Er is enige kritiek op de omschrijving van de steden alsook op de Engelstalige naamgeving ‘intermediary’.
Gevolgen van de pandemie op de geografie van telewerk en woningvraag
De toename van telewerk en de Covid-19-pandemie zouden een invloed kunnen gehad hebben op de vraag naar woningen. Het blijkt dat telewerk overal toenam, vooral in stedelijke gebieden. De Belgische regio’s zijn bij de sterkste stijgers. Dit was minder het geval in rurale gebieden. Vooral het beroep en de bedrijfstak spelen een rol. Telewerk gaat gemakkelijker voor beroepen die te maken hebben met kantoorwerk dan bijvoorbeeld voor verplegend personeel. Verder blijkt telewerk meer ingang te vinden in gebieden met toegang tot snelle internetverbindingen, een aangename leefomgeving en/of waar thuiswerk goed aanvaard wordt.
Wat betreft de vraag naar woningen is er sprake van een donut-effect waarbij de groeiende vraag naar woningen zich vooral in periferie situeert. Dit is vooral het geval in grote stedelijke gebieden waar de stijging van de woningprijzen in de kern hierbij een rol speelt. De vraag naar huizen lijkt te verschuiven naar plaatsen die de voordelen van het rurale en het stedelijke leven combineren. In de discussie werd aangehaald dat het ook goed zou zijn om te kijken naar de verandering in de samenstelling van de bevolking.
Wat helpt bedrijven groeien? Toegang tot kapitaal in regio’s
Er worden diverse bronnen voorgesteld voor toegang tot kapitaal in de regio’s zoals een bevraging bij experten of een analyse van commerciële data. De gepresenteerde kaart geeft echter aan dat voor België niet alle data beschikbaar zijn. België heeft relatief hoge uitstaande leningen aan bedrijven in % bbp. Er zijn grote verschillen in overheidsgaranties tussen landen en tussen regio’s in een land.
Regio’s in globalisatie: het meten van waardeketens in regio’s
Er is een groeiende nood om de economische positie van de Britse regio’s in de (wereld)economie te kennen: het uitwerken van global value chains (GVC’s) is daar een belangrijk element in. Zie onder meer Regions in globalisation - OECD(opent in nieuw venster).
Daarvoor zijn eerst regionale aanbod- en gebruikstabellen en input-outputtabellen (RIOT) nodig. Dit is work in progress in het Verenigd Koninkrijk (VK). Men onderscheidt 3 methodes om een RIOT samen te stellen: bottom-up, mixed en top-down. Aan de hand van regionale handelsgegevens probeert het VK zoveel mogelijk bottom-up te werken. De discussiepunten gingen over hoe men het hoofdzeteleffect kan aanpakken. De voorgestelde optie bestaat erin om pro rata regionale werknemersaantallen de verdeling over de vestigingen te maken en dus niet de regionale loongegevens te gebruiken zoals het Belgische Instituut voor Nationale Rekeningen recentelijk doet. Verdere vragen waren hoe men de handel in diensten moet meten, of hoe men moet omgaan met interne verschepingen tussen vestigingen van een groot bedrijf.
Aansluitend gaf de VSA ook een korte presentatie over de Belgische interregionale input-outputtabellen.
Het inzetten op ‘smart city data’: het beheer van data in ‘smart cities’
Voor de data in ‘smart cities’ wordt men soms geconfronteerd met volgende problemen:
- Ze zijn soms fragmentair beschikbaar.
- Bepaalde databronnen zijn afkomstig van private aanbieders en mogen niet publiek beschikbaar gemaakt worden.
- Een leidraad van nationale statistische instituten over onder meer welke data en methodologie zou de kwaliteit verhogen.
- Verder ook soms problemen van financiering van de data.
Op 20 april 2023 was er een roundtable bij de OESO over smart cities and regions: OECD Roundtable on Cities and Regions for the SDGs - OECD(opent in nieuw venster).
OESO ‘geospatial lab’ - the OECD Laboratory for Geospatial Analysis
Het lab is een initiatief om geo-ruimtelijke data en ruimtelijke analysetechnieken wijdverbreid ingang te doen vinden. De focus ligt in het bijzonder op de ondersteuning door het lab van de productie van internationaal vergelijkbare statistieken om de voortgang van de SDG’s (Sustainable Development Goals) in steden te meten. Daarbij worden nieuwe databronnen aangeboord zoals smartphones, sensoren en nieuwe administratieve registers. De uitdagingen bestaan erin om de soms ruwe data klaar te maken voor technische verwerking, te zorgen voor homogenisatie van data en vertrouwen te scheppen in nieuwe datatypes. Vlaanderen wordt expliciet genoemd in de OECD visualisation tool SDG’s cities and regions(opent in nieuw venster). Op het niveau van steden is momenteel weinig gekend.