Aspecten van werktijd- en werkplaatsregeling
Bijna 40% werkenden met thuiswerk en 21% met zaterdagwerk
In 2024 lag het aandeel werkenden in het Vlaamse Gewest dat minstens de helft van de werkdagen avondwerk en nachtwerk verricht op respectievelijk 12,6% en 3,2%. Daarnaast lag het aandeel werkenden dat minstens op 2 zondagen per maand werkt op 12,0% en het aandeel met zaterdagwerk op 21,4%. Ten slotte kwam het aandeel werknemers met ploegenarbeid op 13,3% en het aandeel werkenden dat minstens af en toe thuiswerkt op 39,5%.
Nachtwerk en zondagwerk zijn tussen 2014 en 2024 nagenoeg stabiel gebleven. Zaterdagwerk kromp lichtjes (-0,6 procentpunt (ppt.)) in die periode. De resterende flexibele arbeidsvormen stegen: bij thuiswerk (+16,3 ppt.) en ploegenarbeid (+ 5,3 ppt.) was die toename het grootst.
Iets meer vrouwen dan mannen met thuiswerk
Mannen werken meer ‘s avonds en ‘s nachts dan vrouwen. In 2024 was 15,0% van de werkende mannen in de avond aan de slag, tegenover 9,8% bij de vrouwen. Bij nachtwerk ging het om 4,1% bij de mannen tegenover 2,2% bij de vrouwen.
Het aandeel mannen en vrouwen dat in het weekend werkt, is min of meer gelijk. Bij zaterdagwerk was het aandeel mannen in 2024 (21,6%) nagenoeg even groot als het aandeel vrouwen (21,2%). Ook bij zondagwerk was dat het geval (beiden 12,0%).
Mannen (16,8%) werkten vaker in ploegverband dan vrouwen (9,8%), terwijl vrouwen (40,4%) iets vaker van thuis uit werkten dan mannen (38,8%).
Hoger aandeel werkenden met thuiswerk in Vlaams Gewest dan EU27-gemiddelde
Cijfers voor 2024 zijn enkel beschikbaar voor gewesten en België. De flexibele arbeidsvormen worden sinds de LFS-hervorming van 2021 in de overige EU-landen enkel nog in oneven jaren bevraagd. Een uitzondering hierop is thuiswerk, waarvoor de gegevens nog steeds jaarlijks worden geactualiseerd. Daarom zijn er voor 2024 enkel cijfers beschikbaar over thuiswerk.
In 2024 lag het aandeel werkenden dat minstens af en toe thuis werkt in het Vlaamse Gewest (39,5%) hoger dan in het Waalse Gewest (31,7%), maar lager dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (45,6%). In de EU27 lag het aandeel met thuiswerk gemiddeld op 22,9%, veel lager dan in het Vlaamse Gewest. De verschillen tussen de EU-landen zijn zeer groot. Nederland (55,7%) kende het hoogste aandeel en Bulgarije (3,0%) het laagste aandeel.
In 2023 lag het aandeel werkenden met avondwerk in het Vlaamse Gewest (12,3%) hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (10,1%) en het Waalse Gewest (10,4%).In de Europese Unie (EU27) bedroeg het aandeel werkenden met avondwerk gemiddeld 12,7%. Het Vlaamse Gewest scoorde dus iets lager dan het EU-gemiddelde. Griekenland kende met 35,6% het hoogste aandeel werkenden met avondwerk, Litouwen met 5,2% het laagste aandeel.
Het aandeel werkenden met nachtwerk lag in 2023 in het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (telkens 3,3%) ongeveer op hetzelfde niveau als in het Waalse Gewest (3,5%).In de EU27 bedroeg het aandeel werkenden met nachtwerk gemiddeld 4,6%. Dat is hoger dan in het Vlaamse Gewest. Slovakije (11,2%) had het hoogste aandeel met nachtwerk en Litouwen (1,6%) het laagste aandeel.
In 2023 lag het aandeel werkenden met zaterdagwerk in het Vlaamse Gewest (20,8%) iets hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (19,1%) maar lager dan het Waalse Gewest (22,8%). In de EU27 bedroeg het aandeel werkenden met zaterdagwerk 21,4%. Er zijn zeer grote verschillen tussen de EU-landen: Griekenland (41,5%) kende het hoogste aandeel, Litouwen het laagste aandeel (3,8%).
In 2023 lag het aandeel werkenden met zondagwerk in het Vlaamse Gewest (12,3%) en het Waalse Gewest (12,5%) iets hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (10,1%). In de EU27 lag het aandeel werkenden met zondagwerk gemiddeld op 11,6%. Het Vlaamse Gewest bevond zich hier iets boven het EU-gemiddelde. Malta (19,0%) kende het hoogste aandeel en Litouwen het laagste aandeel (2,5%).
In 2023 lag het aandeel werknemers met ploegenarbeid in het Vlaamse Gewest (13,9%) hoger dan in het Waalse Gewest (12,4%) en veel hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (7,1%). In de EU27 lag het aandeel werknemers dat in ploegen werkt gemiddeld op 17,9%. Het aandeel in het Vlaamse Gewest lag daarmee lager dan het EU-gemiddelde. Griekenland (36,1%) had het hoogste aandeel en Frankrijk (6,5%) het laagste aandeel.
Bronnen
- Steunpunt Werk:
- Eurostat: