Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bevolking naar socio-economische positie (op basis van administratieve data) Arbeid

Bevolking naar socio-economische positie (op basis van administratieve data)

Gepubliceerd op 17 oktober 2025 • Volgende update: april 2026
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Correctie gepubliceerd op 18 oktober 2025

Op 17 oktober werd een update van deze statistiek gepubliceerd. De beschrijving bij de grafiek over socio-economische positie naar leeftijd bevatte echter een fout. Er stond ‘Daartegenover staat dat een iets groter deel van de jongeren onder de 29 jaar niet-beroepsactief is.’ Dat is op 18 oktober om 9u30 gecorrigeerd naar ‘Daartegenover staat dat een groot deel van de jongeren tussen 20 en 24 jaar niet-beroepsactief is.’

Ruim 3 miljoen personen tussen 20 en 64 jaar aan het werk

In 2023 telde de bevolking in het Vlaamse Gewest van 20 tot 64 jaar bijna 3,9 miljoen personen. Daarvan waren er ruim 3,0 miljoen aan het werk (77,2%) en bijna 145.000 werkloos (3,7%). Iets minder dan 745.000 personen (19,1%) waren niet-beroepsactief. Dat blijkt uit de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR) die gegevens van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) en het Brussels Instituut voor statistiek en analyse (BISA) combineert.

In vergelijking met 2017 is het aantal werkenden met bijna 174.000 personen toegenomen, wat ervoor zorgde dat het aandeel werkenden steeg van 74,0% in 2017 tot 77,2% in 2023.

Het aantal werklozen daalde tussen 2017 en 2023 met ongeveer 22.500 personen. Het aandeel werklozen nam daardoor af van 4,4% in 2017 naar 3,7% in 2023.

Het aantal niet-beroepsactieven nam af van ruim 828.000 personen in 2017 tot minder dan 745.000 personen in 2023. Het aandeel niet-beroepsactieve personen daalde daardoor van 21,6% in 2017 tot 19,1% in 2023.

Aandeel werkenden hoger bij mannen dan bij vrouwen

Van alle mannen van 20 tot 64 jaar was in 2023 80,2% aan het werk. Het aandeel werkenden bij de vrouwen lag lager op 74,1%. Ook in absolute aantallen waren er minder vrouwen (1,4 miljoen) aan het werk dan mannen (1,6 miljoen).

Het aandeel werklozen lag bij de vrouwen (3,8%) iets hoger dan bij de mannen (3,6%).

Ook het aandeel niet-beroepsactieve mannen (16,1%) lag lager dan het aandeel niet-beroepsactieve vrouwen (22,1%).

Ruim 85% van 30- tot 54-jarigen aan het werk

In 2023 lag het aandeel werkenden het hoogst tussen 30 en 54 jaar. Ongeveer 86% van de personen in deze leeftijdsgroep was aan de slag.

Daartegenover staat dat een groot deel van de jongeren tussen 20 en 24 jaar niet-beroepsactief is. Ook bij de 60-plussers is dat het geval. Van de personen tussen 60 en 64 jaar was in 2023 nog de helft aan het werk.

Aandeel werkenden verschilt sterk tussen Vlaamse gemeenten

In 2023 was in het Vlaamse Gewest 77,2% van de 20- tot 64-jarigen aan het werk. Tussen de Vlaamse gemeenten varieerde het aandeel werkenden van 68,1% (Antwerpen) tot 85,5% (Horebeke).

Aandeel werkenden hoger in Vlaams Gewest dan in andere gewesten

In 2023 lag het aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot 64 jaar hoger in het Vlaamse Gewest (77,2%) dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (59,7%), het Waalse Gewest (67,7%) en het Belgisch gemiddelde (72,2%).

Zowel het aandeel werklozen als niet-beroepsactieven lag lager in het Vlaamse Gewest dan in de andere gewesten en België.