Gedaan met laden. U bevindt zich op: Werkbaar werk Arbeid

Werkbaar werk

Gepubliceerd op 26 oktober 2023 • Volgende update op 13 december 2023
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Helft van werknemers en zelfstandigen heeft werkbaar werk

In 2023 lag de bij werknemers in het Vlaamse Gewest op bijna 52%. Dat wil zeggen dat ongeveer de helft van de Vlaamse werknemers geen knelpunten signaleren in hun job op het vlak van psychische vermoeidheid, welbevinden in het werk, leermogelijkheden en de balans tussen werk en privéleven. De werkbaarheidsgraad bij zelfstandigen lag in 2019 op 50%. Recentere cijfers voor zelfstandigen zijn (nog) niet beschikbaar.

De werkbaarheidsgraad van werknemers lag in 2023 iets hoger dan de vorige meting in 2019 (50%), maar lager dan in 2013 (55%). Bij de nulmeting in 2004 lag de werkbaarheidsgraad bij werknemers even hoog als in 2023.

Bij zelfstandigen bedroeg de werkbaarheidsgraad in 2007 en 2010 48%, gevolgd door een stijging tot 51% in 2013. Sindsdien blijft de werkbaarheidsgraad vrij stabiel.

Werkstress grootste knelpunt bij werknemers

Bij werknemers blijkt psychische vermoeidheid of werkstress het grootste knelpunt. Het aandeel werknemers dat geen problemen ervaart met psychische vermoeidheid of werkstress lag in 2023 op 64%. Dat aandeel is duidelijk gedaald tussen 2004 en 2023.

Ook voor de balans werk-privé bij werknemers daalde de score beperkt tussen 2004 en 2023. In 2023 stelde 87% dat er geen probleem is op vlak van werk-privébalans.

Voor het welbevinden in het werk lag de score bij werknemers in 2023 ongeveer op hetzelfde peil als in 2004. Ongeveer 81% van de werknemers was in 2023 gemotiveerd aan de slag.

Alleen wat het aspect leermogelijkheden betreft, was er bij werknemers een duidelijke verbetering merkbaar tussen 2004 en 2023. In 2023 gaf ruim 86% aan geen probleem te ondervinden op vlak van leermogelijkheden.

Werkstress belangrijkste knelpunt bij zelfstandigen

Ook bij zelfstandigen is het aspect psychische vermoeidheid of werkstress het belangrijkste knelpunt. Net zoals in 2007 gaf 63% van de zelfstandigen in 2019 aan geen probleem te ervaren op vlak van werkstress.

Voor welbevinden in het werk daalde de score tussen 2007 en 2019 van 92% naar 90%.

Zowel bij het aspect leermogelijkheden als werk-privébalans was er in dezelfde periode sprake van een positieve evolutie. Het aandeel zelfstandigen met voldoende leermogelijkheden steeg tussen 2007 en 2019 van 94% naar 97%.

Ook het aandeel zelfstandigen dat geen problemen ervaart met de combinatie werk-privé nam toe van 66% in 2007 naar 70% in 2019.

Werkbaarheid bij werknemers lager bij vrouwen, 30- tot 39-jarigen en kortgeschoolden

Vrouwelijke werknemers hebben minder werkbare jobs dan hun mannelijke collega’s. De werkbaarheidsgraad daalde voor vrouwen tussen 2004 en 2023. Bij mannen steeg de werkbaarheid in dezelfde periode.

De werkbaarheidsgraad bij de werknemers varieerde in 2023 ook naar leeftijd. De werknemers tussen 16 en 29 jaar kennen de hoogste werkbaarheidsgraad, de 30- tot 39-jarigen de laagste.

Naarmate het onderwijsniveau stijgt, neemt de werkbaarheid toe. De werkbaarheidsgraad van kortgeschoolde werknemers lag in 2023 op 43%, die van hooggeschoolde werknemers op 53%.

Bij een aantal groepen lag de werkbaarheidsgraad in 2023 duidelijk lager dan in 2004: vrouwen, 30- tot 39-jarigen, 55-jarigen en ouder, hooggeschoolden. Bij de overige groepen wijzigde de werkbaarheidsgraad niet of nauwelijks tussen 2004 en 2023, behalve bij de mannen en de 50-54-jarigen die een toename lieten optekenen.

Bij zelfstandigen kennen 55-plussers hoogste werkbaarheidsgraad

De werkbaarheidsgraad van vrouwelijke en mannelijke zelfstandigen verschilde weinig in zowel 2007 als 2019.

Naar onderwijsniveau zijn de verschillen in werkbaarheidsgraad van zelfstandigen wel duidelijker, tussen kort- en middengeschoolden enerzijds en hooggeschoolden anderzijds.

Ook zijn er duidelijke verschillen tussen de leeftijdsgroepen. De oudste groep (55 jaar en ouder) laat de hoogste werkbaarheidsgraad optekenen. De 30- tot 39-jarige zelfstandigen kennen de laagste werkbaarheid.

Bij de zelfstandigen geldt dat bij de meeste groepen de werkbaarheidsgraad in 2019 hoger dan of op hetzelfde niveau lag als in 2007. Enkel bij de personen tussen 16 en 29 jaar en tussen 50 en 54 jaar is dat niet het geval.

Info over definities en bronnen