Importafhankelijkheid van energie nam in 2024 af
In 2024 werd 89,3% van het benodigde primair energiegebruik ingevoerd in het Vlaamse Gewest. Dat relatief hoge aandeel is een gevolg van het feit dat het Vlaamse Gewest geen gekende reserves heeft van uranium, aardolie of aardgas en dat de ontginning van steenkool werd stopgezet begin jaren 1990. De is de verhouding van de netto invoer van energie ten opzichte van het primair energiegebruik. De netto invoer lag in 2024 op 1.553 petajoule (PJ), het primair energiegebruik op 1.739 PJ.
De importafhankelijkheid daalde tussen 2005 en 2015 om daarna opnieuw licht te stijgen tot 2019. In het eerste coronajaar 2020 volgde een afname van de importafhankelijkheid, met opnieuw een beperkte toename in 2021. Vanaf 2022 nam de importafhankelijkheid weer af.
Invoer van splijtstoffen en biomassa daalt
In 2024 is de netto invoer van splijtstoffen en biomassa gedaald ten opzichte van 2023. De invoer van elektriciteit is in 2024 gestegen met 60% ten opzichte van 2023. Kernreactor Doel 3 heeft voor het laatst gewerkt in september 2022. Dit verklaart in grote mate de daling van de netto-invoer aan splijtstoffen en de toegenomen import van elektriciteit. In 2024 heeft Doel 4 ook beduidend minder gewerkt (laagste niveau sinds 2018).
De productie van elektriciteit uit biomassa in de centrale van Rodenhuize werd in maart 2023 stopgezet. 2024 was dus het eerste volledige jaar zonder deze grote biomassacentrale.
De invoer van kolen is gestegen ten opzichte van 2023.
De invoer van petroleumproducten kende na een afname in het eerste coronajaar 2020 in de jaren daarna opnieuw een toename. Na een afname in 2023 door het dalend verbruik aan petroleumproducten in de chemie, was er opnieuw een beperkte toename in 2024.
Bronnen
- Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA):