Naar achtergrondkenmerken waren er in het najaar van 2023 geen noemenswaardige verschillen naar geslacht.
Wel zijn er beperkte verschillen naar leeftijd. Zo is de algemene levenstevredenheid het laagst bij de 35- tot 49-jarigen (7,1) en het hoogst bij de 65-plussers (7,4).
Naar huishoudpositie was er een lagere gemiddelde tevredenheid bij personen die alleen wonen (6,8) dan bij de andere groepen. Personen die samenwonen met een partner zonder of met kinderen kenden de hoogste gemiddelde tevredenheid (respectievelijk 7,5 en 7,3).
De gemiddelde tevredenheidsscore stijgt ook naarmate men hoger geschoold is (van 6,9 bij de laaggeschoolden tot 7,4 bij de hooggeschoolden).
Tot slot zijn er verschillen in de algemene levenstevredenheid naar urbanisatiegraad. De algemene levenstevredenheid is het laagst bij de inwoners van centrumsteden (6,9) en het hoogst op het platteland (7,4).