Metadata: Onvoldoende beweging
Bron
Belgische Gezondheidsenquête, Sciensano, bewerking Statistiek Vlaanderen
Definities
Gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (niet-werk-gerelateerd): het percentage personen van 15 jaar en ouder dat matig aerobe lichaamsbeweging doet tijdens de vrije tijd en/of fietst om zich te verplaatsen en dit minstens 150 minuten per week. Personen die minder dan 150 minuten per week dit soort activiteiten in de vrije tijd doen, worden beschouwd als personen met onvoldoende lichaamsbeweging in de vrije tijd.
Opmerkingen bij de kwaliteit
De Belgische Gezondheidsenquêtes worden sinds 1997 met een zekere regelmaat georganiseerd door Sciensano (tot 2007 het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid genoemd).
Voor de Gezondheidsenquête van 2023-2024 werden 15.951 huishoudens gecontacteerd, waarvan er 3.709 deelnamen. Dit leverde een responsgraad van 37,1% op.
Per huishouden dat zijn medewerking verleende, werden telkens maximaal 4 personen geïnterviewd. De referentiepersoon van het huishouden en – indien van toepassing – de partner dienden steeds bevraagd te worden. 7.984 personen werden uitgenodigd om deel te nemen, waarvan er7.001 effectief hebben deelgenomen. In het Vlaamse Gewest namen in 2023-2024 3.708 personen van 15 jaar en ouder deel aan het onderzoek.
Meer informatie is te vinden in het methodologisch rapport(PDF bestand opent in nieuw venster).
De gezondheidsenquête bestaat 3 uit onderdelen:
- Een bevraging op het niveau van het huishouden. Het gaat hierbij om een mondelinge bevraging van de referentiepersoon van het deelnemend huishouden of zijn/haar partner rond een aantal kenmerken van het huishouden: de samenstelling, het maandelijks inkomen, de uitgaven voor gezondheid, karakteristieken van de woning,…
- Een mondelinge bevraging van de (maximum) 4 voor deelname aan de enquête geselecteerde leden van het huishouden, over de gezondheidsperceptie, chronische aandoeningen, beperkingen,…
- Een schriftelijke bevraging van alle voor deelname aan de enquête geselecteerde leden van het huishouden van minstens 15 jaar oud. De keuze om ook met een schriftelijke vragenlijst te werken, is gebaseerd op de overweging dat sommige onderwerpen, bijvoorbeeld geestelijke gezondheid, gebruik van alcohol, gokverslaving,… eerder vertrouwelijk van aard zijn en zich minder lenen voor een mondelinge bevraging. Voor respondenten jonger dan 15 jaar is informatie hieromtrent dus niet aanwezig.
In de figuren worden tevens de 95%-betrouwbaarheidsintervallen voorgesteld: deze intervallen zijn de limietwaarden waartussen de waarde van de indicator zich bevindt in 95% van alle mogelijke steekproeven die kunnen worden getrokken uit eenzelfde populatie en voor eenzelfde indicator. Dit betrouwbaarheidsinterval geeft zowel informatie over de mate van onzekerheid over het bekomen resultaat als dat het toelaat na te gaan of verschillen tussen jaren of bepaalde subgroepen statistisch significant zijn. Indien de betrouwbaarheidsintervallen rond de waarde van een indicator in de verschillende jaren of subgroepen elkaar niet overlappen, is er sprake van een statistisch significant verschil.