Sociale bijstand - Leefloon en equivalent leefloon
Bijna 60.000 personen ontvangen leefloon of equivalent leefloon
Begin 2025 ontvingen 45.642 inwoners van het Vlaamse Gewest een leefloon en 14.102 personen een equivalent leefloon. Samen gaat het om 59.744 personen. Het leefloon vormt een minimuminkomen voor mensen die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken. Het equivalent leefloon is er voor mensen die niet in aanmerking komen voor het leefloon maar die zich in een vergelijkbare noodsituatie bevinden. In de praktijk wordt het vooral uitgekeerd aan personen die een verzoek hebben ingediend voor internationale bescherming (asielzoekers) en personen met buitenlandse nationaliteit die niet in het bevolkingsregister zijn ingeschreven.
Het aantal leefloners kende in de periode 2008-2025 een grillig, meestal stijgend verloop. In 2022 was er een daling met 6%. In 2023, 2024 en 2025 was er opnieuw een stijging met respectievelijk 4%, 9% en 7%.
Het aantal equivalent leefloners kende tussen 2008 en 2017 eveneens een grillig, maar dalend verloop. Tussen 2017 en 2022 bleef dat aantal min of meer constant. In 2023 zorgde onder meer de oorlog in Oekraïne voor een verdrievoudiging van het aantal equivalent leefloners. In 2024 en 2025 nam het aantal weer af met respectievelijk 7% en 2%.
(Equivalent) leefloners zijn vooral vrouwen, jongeren en alleenstaanden
Er zijn iets meer vrouwen dan mannen met een leefloon in het Vlaamse Gewest. In 2025 ging het om 51% vrouwen en 49% mannen. Bij het equivalent leefloon is het verschil meer uitgesproken: daar gaat het om 67% vrouwen tegenover 33% mannen.
Het aantal (equivalent) leefloners neemt af met de leeftijd: er zijn meer jongeren dan ouderen met een (equivalent) leefloon. Wel is er een vrij hoog aandeel 65-plussers in het totaal aantal personen met een equivalent leefloon (17%). Dat hangt samen met het feit dat niet-Belgen geen recht hebben op de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Daarom kunnen zij ook als 65-plusser nog gebruik blijven maken van een equivalent leefloon.
Er zijn in 2025 meer alleenstaanden (39%) dan personen met een gezin ten laste (31%) of samenwonenden (30%) in de groep personen met een leefloon. Bij het equivalent leefloon vormen de samenwonenden (42%) de grootste groep.
Hoger aandeel met (equivalent) leefloon in de steden
In de ligt het aandeel personen met een (equivalent) leefloon in de totale bevolking hoger dan in andere gemeenten. In 2025 lag het aandeel het hoogst in Oostende (2,7%), Gent (2,4%) en Mechelen (2,1%). In kleinere gemeenten zoals Herstappe (0,0%), Horebeke (0,0%) en Mesen (0,1%) waren er in 2025 amper personen met een (equivalent) leefloon.
Aandeel met (equivalent) leefloon in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten
Begin 2025 ontving in het Vlaamse Gewest 0,9% van de bevolking een (equivalent) leefloon. In het Waalse Gewest ging het om 2,3% van de bevolking, in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om 4,4% en in België als geheel om 1,7% van de bevolking.
Bronnen
- POD Maatschappelijke Integratie: